Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Christus' evangelie onderdrukt en vanaf de eerste eeuw tot nu toe niet verkondigd!  (Tweede deel)

Aaron Burden/Unsplash

Christus' evangelie onderdrukt en vanaf de eerste eeuw tot nu toe niet verkondigd! (Tweede deel)

Het ongelooflijke potentieel van de mens - Hoofdstuk 1

Vervolgd van Christus' evangelie onderdrukt en vanaf de eerste eeuw tot nu toe niet verkondigd! (Eerste deel)

Het valse evangelie komt op

In Samaria, ten noorden van Jeruzalem, woonde een niet-joods volk, waarvoor de Joden in Christus’ dagen grote verachting had­den, die zij “honden” noemden. Deze mensen waren omstreeks 700 v.Chr. door verschillende koningen waaronder Salmaneser van Assur (2 Koningen 17:18, 21-24, enz.) uit gebieden van het Babylonische rijk naar Samaria gebracht. Zij hadden hun eigen Babylonische mysteriegodsdienst meegebracht naar het land van Samaria. In het achtste hoofdstuk van Handelingen kunt u lezen over hun religieuze leider ten tijde van Christus, Simon de tovenaar.

Christus stichtte de Kerk van God in 31 n.Chr. ter ondersteu­ning van de evangelieverkondiging door Zijn apostelen. Na een welhaast verbazingwekkende aanvankelijke groei ontstond tegen 33 n.Chr. een felle vervolging tegen Gods Kerk (Handelingen 8:1). In die dagen liet Simon de tovenaar zich samen met een menigte andere mensen dopen. Daarna probeerde hij van Petrus en Johannes met geld een apostelschap in Gods Kerk te kopen, maar dit werd hem uiteraard geweigerd en hij werd terechtgewezen.

Daarna eigende deze Simon zich de naam van Christus toe en noemde zijn Babylonische mysteriegodsdienst “Christendom”. Satan had deze man in zijn macht en gebruikte hem als instru­ment om de ware Kerk van God te vervolgen en nagenoeg te vernietigen. Vóór het einde van de eerste eeuw, waarschijnlijk omstreeks het jaar 70, was hij erin geslaagd Gods boodschap die Christus had gebracht, te onderdrukken.

Wat toen volgde, wordt de “verloren eeuw” in de geschiede­nis van Gods ware Kerk genoemd. Er bestond een goed georgani­seerd complot om alle sporen van de kerkgeschiedenis uit die dagen uit te wissen. Honderd jaar later komt dan in de geschiede­nis een “Christendom” naar voren dat in ‘t geheel niet meer lijkt op de Kerk die Christus
had gesticht.

Men had de naam van Christus aan de Babylonische myste­riegodsdienst gegeven. De boodschap die Jezus van God had gebracht, was vervangen door een “evangelie” waarin wel over de persoon van Christus werd gesproken, maar waaruit de gehele dimensie van Zijn boodschap
was weggelaten.

En ruim 18½ eeuw is sedertdien het ware evangelie niet meer aan de wereld verkondigd.

Een “ander evangelie” vindt gehoor

Omstreeks 58 n.Chr., toen Paulus zijn brief aan de Galaten schreef, waren er al vele mensen die zich tot dat nieuwe, valse “evangelie” gekeerd hadden.

Paulus schreef in dit verband: “Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen evangelie [geen goed nieuws]. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen ver­draaien” (Galaten 1:6-7).

Omstreeks A.D. 54 had Paulus aan de Thessalonicensen geschre­ven: “Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking …” (2 Thessalonicenzen 2:7). Hij doelde op de Babylonische mysteriegodsdienst van Simon de tovenaar (Handelingen 8), een godsdienst van wetteloos­heid, een godsdienst die Gods wet verwierp. Hierover later meer.

De ware en de valse kerk

In het boek Openbaring worden twee kerken beschreven die beide de naam van Christus voeren. In de ene, beschreven in hoofdstuk 12, zien wij het beeld van Gods ware Kerk, klein in ledental en geslonken als gevolg van vervolging en martelaarschap, maar gehoorzaam aan Gods wetten en daarom door Satan gehaat. De andere, beschreven in hoofdstuk 17, wordt genoemd “een geheime­nis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde” (vs. 5), met andere woorden: de Babylonische mysteriegodsdienst, doordrenkt van “ongerechtigheid”, waarin Gods wet is afgeschaft.

Ten tijde van Paulus’ evangelieverkondiging brachten de pre­dikers van diezelfde Simon de tovenaar de Corinthiërs in verwar­ring. Paulus schreef de Corinthiërs: “Want met een ijver Gods waak Ik over u, want Ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen [bij de opstanding zal de ware Kerk een geestelijk huwelijk met Christus aangaan]. Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige [en loutere] toewij­ding aan Christus afgetrokken zullen worden. Want indien de eerste de beste [een prediker van Simon de tovenaar] een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest [van opstandigheid en ongehoorzaamheid] ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie … (2 Corinthiërs 11:2-4). (Later meer over het verband met de verleiding van Eva.)

Let wel, deze mannen verkondigden een andere Jezus en een ander evangelie, en zij volgden een andere geest, een geest van opstandigheid en ongehoorzaamheid. Die verleiding is door de eeuwen heen blijven werken en dat is ook nu nog het geval. Zij eigenden zich de naam van Christus toe. Zij noemden hun Babylo­nische godsdienst “Christendom”. Maar daarmee verkondigden zij niet alleen een vals evangelie, maar ook een valse geest van egoïsme en een valse Jezus, volkomen anders dan de Jezus van de Bijbel.

Over deze valse apostelen schreef Paulus verder aan de Corinthiërs: “Want zulke lieden zijn schijnapostelen, bedrieglijke arbei­ders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid …” (2 Corinthiërs 11:13-15).

Petrus, Johannes en Judas stellen valse dienaren aan de kaak

Petrus schreef over deze bedriegers: “Toch zijn er ook valse profe­ten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraren zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnenslui­pen … en velen zullen hun losbandigheden navolgen, zodat door hun schuld de weg der waarheid gelasterd zal worden; en zij zullen uit hebzucht met verzonnen redeneringen u als koopwaar behandelen …” (2 Petrus 2:1-3).

Ook Johannes schreef over deze verdraaiers van het ware evangelie, die gehoorzaamheid aan de door God gewezen weg afwezen. “Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet” (1 Johannes 2:4).

“Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zouden zij bij ons gebleven zijn” (1 Johannes 2:19).

Judas waarschuwt ons “tot het uiterste te strijden voor het geloof dat eenmaal de heiligen overgeleverd is. Want er zijn zekere mensen binnengeslopen—reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven—goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid [vrijheid om ongehoorzaam te zijn] veranderen … Desgelijks bezoedelen ook deze dromenzieners hun vlees, verwerpen wat heerschappij heet en lasteren de heerlijkheden … Wee hun, want zij zijn de weg van Kaïn opgegaan, zij zijn voor de verleiding van een Bileamsloon bezweken en door het verzet van een Korach ten onder gegaan. Dezen zijn de schandvlekken bij uw liefdemalen … wolken, die geen water geven, daar zij door winden voorbij gejaagd worden … tweemaal gestorven zijn zij en ontworteld; wilde baren der zee, die hun eigen schande opschuimen, dwaalsterren. Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd” (Judas 3-4, 8, 11-13).

Het woord “evangelie” nu misleidend

Zelfs het woord “evangelie” zelf is heden ten dage misleidend, vooral zoals het gebezigd wordt door protestantse evangelisaties, hun zen­delingen, evangelisten en literatuur. De wereld was en is nog vol van “evangelisatiecampagnes” op televisie en radio, door middel van het gedrukte woord en persoonlijke evangelisatie.

Als u zou zeggen: “Het evangelie is 18½ eeuw lang niet meer aan de wereld verkondigd”, zou vrijwel iedereen u voor gek verslij­ten. Wat overal zo luidkeels wordt gepredikt, is in feite het valse “evangelie”. Het is een “evangelie” dat over de persoon van de boodschapper spreekt, maar Zijn boodschap negeert.

Die prediking gaat uit van de stelling dat dit de enige tijd is waarin God probeert “de hele wereld te redden”. Maar die lieden weten niet wat behoud eigenlijk is of hoe men dat deelachtig kan worden.

Hoe kon de gehele wereld misleid worden? Wat hield het evangelie van Christus in dat een machtige, onzichtbare duivel zo vastbesloten was het te onderdrukken en te vervalsen?

Bereidt u zich maar voor op een paar sensationele verrassin­gen.

Vervolgd op De opzienbarende onthulling van wat Christus' evangelie was (Eerste deel)

Ihp Nl