Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Overzicht van het boek Hosea (Zesde deel)

Israeli West Bank barrier by Montecruz Foto on flickr/CC by 2.0

Overzicht van het boek Hosea (Zesde deel)

Vervolg van Overzicht van het boek Hosea (Vijfde deel)

Efraïm Wordt Tot Een Woestenij

“Tot een woestenij zal Efraim worden ten dage des oordeels. Over de stammen Israëls maak Ik bekend wat vast besloten is. De vorsten van Juda zijn als zij die de grenzen verleggen. Op hen zal Ik mijn verbolgenheid uitgieten als water. Verdrukt is Efraim, verpletterd door het recht, omdat hij heeft verkozen het ijdele te volgen. Daarom ben Ik voor Efraim als een mot, en als een beeneter (verrotting—sv) voor het huis van Juda.” (Hosea 5:9-12). Als God Engeland in de Grote Verdrukking stort, zal de natie tot een woestenij worden. Deze ramp zal veel erger zijn dan wat Brittannië in de Tweede Wereldoorlog is overkomen. Deze tragedie zal de natie treffen wanneer ze totaal niet op haar hoede is. Maar God zegt dat Engeland gewaarschuwd zal worden, Hij zal zo’n verwoesting niet toelaten zonder Engeland een kans te geven om zich te bekeren. Dhr. Herbert W. Armstrong waarschuwde Engeland over de radio, de TV en door het tijdschrift De Echte Waarheid voor de komende rampzalige gebeurtenissen. Alleen de Filadelfia Kerk van God gaat met deze zelfde traditie voort. De Wereldwijde Kerk van God heeft openlijk verklaard het niet met de heer Armstrongs zienswijze inzake profetie eens te zijn.

De Wereldwijde Kerk van God weigert, hoewel ze er financieel toe in staat is, om door te gaan met Engeland en de rest van de wereld voor de komende gewelddadige gebeurtenissen te waarschuwen. De Wereldwijde Kerk vervult nu de profetieën over de Laodicea Kerk (Openbaring 3:14-19).Die kerk heeft de ware geestelijke kennis verworpen en vertrouwt op haar fysieke rijkdom als bewijs van haar rechtvaardigheid.

Vers 9 is niet alleen een profetie van Engelands ondergang, het is een profetie dat Gods Werk zal doorgaan tot aan de verwoesting. God werkt altijd met dienaren die zich aan Zijn waarheid hebben toegewijd. Tegenwoordig bevinden deze dienaren zich in de Filadelfia Kerk van God.

Vers 10 toont aan dat de huidige staat Israël, het bijbelse Juda, ook met Efraïm valt. Juda heeft dezelfde zonden als Efraïm begaan. De natie Juda moet ook gewaarschuwd worden. Dit Werk moet nu gedaan worden. Zal de Wereldwijde Kerk van God dit Werk doen? De huidige veranderingen, die door de leiders van de wcg gemaakt zijn, zeggen: nee! Zal de Filadelfia Kerk van God dit Werk doen? Met Gods hulp: Ja!

Vers 11 toont dat Engelands verdrukking komt omdat ze “verkozen hebben het ijdele te volgen.” Deze frase verwijst naar het volgen van het gebod van Jerobeam, die de natie tot grote afgoderij bracht. Jerobeam was het die heidense godsdienstige feestdagen invoerde en Gods Heilige Dagen verwierp. Omdat Engeland en de andere naties van Israël deze tradities gevolgd zijn, moeten ze lijden als nooit te voren.

In vers 12 zegt God dat Hij voor Engeland als een “mot” zal zijn en als “verrotting” (een “beeneter”—nbg) voor Juda. God is het die deze volken terneer zal werpen. Motten vernietigen kleding. Een door de motten gegeten kledingstuk lijkt goed in de kast. Maar neem het maar eens van de hanger en het valt uit elkaar. God zegt dat Engeland als een door de motten gegeten kledingstuk is. En Juda is aangestoken door maden. Zelfs hoewel deze dingen er aan de buitenkant goed uitzien, zullen deze twee volken spoedig uit elkaar vallen.

De mensen zien alleen maar voorspoed, glitter en glamour. De meeste mensen leven vandaag alleen maar voor het volgende opwindende vermaak. Zelfs wanneer de tekenen van de ramp zich vertonen, weigeren onze naties de “motten” en “maden” in onze samenleving te zien. Er is niet veel stevigs overgebleven om onze naties bijeen te houden vanwege onze vele zonden. De “beurscrash van 1929” kwam in die tijd volkomen onverwacht. Gebeurtenissen, die zich spoedig in Engeland, de Verenigde Staten en de rest van bijbels Israël zullen afspelen, zullen vele malen groter zijn en eveneens plotseling komen!

“Toen Efraïm zijn krankheid zag, en Juda zijn gezwel, ging Efraïm naar Assur en zond boden naar koning Strijdlust. Deze echter kan u geen genezing schenken, en zal het gezwel van u niet wegnemen” (vers 13). Als de grote crisis duidelijk wordt, zullen Engeland en Israël naar Assyrië, het huidige Duitsland, uitzien om hulp. Assyrië wordt in dit boek tien keer genoemd. Assyrië zal een rol van betekenis spelen in deze geprofeteerde gebeurtenissen.

Vers 13 zegt dat Juda gewond is. De wond die hier wordt beschreven zou het gevolg kunnen zijn van een militaire aanval. Hulp zoeken bij Duitsland zal niet baten. “Koning Strijdlust” zal hun ziekte niet kunnen genezen. Interessant is het op te merken dat Efraïm en Juda niet naar Manasse (de Verenigde Staten) gaan om hulp. De Verenigde Staten zullen in die tijd zeer zwak zijn en op het punt staan ineen te storten, of reeds ineen gestort zijn.

God zal onze volken geen tijd gunnen op verhaal te komen totdat zij zich bekeren. God zal tenslotte het huidige Duitsland gebruiken voor hun uiteindelijke ondergang. “Want Ik ben als een leeuw voor Efraim, en als een jonge leeuw voor het huis van Juda. Ik, Ik zal verscheuren en heengaan; Ik zal wegnemen, zonder dat iemand redden kan. Ik zal heengaan, Ik wil wederkeren naar mijn plaats, totdat zij zich schuldig gevoelen en mijn aangezicht zoeken; wanneer het hun bang te moede is, zullen zij verlangend naar Mij uitzien” (Hosea 5:14-15). God zegt dat Hij zich als een leeuw tegen Efraïm en Juda zal keren.

Vers 14 illustreert wat Duitsland deze naties zal aandoen wanneer ze bij hem komen om hulp. Vers 15 toont dat de uitkomst uiteindelijk heel goed zal zijn. Israël zal tot God terugkeren in hun verdrukking.

Terugkeer tot God

“Komt, laat ons wederkeren tot de Here! Want Hij heeft verscheurd, en zal ons helen; Hij heeft geslagen, en zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht” (Hosea 6:1-2). Engeland en de andere naties van Israël zullen een totaal verschillende houding hebben als resultaat van de Grote Verdrukking. Nederig zullen zij tot God terugkeren. Zij zullen weten dat God zowel hun straf als hun genezing bewerkstelligde.

Vers 2 laat zien hoelang de Grote Verdrukking zal duren. Na twee en een half jaar zal de Grote Verdrukking ten einde zijn. In bijbelse profetie wordt een jaar als een dag aangeduid (Ezechiël 4:6). Tijdens de derde “dag” zal de Dag des Heren beginnen en één jaar duren. Zelfs hoewel de gebeurtenissen tijdens deze drie en een half jaar zeer tragisch zijn, zal de hele mensheid uiteindelijk erkennen, dat God, door hen te straffen, rechtvaardig was.

“Wat zal Ik u aandoen, o Efraim? Wat zal Ik u aandoen, o Juda? Immers uw liefde is als een morgenwolk, en als een dauw die in de vroegte vergaat. Daarom heb Ik er door de profeten op ingehouwen, heb Ik hen gedood door de woorden mijns monds. De oordelen over u waren een doorbrekend licht” (Hosea 6:4-5). Efraïms en Juda’s liefde is even vluchtig als een morgenwolk en de morgendauw. Er zit geen diepte in hun religie. Daarom zegt God dat Hij “er op inhouwt” met de profeten. Het is alsof God een beitel voor een steen of een bijl voor een boom nam. Andere vertalingen zeggen dat Zijn oordelen als donder en bliksem troffen. God zendt krachtige taal om het volk tot berouw te brengen. Maar het trof alles tegelijk in de Grote Verdrukking. Dat betekent dat Gods woorden een stuk krachtiger zullen worden in de Grote Verdrukking. Dan zullen Gods woorden een grote inwerking hebben.

Het werk van de Filadelfia Kerk is een toevoeging aan het werk van de profeten uit het verleden. De leden van de Filadelfia Kerk behoeven niet het gevoel te hebben dat we te klein zijn om iets te doen. Zelfs hoewel we klein zijn, zullen we een grote invloed hebben omdat God met ons is.

“Want in liefde heb Ik behagen en niet in slachtoffer, in kennis van God en niet in brandoffers” (vers 6). Dit is het soort religie dat God van Zijn volk verlangt. Hij wil echt bekeerde mensen, vol barmhartigheid en levend naar Zijn woord. Denken we soms dat we een deel van Gods Werk kunnen zijn, terwijl we onze broeders niet willen vergeven? Denken we een deel van Gods Werk te kunnen zijn en mensen neer te houwen of hun karakter te vermoorden? Gods volk moet zeer barmhartig zijn en vol van de kennis des Heren. We moeten niet terugslaan of striemen, als ons onrecht aangedaan wordt. We moeten niet over iemand roddelen of kletsen. We kunnen maar al te gemakkelijk tot een rituele godsdienst vervallen en ver te kort schieten in Gods barmhartigheid. God eist dat Zijn volk doet zoals Hij. 

Vervolg op Overzicht van het boek Hosea (Zevende deel)

Hos Nl Bo