Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Jona: Een krachtige waarschuwing aan Gods Kerk (deel drie)

Jona: Een krachtige waarschuwing aan Gods Kerk (deel drie)

Vervolg van Jona: Een krachtige waarschuwing aan Gods Kerk (deel twee)

De Tweede Keer

Jona kreeg nog een kans om Gods boodschap te brengen. „Het woord des Heren kwam ten tweeden male tot Jona: Maak u op, ga naar Nineve, de grote stad, en breng haar de predi­king, die Ik tot u spreken zal. Toen maakte Jona zich op en ging naar Nineve, overeenkom­stig het woord des Heren. Nineve nu was een geweldig grote stad, van drie dagreizen” (Jona 3:1-3). Let op Gods eerste woorden tot Jona, nadat hij berouw getoond had: „Maak u op, ga naar Nineve.” Gods werk is onze topprioriteit—nu en altijd! God en Zijn Werk moeten daar zijn waar uw hart is (Ezechiël 40:4). De eerste en belangrijkste van de Tien Geboden wordt gebroken als we in gebreke blijven. De heer Armstrong zei altijd dat die leden die geestelijk groeiden, degenen waren wier hart in Gods Werk was. Gods Werk komt dus altijd in ons leven op de eerste plaats, anders begaan we de kardinale zonde om een andere god te hebben in plaats van de ware God.

Zo op het eerste gezicht kan de boodschap ons misschien niet zo erg belangrijk toe­schij­nen. Maar bedenk: Gods gedachten zijn veel hoger dan de onze. De boodschap was voor „Nineve, die grote stad.” In het Hebreeuws staat: „een stad groot voor God.” Waarom was Nineve zo groot voor God? God moet hebben geloofd dat Nineve en het Assyrische rijk zich zouden bekeren. En dat deden ze.

Of de wereld het zich nu realiseert of niet, Nineve is de grote hoop voor de naties van deze wereld. Dit is hoe God over het algemeen zou reageren op elke natie die zich bekeert. Kijk eens wat een lijden deze wereld zou hebben kunnen vermijden als ze zich de eeuwen door zou hebben bekeerd. En bedenk dan dat de ergste tijd van lijden nog over deze aarde komen moet (Jeremia 30:7; Daniël 12:1; Matteüs 24:21-22). Heel de fysieke Grote Verdrukking kan worden vermeden als de naties van Israël zich zouden bekeren! De Dag des Heren kan voorkomen worden als de heidense volken acht slaan op onze boodschap. Het voorbeeld van Nineve is vandaag hun enige hoop! Daarom was deze „stad zo belangrijk voor God.” Zij was een lichtend voorbeeld van wat er met verdorven volken kan gebeuren. Zij zou voor de huidige naties een grote bemoediging behoren te zijn! En het zal een voorbeeld voor de naties in de Wereld van Morgen zijn om te zien hoe het had kunnen gaan!

Geloven we werkelijk van ganser harte dat wanneer de naties van deze wereld aan onze boodschap gevolg zouden geven, God hen in fysiek opzicht zou sparen? Hij zou dat vast en zeker doen!

De uitdrukking „ breng haar de predi­king, die Ik tot u spreken zal” kan men beter lezen als „roep luidkeels uit de kreet die Ik tot u spreken zal” (Clarke’s Commentaar). God wilde dat Jona zijn boodschap luidkeels zou uitroepen—niet fluisteren. Wij moeten Gods boodschap met nadruk en aandrang spreken!

„En Jona begon de stad in te gaan, een dagreis, en hij predikte en zeide: Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd! (vers 4). De eerste keer werd Jona alleen gezegd om „tegen Nineve te prediken”. De tweede keer gaf hij hen slechts veertig dagen om zich te bekeren of ondersteboven gekeerd te worden. Het blijkt dat God hen zelf zou gaan vernietigen. Dit zegt Lange’s Commentaar van het woord ondersteboven gekeerd (nadruk van mij): „Het woord dat gebruikt wordt om de verwoesting aan te duiden is de oude profeti­sche technische term … omkeren (Jesaja 1:7; 13:19—Statenvertaling), dat overal terug verwijst naar de verwoesting van Sodom en Gomorra (originele passage: Genesis 19:25).”

Dit is een belangrijk feit dat waarschijnlijk aanduidt dat God Nineve zou verwoesten met vuur uit de hemel zoals Hij dat met Sodom en Gomorra deed (Genesis 19:24).

God heeft beloofd onze Israëlitische naties uit de eindtijd om te keren zoals Hij dat met Sodom en Gomorra gedaan heeft (Amos 4:1, 11). Dat betekent waarschijnlijk niet alleen maar „vuur uit de hemel”—maar nucleaire vernietiging zoals we dat vandaag kennen!

Gods bevel aan Jona: „Maak u op, ga naar Nineve” komt overeen met onze opdracht om de Laodiceërs te waarschuwen.

„En mij werd een riet gegeven, een staf gelijk, met de woorden: Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen, die daarin aanbidden” (Openbaring 11:1). Ons werd bevolen op te staan en Gods tempel en het altaar (de dienaren) te meten—om Gods boodschap aan de Laodiceërs te brengen. Het woord van God kwam tot de heer Armstrong en tot de Filadelfia Kerk van God evenals het tot Jona kwam. Nu moeten Gods Filadelfiërs collectief deze boodschap steunen—of een erger lot dan dat van Jona ondergaan!

Nineve Bekeert Zich

„En de mannen van Nineve geloofden God en riepen een vasten uit en bekleedden zich, van groot tot klein, met rouwgewaden” (Jona 3:5). Het volk van Nineve geloofde God—niet Jona. Ze beseften dat deze boodschap van God kwam. Evenals de Filadelfiërs beseffen dat God zijn profetisch geheim aan de pcg gaf.

Nu volgt een verbazingwekkende waarheid. Vleselijk gezinde mensen die zelfs niet in de ware God geloofden wisten dat deze boodschap van God kwam! Het volk van Nineve bewees dat iedereen door de eeuwen heen op Gods waarschuwingen acht behoort te slaan. Onze „geleerde” leiders kunnen misschien Gods waarschuwende boodschappen weg redeneren, maar dat is alleen maar een rebellerende weigering om God te geloven. Iedereen kan het bewijzen of een boodschap van God afkomstig is! Als zij God niet geloven, dan is dit nog een getuige tegen hen (Matteüs 24:14). Er zou zoveel leed kunnen worden voorkomen als de mensen God zouden geloven. Als ze dat niet doen, dan is hun eigen zwakke geloof het probleem. De hele wereld zou in de pcg zijn als zij God geloofden! Want alleen daar is Gods boodschap en Werk!

„Toen het woord de koning van Nineve bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn opper­kleed af, trok een rouwgewaad aan en zette zich neder in de as. En men riep uit en zeide in Nineve op bevel van de koning en van zijn groten: Mens en dier, runderen en schapen mogen niets nuttigen, niet grazen en geen water drinken. Zij moeten gehuld zijn in rouwgewa­den, mens en dier, en met kracht tot God roepen en zich bekeren, een ieder van zijn boze weg, en van het onrecht dat aan hun handen kleeft” (verzes 6-8). De koning en zijn rijksgro­ten namen de leiding bij de bekering. En dat behoren de koningen en presidenten van deze wereld vandaag ook te doen. Zijn zij te trots om te vasten zich met rouwgewaad te bekleden en in de as te zitten? Schamen zij zich voor God en Zijn boodschap? Moeten zij eerst een nucleai­re ramp meemaken voordat ze zich bekeren?

„Wie weet, God mocht Zich omkeren en berouw krijgen en zijn brandende toorn laten varen, zodat wij niet te gronde gaan” (vers 9). Echte bekering roert God diep. Wie weet wan­neer God Zijn profetieën tegen een verdorven natie zal wijzigen? Wie weet of God een groot rijk of volkeren zal redden? Onze boodschap zou de hele wereld van de ondergang kunnen red­den, als ze zich alleen maar zouden bekeren!

We verzekeren u dat wij de naties niet afschrijven en in gebreke blijven om Gods bood­schap te brengen! Wie weet wat onze liefhebbende God zal doen? „Toen God zag wat zij de­den, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet” (vers 10). Let erop dat God naar hun vasten en rouwkleding zag. Hij „zag wat zij deden”! Zij veranderden echt en God beantwoord­de dat door hun rijk te sparen.

Een van mijn professoren van Ambassador College, Dr. Herman Hoeh, zei dat Duitsland er zelfs over dacht om een nationale boetedoening voor de wereld af te kondigen na de Tweede Wereldoorlog. Maar ze besloten dat niet te doen, omdat zoiets nog niet eerder gebeurd was. Ze dachten dat geen enkele natie ooit zoiets gedaan had. Ze kenden zelfs de bijbelse geschiedenis niet van hun eigen volk! Heel droevig. 

Wordt vervolgd …