Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Wat is de oorzaak van de huidige wereldproblemen? (Vierde deel)

Joseph Cooper/Unsplash

Wat is de oorzaak van de huidige wereldproblemen? (Vierde deel)

Het ongelooflijke potentieel van de mens - Hoofdstuk 8

Vervolgd van Wat is de oorzaak van de huidige wereldproblemen? (Derde deel)

Gods feestdagen symboliseren Zijn grote plan dat hier op aarde wordt verwezenlijkt

Wij zijn nu toe aan een werkelijk onthullende openbaring.

God gaf in de dagen van Mozes Zijn jaarlijkse feestdagen, met hun zeven jaarlijkse heilige dagen (sabbatten) aan Zijn “Kerk”—die in die tijd de Vergadering van Israël werd genoemd.

Zij waren bedoeld om voor het volk van God, ieder jaar opnieuw Zijn grote heilsplan, dat leidt naar het ongelooflijke potentieel van de mens, uit te beelden.

Deze feestdagen werden ingesteld met de bedoeling ze voor altijd te houden. Jezus, de apostelen en de vroege Kerk van God, zij allen hielden deze dagen. Maar voor zover de schrijver bekend is, is er slechts één Kerk die ze nog steeds elk jaar blijft houden: de Wereldwijde Kerk van God.

Deze dagen openbaren de verbazingwekkende waarheid, die anders voor de mensheid verborgen zou zijn.

Het menselijk geslacht begon met Adam. Maar geestelijk behoud en kwalificatie voor het transcendente menselijke potentieel begint met Christus. De fysieke schepping van de mens begon met Adam, maar de geestelijke schepping begint met de tweede Adam.

Het begint met de vergeving der zonden—volgend op werkelijke bekering, op het overwonnen zijn door God—en het levende geloof in hetgeen Christus zegt.

Daarom was de eerste van deze feestdagen het Pascha. Het beeldt jaarlijks aan Gods volk het vergoten bloed van Christus uit—het “Lam Gods” dat werd geofferd om de straf voor de zonden, die wij mensen over onszelf hebben gebracht, in onze plaats te ondergaan.

Daarna kwam het Feest der Ongezuurde Broden—zeven dagen waarop geen zuurdesem mocht worden gegeten of gevonden in de huizen van Gods volk. Zuurdesem blaast op—net als ijdelheid, de zonde bij uitstek. Dit feest duurt zeven dagen en volgt onmiddellijk op het Pascha—met de eerste en de laatste dag van de zeven als de jaarlijkse heilige dagen (heilige samenroepingen).

Deze eerste feestdagen vallen in de lente—van de veertiende tot en met de eenentwintigste dag van de eerste maand van Gods heilige jaar. Samen met het Feest der Eerstelingen (Pinksteren in het Nieuwe Testament) vallen zij in de lente, omdat zij, zoals in Jeruzalem, de eerste of vroege graanoogst voorstellen.

Het Feest der Eerstelingen (Pinksteren) herinnert Gods volk er ieder jaar aan dat zij, voorafgaande aan Christus’ wederkomst, slechts de relatief zeer kleine eerste geestelijke oogst zijn—terwijl allen, uitgezonderd de weinigen die God roept, afgesneden zijn van God en Zijn geestelijk behoud.

De resterende vier feesten komen in de oogsttijd van de herfst—zij beelden de grote geestelijke oogst uit. Zij hebben plaats in de tijd van de grote oogst van voedsel, in de herfst van het jaar.

Het vierde feest, een enkele heilige dag, is het Trompetten-feest.

Het beeldt de komst van Christus uit in opperste macht en heerlijkheid om alle naties te regeren—en om geestelijk behoud voor allen die dan leven mogelijk te maken.

Het vijfde jaarlijkse feest is nog een enkele heilige dag—een vastendag. Deze wordt in de Bijbel de Verzoendag genoemd en door het Judaïsme gevierd als “Yom Kippur.” Deze zeer plechtige dag beeldt de verbanning uit van Satan door Christus, opdat de mensheid eindelijk met God verzoend kan worden. Daarom heet deze dag de Verzoendag. In het Engels ‘atonement’ (verzoening). We kunnen het echter ook lezen als at-one-ment (éénmaking). Een mensheid die van God is afgesneden, kan pas met Hem verzoend (ééngemaakt) worden als Satan is verwijderd en allen—als zij dat willen—door God tot geestelijk behoud in Christus geroepen en getrokken zullen worden.

Vijf dagen later volgt gedurende zeven dagen het Loof-huttenfeest. Dit feest beeldt de belangrijkste geestelijke oogst uit die gedurende de duizend jaar zal plaatsvinden, wanneer Christus en zij die zich hebben gekwalificeerd alle volkeren zullen regeren. Satan zal verbannen zijn—in de bijbels symbolische “afgrond”. Het overwinnen van Satan zal dan uiteraard niet langer een vereiste zijn. De eerste van deze zeven dagen is een jaarlijkse sabbat.

Dan volgt op de dag na het Loofhuttenfeest een apart feest van één dag de zevende jaarlijkse sabbat.

Dit feest symboliseert een opstanding ten oordeel van allen die tevoren nooit door God zijn geroepen—allen die ooit hebben geleefd—miljarden die leefden onder Satans heerschappij en ongeroepen zijn gestorven, terwijl zij geestelijk noch “verloren” noch “behouden” waren. Deze miljarden zullen sterfelijk worden opgewekt—precies zoals zij waren—mensen van vlees en bloed. Dan zullen zij terugzien op de 6000 jaar van Satans heerschappij—van overtreding, zonde en onvermijdelijk lijden, angst en dood. Dan zal God hen voor het eerst roepen. Satan zal voor altijd verbannen zijn. Maar zij zullen nog altijd hun eigen beslissingen moeten nemen.

Zij zullen het verleden voor ogen hebben van 6000 jaar wereldomvattend kwaad veroorzaakt door Satan, en dat van de 1000 jaar waarin de mensheid door Christus en de onsterfelijke heiligen is onderwezen, en zij kunnen dan de vergelijking maken.

Wij mogen hopen dat nagenoeg iedereen, zo niet allen, aan Gods roepstem gehoor zullen geven, en geestelijk behoud en eeuwig leven zullen ontvangen.

Maar dat is nog niet alles.

Daarna (Openbaring 20:13) zal er een laatste opstanding volgen van hen die gedurende deze 7000 jaar tot geestelijke verlos­sing waren geroepen, maar die Gods liefhebbende barmhartigheid hadden verworpen en, ofschoon zij de waarheid kenden, rebelleer­den. Dan zullen zij geacht worden zich volledig te realiseren wat zij verworpen hebben en waartegen zij in opstand zijn gekomen. Zij zijn allen eens gestorven en nu zullen zij de tweede en laatste, eeuwige dood sterven, in de poel des vuurs, beschreven in 2 Petrus 3:7, 10.

Maar hun dagen van lijden zullen voorbij zijn zoals is geopenbaard in Maleachi 4:1-3. Hun zal wortel noch tak gelaten worden—zij zullen stof of as zijn onder de voetzolen van hen die leven. Zij zullen worden als hadden zij nooit bestaan (Obadja 16-17).

Maar voor de behouden onsterfelijken zal “de dood niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan” (Openbaring 21:4).

Wordt vervolgd...

Ihp Nl