Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Achttiende deel)

Samuel Ferrara/Unsplash

Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Achttiende deel)

Mysterie der eeuwen - Hoofdstuk 7

Vervolgd van Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Zeventiende deel)

Verbazingwekkend?—het hele universum zal worden vernieuwd

Tracht dit goed te begrijpen. Waarom zou het gehele universum—de schepping—met reikhalzend verlangen wachten op de daadwerkelijke geboorte, het openbaar worden van al deze zonen van God die in Gods gezin zullen worden geboren? De daaropvolgende verzen geven een beeld van een heelal vol hemellichamen in een staat van verval en nutteloosheid—alsof ze aan deze dode toestand onderworpen zijn, echter in hoop! „Omdat ook de schepping zelf [het universum is nu niet in staat leven in stand te houden] van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods.”

Hoe komt het dat alle planeten in deze staat van verval zijn geraakt? God heeft ze beslist niet zo geschapen!

Verval duidt op een staat of toestand veroorzaakt door degeneratie en ontbinding van een eerdere niet vervallen toestand. God schiep deze planeten dus in een staat van niet-verval.

Er is echter iets gebeurd waardoor het verval is begonnen.

Wat kan van al deze „dienstbaarheid aan de vergankelijkheid” de oorzaak zijn geweest?

Het kan niet de toestand zijn waarin God ze schiep! Uit alles wat wij in Gods geopenbaarde Woord over Gods schepping lezen blijkt dat deze volmaakt was. De aarde is geschapen als een volmaakte schepping van schitterende schoonheid.

Vóór de schepping van de mens evenwel werd de aarde door engelen bewoond. Engelen, die volmaakt waren vanaf hun schepping totdat er ongerechtigheid of wetteloosheid in hen werd gevonden, waren er de oorzaak van dat het hele oppervlak van de aarde in een toestand van verval, wanorde en leegte terechtkwam, zoals in hoofdstuk 2 is aangetoond.

Zou het hele universum met de ontelbare andere planeten zijn geschapen om uiteindelijk leven in stand te kunnen houden? Dit wordt ons niet met zoveel woorden in Gods geopenbaarde Woord gezegd, maar wat wij erin lezen werpt meer licht op de vraag waarom God besloot de mens te scheppen!

Wij lezen verder in Romeinen 8:22: „Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping [het universum] in al haar delen zucht en in barensnood is.” Hier wordt de schepping vergeleken met een vrouw die op het punt staat een kind te baren. De schepping wordt beschreven als zuchtend in barensnood (vs. 20-22), in afwachting van de geboorte van de kinderen van God. Het is alsof de schepping (het heelal) de moeder, en God de vader is.

De strekking van deze verzen is in elk geval dat, als wij (bekeerde mensen) uit God zijn geboren, en dan de kracht en glorie van God zullen bezitten, wij datgene zullen doen wat God deed, toen deze aarde „woest en ledig” was (tohu wa bohu in het Hebreeuws van Genesis 1:2). Toen Christus het gelaat van de aardbodem vernieuwde (Psalmen 104:30), vernieuwde Hij wat door de opstand van de zondigende engelen was vernietigd.

Wat deze wonderbaarlijke passages impliceren gaat veel verder dan de geopenbaarde woorden als zodanig.

Deze passage duidt precies op datgene waarop ook de astronomen en wetenschappelijke gegevens wijzen: de zonnen zijn als vuurballen die licht en warmte afgeven; maar de planeten, met uitzondering van de aarde, verkeren in een toestand van levenloosheid, verval en nutteloosheid. Maar niet voor eeuwig: zij wachten tot de tijd waarop bekeerde mensen zullen worden geboren als kinderen van God, geboren in de heilige Godfamilie die het Koninkrijk van God zal vormen.

Het evangelie van Jezus gaat over het koninkrijk van God. Christus’ evangelie van het koninkrijk bevat in feite alle kennis die hier wordt geopenbaard: het gehele universum zal worden beheerd door ons, die, met God de Vader en met Christus, het Koninkrijk van God zullen vormen.

God is in de eerste plaats Schepper, maar Hij is tevens Heerser. En Hij is de Leraar die kennis openbaart die het menselijk verstand onmogelijk uit zichzelf kan begrijpen!

Indien u alle teksten die ik in dit hoofdstuk heb geciteerd in samenhang met elkaar beschouwt, zult u een idee krijgen van het ongelooflijke potentieel van de mens. Ons potentieel is te worden geboren in het gezin van God en totale macht te ontvangen! Wij zullen gezag over het gehele universum krijgen!

Wat zullen wij dan doen? Deze teksten wijzen erop dat wij leven zullen schenken aan miljarden dode planeten, zoals leven is geschonken aan de aarde. Wij zullen scheppen, op aanwijzing en instructie van God. Wij zullen tot in alle eeuwigheid regeren! Openbaring 21 en 22 laten zien dat er dan geen pijn, geen lijden, geen kwaad meer zal zijn, want wij hebben dan geleerd Gods weg van het goede te kiezen. Het zal een eeuwig leven van scheppen zijn; wij zullen voortdurend in grote vreugde vooruitzien naar nieuwe scheppingsprojecten, en ook terug­zien op wat wij hebben volbracht, in geluk en vreugde over wat wij reeds tot stand zullen hebben gebracht.

Nooit zullen wij moe of lusteloos worden. Wij zullen steeds levenslustig zijn—vol energie, vitaliteit, bruisend leven, kracht en macht!

De aarde wordt hoofdkwartier van het Universum

Tenslotte zal zelfs God de Vader naar deze aarde komen. Zijn troon over het gehele universum zal op deze aarde worden gevestigd.

In 1 Corinthe 15:24 staat, nadat er is gesproken over de verschillende opstandingen: „Daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.”

In Openbaring 21:3 (SV): „En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.”

En verder in Openbaring 22:3: „En niets vervloekts zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en Zijn dienstknechten zullen Hem vereren [dienen—SV].”

Wanneer er wordt gesproken over God en het Lam, vertegenwoordigt het Lam Christus en God verwijst naar de Vader.

Tenslotte zal de verzoening of eenmaking volledig zijn. Zowel God de Vader en de Zoon Jezus Christus in ons, als wij verenigd zijn met Hen in de ene, machtige, soevereine Godfamilie.

Hoeveel wonderbaarlijker dan het uitdrukkingsvermogen van woorden is de glorie van God en Zijn wonderbaarlijke plan dat op dit ogenblik in uitvoering is. De lof, de eer en de glorie zijn voor God en voor Jezus Christus tot in alle eeuwigheid.

Als Gods grote meesterplan van 7000 jaar tenslotte voltooid is—als het mysterie der eeuwen tenslotte onthuld is—als het herscheppen van het onmetelijke universum en de eeuwigheid voor ons liggen, staan wij tenslotte aan

HET BEGIN.

Moa Ad Nl