Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Twaalfde deel)

Ben Guerin/Unsplash

Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Twaalfde deel)

Mysterie Der Eeuwen - Hoofdstuk 7

Vervolgd van Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Elfde deel)

De organisatie van de regering

God heeft ons niet met zoveel woorden verteld hoe Zijn komende superregering over de wereld precies zal zijn georganiseerd. Hij heeft ons echter wel een globaal schema gegeven. Hij heeft specifiek gezegd op welke plaats veertien hoge bestuurders (met inbegrip van Christus) zullen komen. En op grond hiervan kunnen wij een groot deel van de overige bestuurlijke structuur afleiden. Wat duidelijk is geopenbaard bevat op z’n minst sterke aanwijzingen voor een groot deel van de komende regeringsstructuur.

Wij weten dat het de Regering van God zal zijn. De Almachtige God, de Vader van Jezus Christus, is de Hoogste Wetgever en staat boven Christus en alles wat is. Wij weten dat Christus Koning der koningen en Heer der heren zal zijn, over zowel de kerk als de staat, die door Hem verenigd zullen zijn.

Wij weten dat koning David van het oude Israël (bijzonderheden later) koning wordt over de twaalf grote naties die uit de letterlijke afstammelingen van de twaalf stammen van Israël zijn samengesteld. Wij weten dat elk van de twaalf apostelen koning zal zijn, en op een troon zal zitten, over een van die uit de stammen van Israël voortgekomen naties.

Wij weten dat het een regering van bovenaf zal zijn. Er zal een duidelijke gezagsketen zijn. Niemand wordt door het volk gekozen. Sterfelijke mensen hebben bewezen niet te kunnen oordelen over kwalificaties, en evenmin het innerlijk, het hart, de bedoelingen en bekwaamheden van mensen te kennen. Allen zullen op goddelijke wijze van bovenaf worden aangesteld. Iedereen die een gezaghebbende positie bekleedt zal iemand zijn die tot onsterfelijkheid is opgestaan en uit God is geboren—geen mensen van vlees en bloed meer.

Met dit in gedachten en in de wetenschap dat Abraham (naar de mens gesproken) de vader is van allen die van Christus en erfgenaam van het behoud zijn, wordt het duidelijk dat Abraham een hogere machtspositie in Gods Koninkrijk krijgt dan David, en dat hij over zowel Israëlieten als heidenen zal worden aangesteld. Hij is de „vader” van zowel de heidense bekeerlingen als de Israëlieten.

Bovendien noemt de Bijbel herhaaldelijk de combinatie „Abraham, Izaäk en Jacob” en neemt deze tezamen als een team dat „de vaderen” wordt genoemd. De beloften werden immers opnieuw aan Izaäk en Jacob, wiens naam in Israël werd veranderd, gedaan.

Wat is geopenbaard wijst er dus op dat Abraham, Izaäk en Jakob in de komende wereldregering van God onder Christus zullen functioneren als het hoogste team met Abraham als leider.

Jezus heeft zelf uitdrukkelijk gezegd dat Abraham, Izaäk en Jacob in dat glorieuze en verheerlijkte Koninkrijk zullen zijn (Lukas 13:28).

Jozef heeft zich op heel bijzondere wijze gekwalificeerd maar wij komen later op hem terug.

Zowel kerk als staat

Nog een principe wordt in Gods Woord duidelijk: kerk en staat zullen onder Christus verenigd zijn. Er komt één regering, over alle naties. Er zal één Kerk zijn, één God, één godsdienst, één stelsel van onderwijs, één maatschappelijke orde. En zij zullen worden verenigd, zoals in Gods oorspronkelijke schema voor het oude Israël.

Drie mannen—Petrus, Jacobus en Johannes, van de oorspronkelijke twaalf discipelen—hadden het voorrecht om in een visioen het Koninkrijk van God te aanschouwen (Mattheüs 17:9). In dit visioen onderging Jezus, die persoonlijk bij hen was, een gedaanteverandering: Hij verscheen als de verheerlijkte Christus. Zijn gelaat begon te stralen als de zon, Zijn kleren werden wit als het licht. Twee anderen verschenen met Hem in dit visioen, dit glimpje van het komende Koninkrijk, en wel Mozes en Elia. In het visioen stelden deze twee de functies van staat en kerk voor, met en onder Christus, zoals het in Gods koninkrijk zal zijn. Zowel Mozes als Elia kwalificeerden zich tijdens hun leven voor een zeer hoge plaats in het Koninkrijk van God.

Mozes was degene door wie Christus (zeker, Hij was de God van het Oude Testament, vele bijbelteksten bewijzen dit) de wetten en instellingen voor de natie Israël gaf. Mozes kreeg zijn opleiding als zoon van een farao (koning van Egypte). Zijn opleiding en ervaring deed hij zowel onder de heidenen als onder de Israëlieten op.

Elia wordt meer dan wie ook in de Bijbel voorgesteld als de profeet die de eredienst van de ware God herstelde, en tevens gehoorzaamheid aan Zijn geboden. Toen Elia koning Achab beval om „heel Israël” op de berg Karmel te verzamelen, met de profeten van Baäl en Asjera [ook wel Astarte of Ishtar, waarvan het Engelse Easter (Pasen) komt] (1 Koningen 18:19-21), zei hij:

„Hoelang zult gij aan beide zijden mank gaan? Indien de Here God is, volgt Hem na; maar indien het Baäl is, volgt hem na” (vers 21). En toen na Elia’s 18 seconden durende gebed (vs. 36‑37) het vuur door een wonder uit de hemel viel en Elia’s offer verteerde, toen viel het volk ter aarde en zei: „De Here, die is God! de Here, die is God!” (vs. 39.)

Het visioen van de gedaanteverandering (Mattheüs 16:27 t/m 17:9) gaf de apostelen Petrus, Jacobus en Johannes een voorproefje van Christus’ komst in Zijn Koninkrijk—zoals Hij zal komen. Dit wijst erop dat Mozes en Elia de hoofden, onder Christus, van de staat of de centrale wereld­regering (Mozes) en de kerk of de godsdienstige activiteiten (Elia) zullen zijn.

Deze twee mannen zijn dan, evenals de „vaderen” Abraham, Izaäk en Israël, tot onsterfelijkheid, in macht en glorie opgestaan. Dit zijn beslist aanwijzingen dat Mozes en Elia onder Christus als de Koning der koningen en onder Christus’ hoogste bestuurscollege, de „vaderen”, zullen staan; Mozes als hoofd van alle nationale en internationale regeringen, en Elia als hoofd van alle georganiseerde kerkelijke, godsdienstige en onderwijskundige activiteiten.

In wezen is de groei van het evangelie en de godsdienst een kwestie van geestelijk onderwijs. En het is veelbetekenend dat Elia drie scholen had georganiseerd en bestuurd (2 Koningen 2:3, 5; 4:38; te Bethel, Jericho en Gilgal) waar hij Gods waarheid onderwees in een wereld die door bedrieglijke heidense leringen was ontaard.

Vervolgd op Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Dertiende deel)

Moa Ad Nl