Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Kijken naar het Nieuwe Jeruzalem (Tweede deel)

John Smith/Flickr

Kijken naar het Nieuwe Jeruzalem (Tweede deel)

Jeruzalem in Profetie (Hoofdstuk Vier)

Vervolg van Kijken naar het Nieuwe Jeruzalem (Eerste deel)

Delen van Gods Troon

De glorierijke toekomst van Jeruzalem zal niet eindigen na de duizend jaar van het Millennium. God zegt ons dat het een speciaal doel zal hebben tot in alle eeuwigheid.

Christus zal over de wereld heersen vanaf Davids troon. “Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven, en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen.” (Lucas 1:32-33). Die troon staat in London, Engeland, vandaag. Het fysieke deel van die troon bevindt zich in de Westminster Abbey. Nadat Christus terug komt, zal de troon terug gebracht worden naar Jeruzalem. Daar zal een eindeloze groei zijn van Gods regering. Deze zal voor eeuwig groeien! Het zal zich uitbreiden over het heelal—vanaf de troon van David in Jeruzalem! Het is zo moeilijk voor ons verstand om eeuwige heerschappij en eeuwige groei te vatten.

Gods mensen vandaag hebben deze heelal-schokkende visie van Gods Familie die groeit tot in de eeuwigheid. Zij erkennen dat de Vader het Hoofd van Zijn Familie is. Zij geloven en gehoorzamen hun Vader. Zij onderwerpen zich aan Hem als het Hoofd van de Familie-regering. Dat betekent dat God hen impliciet kan vertrouwen en hen kan gebruiken om voor eeuwig die Familie-regering te verspreiden.

Wij hebben deze visie nodig om de ontberingen die gaan komen te doorstaan. “Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, in gehoorzaamheid getrokken naar een plaats, die hij ter erfenis zou ontvangen, en hij vertrok, zonder te weten waar hij komen zou. Door het geloof heeft hij vertoefd in het land der belofte, als in een vreemd land, waar hij in tenten woonde met Isaak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte.” (Hebreeën 11:8-9). Deze gelovige mannen wisten dat onze lichamen tijdelijk zijn—zoals tabernakels. We moeten een visie hebben die verder reikt dan dit leven en zelfs verder dan het Millennium! “Want hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is” (vers 10). Abraham zag het nieuwe Jeruzalem en Gods Familie. Dat is de reden dat hij zijn verbondszoon kon offeren. Hij wist dat het graf Isaak niet vast zou kunnen houden.

Abraham staat bekend als de vader van de gelovigen (Galaten 3:7). Hij heeft een voorbeeld gegeven van rechtvaardige gehoorzaamheid. Hij keek uit naar de stad gebouwd door God de Vader. Sta eens stil bij de geestelijke diepgang van deze man! Hij was in staat verder te kijken dan de huidige wereld, verder zelfs dan al de overvloedige fysieke beloftes van God, en richtte zich op de fantastische geestelijke beloftes van het nieuwe Jeruzalem. Abraham werd gemotiveerd door de visie van het compleet worden van Gods Familie. Abraham leefde voor de tijd dat Gods regering zich over het heelal zou verspreiden.

Hoe ver reikt uw doel? Strekt het zich uit tot het nieuwe Jeruzalem? Als onze doelen egoïstisch zijn, dan zullen we ons beroerd voelen en ongelukkig zijn. Maar deze visie zal ons vervullen met vreugde.

Lees Hebreeën 11 en zie hoe deze mannen en vrouwen leefden en stierven voor God. Het is omdat ze de visie hadden van het nieuwe Jeruzalem!

Nieuw Jeruzalem

Verschillende verzen in Jesaja 33 bewijzen dat de rechtvaardigen in Sion, Gods ware Kerk, in staat zijn, net als Abraham, om helemaal tot aan het nieuwe Jeruzalem te kijken. “Aanschouw Sion, de stad onzer feestelijke bijeenkomsten. Uw ogen zullen Jeruzalem zien als een veilige woonstede, als een tent die niet verplaatst wordt, waarvan de pinnen nimmermeer uitgerukt worden en geen van de koorden ooit losgerukt wordt. Daar echter is de Here heerlijk voor ons: een plaats van rivieren en van brede stromen; geen roeiboot zal daarop varen en geen sierlijk jacht ze doorklieven. (Jesaja 33: 20-21). Na het Millennium, zullen we een nieuw Jeruzalem zien. De prachtige schoonheid van dat nieuwe Jeruzalem wordt hier beschreven.

Op dat moment, zal Jeruzalem een rustige woonplaats zijn. Sommigen denken wellicht dat deze verzen verwijzen naar het Jeruzalem van het Millennium, maar let op: Jeruzalem wordt beschreven als een “tabernakel die niet verplaatst wordt (Statenvertaling).” Het Jeruzalem van het Millennium zal afgebroken worden in het laatste vuur voordat Christus het Koninkrijk van God aan de Vader overgeeft (1 Corinthiërs 15:24; 2 Petrus 3:10-13; Openbaring 20:14-15). Het hele oppervlak van de aarde zal verbrand worden, met inbegrip van de prachtige stad van het hoofdkwartier. Maar het Jeruzalem beschreven in Jesaja 33 is een tabernakel die niet afgebroken zal worden. Dit kan alleen maar verwijzen naar het nieuwe Jeruzalem, dat voor eeuwig blijft.

“En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is (Openbaring 21:1-2).

Nadat Christus de zonden van deze wereld heeft weggenomen, zal de Vader komen om over Zijn Familie te heersen vanuit het nieuwe Jeruzalem. “En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn…. En hij voerde mij weg in den geest op een groten en hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God. En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was den allerkostelijksten steen gelijk, namelijk als den steen Jaspis, blinkende gelijk kristal…. En ik zag geen tempel in dezelve; want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. (verzen 3, 10-11, 22-23 Statenvertaling). Onze Vader smacht er naar bij Zijn Familie te zijn. God de Vader zal in het nieuwe Jeruzalem wonen met ons.

God biedt ons zoveel aan. “Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam.” (Openbaring 3:12). God biedt ons een kans aan om met Christus en de Vader voor eeuwig in Jeruzalem te heersen!

Velen van Gods eigen mensen zullen dat doel niet bereiken. “En schrijf aan de engel der gemeente te Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping Gods: Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen.” (verzen 14-16). God waarschuwt hen vanwege hun verschrikkelijke geestelijke conditie. “Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.” (verzen 19-20). Diegenen die God helpen te “bestraffen,” of te waarschuwen, en te “kloppen” zullen voor eeuwig delen in Gods troon in Jeruzalem!

“Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.” (vers 21). Gods volk wordt nu getraind om voor de hele eeuwigheid met Christus te heersen vanuit Jeruzalem. Wat een geweldige toekomst. Zult u bij die groep behoren? “Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt” (vers 22). Ik hoop dat we allemaal naar Gods Geest luisteren! 

Jip Nl Bo