Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Israëls Dodelijke “Wond” (Vierde deel)

Olivier Pacteau/Flickr

Israëls Dodelijke “Wond” (Vierde deel)

Jeruzalem in Profetie (Hoofdstuk Twee)

Vervolg van Israëls Dodelijke “Wond” (Derde deel)

Midden-Oosten Explosie Spoedig

Veel inlichtingendiensten zien in dat er geen vrede in Israël zal zijn. Zie hier wat de Intelligence Digest van 1 maart, 1996 stelde: “De neiging van mensen om onaangename waarheden te negeren is één van de meest schadelijke menselijke eigenschappen. Helaas is er maar al te nadrukkelijk bewijs van in het Midden-Oosten vredesproces.”

De redacteur ging door met het citeren van Yasser Arafat uit een geheime toespraak die hij had gehouden in mei 1994 in Johannesburg, Zuid-Afrika. Arafat deed een oproep voor een heilige oorlog om Jeruzalem te bevrijden. En ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse vredesakkoord zei hij: “Dit akkoord beschouw ik niet meer dan het akkoord dat was getekend tussen onze Profeet Mohammed en de Quraysh.”

Verder uit de Intelligence Digest: “Dit was een verwijzing naar het non-agressiviteits-akkoord dat Mohammed tekende met de Quraysh-stam die Mekka bestuurde. Twee jaar later, schond Mohammed het akkoord, veroverde Mekka en doodde de leiders van de stam.”

Merk ook op wat Arafat zei in begin 1996 tegen een groep Arabische diplomaten in Zweden: “[Israëlisch Premier Shimon] Peres en [Israëlisch onderhandelaar Yossi] Beilin hebben ons al de helft van Jeruzalem beloofd [maar] wij Palestijnen zullen alles overnemen, met inbegrip van heel Jeruzalem …. Binnen vijf jaar zullen we 6 tot 7 miljoen Arabieren hebben die op de Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem wonen …. Als de Joden allerlei types Ethiopiërs, Oezbekistaners en Oekraïners als Joden kunnen importeren, kunnen wij alle types Arabieren importeren …. We zijn van plan de Staat Israël te elimineren en een Palestijnse staat te stichten …. We zullen het leven voor de Joden ondragelijk maken door psychologische oorlogsvoering en een bevolkingsexplosie. Joden zullen niet tussen Arabieren willen wonen.”

In maart 2001, na maanden van botsingen tussen Arabieren en Joden, werd Arafat geciteerd die zei: “Onze mensen zullen doorgaan met de Aksa intifada totdat we de Palestijnse vlag hijsen in elke moskee en kerk en op de muren van Jeruzalem.”

De situatie is maar weinig veranderd sinds Arafat is overleden. Zijn opvolger als Palestijns leider, Mahmoud Abbas, kan een leiderschapsrol gewoon niet handhaven, tenzij hij de aan geest tegemoet komt van de overweldigende meerderheid van Palestijnen die het bestaan van Israël afwijzen.

Zoals nu blijkt, lijkt het er sterk op dat ondanks zijn gematigde imago, dit niet echt te moeilijk is voor Abbas. “Abu Mazen [de populaire naam voor Abbas onder Palestijnen] was een Arafat-makker en komt voort uit de Palestijnse elite. Hij heeft consequent de anti-Israël agenda van de harde lijn aangehouden sinds zijn studentenjaren. Zijn doctoraal proefschrift was een regelrechte poging om de Holocaust te ontkennen en erop gericht om te bewijzen dat Zionisme en het Nazisme takken van dezelfde boom zijn. … Abu Mazen mag dan een pak dragen, terwijl Arafat een gevechtstenue droeg, maar veel van hun wereldbeschouwing is toch dezelfde—de vernietiging van Israël blijft op hun agenda staan” (Philadelphia Daily News, 8 januari, 2005).

Verre van het afkeuren van zijn terroristische voorganger, grijpt Abbas in feite terug op Arafats nalatenschap om aan extra gezag te winnen. In zijn campagnetoespraken vóór de verkiezingen riep hij op tot hetzelfde “recht van terugkeer” dat Arafat omarmde, en dat, zoals de New York Sun het uitdrukte, de “code voor de vernietiging van de Joodse staat” is (31 december, 2004).

Abbas heeft bijval gekregen voor zijn pogingen om terroristgroepen zoals Hamas en Islamitische Jihad te dwingen hun dodelijk geweld te beteugelen. Velen zijn bereid geweest om zijn openbare anti-Israël retoriek en uitdrukkingen van solidariteit met terroristen af te doen als louter politiek.

Charles Krauthammer stelde hierover de vraag: “Hoe zit ‘t met Abbas’ verzet tegen geweld waar hij zo over opschept? Op 2 januari [2005] zegt hij tegen Hamas-terroristen die raketten afvuren die Joodse dorpsbewoners binnen Israël verminken en doden, ‘Dit is niet het moment voor dit soort handelingen.’ Dit is een interessante ‘verwerping’ van terrorisme: Niet vandaag, jongens; misschien later, als het juiste moment daar is” (Washington Post, 7 jan. 2005).

Daniel Pipes gaf als commentaar: “Meneer Abbas laat tactische flexibiliteit zien. Anders dan Arafat, die nooit het terroristeninstrument kon loslaten dat hem welvaart, macht en glorie had gebracht, beschouwt de heer Abbas de situatie meer overtuigend. Als het stoppen van geweld tegen Israël zijn doel van het elimineren van de Joodse soevereine staat het beste dient, dan is dat zijn programma. Wat hij laatst op zo’n charmante wijze de ‘Zionistische vijand’ noemde, accepteert hij net zo min als Arafat dat deed, (of Hamas, of de Palestijnse Islamitische Jihad), maar hij is open voor een veelvoud aan middelen om het te vernietigen” (New York Sun, Jan. 11, 2005).

Die vaststelling werd ondersteund door de methode die Abbas gebruikte om de terroristen te beteugelen—niet door hard tegen hen op te treden, maar door ze uit te nodigen om politici te worden. Op 16 februari 2005, kondigde Abbas aan dat, in de woorden van Stratfor: “hij het delen van nationaal leiderschap met Hamas, jihad organisaties, en openbare en democratische fronten ondersteunt ….” Maar Hamas en andere jihad-groepen baseren hun bestaan openlijk op oorlog tegen Israël. Ze zijn precies de bron van het probleem.

In januari 2006, ging Hamas niet alleen maar de politiek in, maar nam de regering over, met het winnen van 74 van de 132 parlementszetels. Een door Hamas geleide Palestijnse eenheidsregering gevormd in maart 2007, werd met succes ontbonden toen Hamas drie maanden later met geweld de Gazastrook overnam.

Uiteindelijk, wie ook maar aan de macht is onder de Palestijnen, zal er geen vrede zijn in het Midden-Oosten zolang er groepen zijn die actie voeren voor de vernietiging van Israël. De Palestijnen zijn duidelijk niet geïnteresseerd in het bewerkstelligen van vrede met Israël! Maar Israël is zo oorlogsmoe en verblind door wishful thinking, dat het de realiteit niet onder ogen wil zien! Het is naïviteit die tot een ramp van ongekende omvang voert. Het is gemakkelijk om in te zien waarom God het vredesproces een “dodelijke wond” noemt. 

Vervolg op Israëls Dodelijke “Wond” (Vijfde deel)

Jip Nl Bo