Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Het “Slangespoor” (Eerste Deel)

Grant Ritchie/Unsplash

Het “Slangespoor” (Eerste Deel)

De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën (Hoofdstuk Zes)

Vervolg van  Israëls Nieuwe Land (Eerste Deel)

Het bewijs dat onze blanke Engelstalige volken—Groot-Brittannië en Amerika—vast en zeker de echte stammen van het eerstgeboorterecht Efraïm en Manasse van het “verloren” Huis van Israël zijn, is zo overweldigend veel dat wij in dit boekje slechts voor een klein deel van dat ­bewijs plaats kunnen inruimen.

Een zeer interessant feit is de Hebreeuwse betekenis van de namen van het Britse volk.

Brittannië’s Hebreeuwse Namen

Het Huis van Israël is het verbondsvolk. Het Hebreeuwse woord voor verbond is beriyt, of berith. Na de dood van Gideon volgde Israël de heidense afgod Baäl. In Richteren 8:33 en 9:4 wordt het woord “verbond”, samen met Baäl, als een eigennaam gebruikt. Deze wordt meestal onvertaald weergegeven als “Baäl-Berith”, dat “Heer [afgod] van het Verbond” betekent.

Het Hebreeuws voor “man” is iysh of ish. In het Engels betekent de uitgang “-ish” van of behorend tot (een bepaald volk of individu). In de spelling van de oorspronkelijke Hebreeuwse taal werden klinkers nooit weergegeven. Dus, met weglating van de klinker ‘e’ in berith, maar met behoud van de ‘i’ in de verengelste vorm om de ‘y’-klank te bewaren, hebben we het verengelste Hebreeuwse woord voor verbond: brith. De Hebreeën spraken evenwel de ‘h’ nooit uit. Ook vandaag zal nog menige Jood de naam ‘Shem’ uitspreken als ‘Sem’. Toevallig (?) is dit oude Hebreeuwse trekje tevens een hedendaags Brits trekje. Het Hebreeuwse woord voor ‘verbond’ wordt , in zijn ver­engelste vorm, dus uitgesproken als brit.

En het woord voor ‘verbondsman’ of ‘verbondsvolk’ is dus eenvoudig ‘brit-ish’. Is het dan louter een samenloop van omstandigheden dat de hedendaagse naam van het ware verbondsvolk “the British” (de Britten) is? En zij hebben hun woonplaats op de “British Isles” (de Britse eilanden)! Het Huis van Israël zou niet alleen zijn identiteit, maar ook zijn naam verliezen. Het zou met een nieuwe naam worden genoemd, aangezien zij niet langer zouden weten dat hun identiteit Israël is, zoals God in Jesaja 62:2 met verwijzing naar deze laatste dagen duidelijk had gezegd.

Tot Abraham zei God: “In Izak zal uw zaad genoemd worden” (SV) en deze naam wordt in Romeinen 9:7 en Hebreeën 11:18 herhaald. In Amos 7:16 worden de Israëlieten het “Huis van Izak” genoemd. Ze stamden van Izak af en zijn daarom Izaks zonen. Laat de ‘i’ van ‘Izak’ vallen (in de Hebreeuwse spelling worden immers geen klinkers gebruikt) en wij hebben de hedendaagse naam “Saac’s sons”, dat wordt samengetrokken tot “Saxons” (Saksen)!

Dr. W. Holt Yates zegt: “Het woord ‘Saxons’ is afgeleid van de ‘sons of Isaac’ door het laten wegvallen van de prefix ‘I’.”

Dan, een “Slangespoor”

Omdat de Here wilde dat het ‘verloren’ Israël in deze laatste dagen zou worden opgespoord en gevonden, mogen wij verwachten een soort tekens of wegwijzers aan te treffen langs het pad dat het oude Israël volgde op zijn reis vanuit Assyrië, het land van hun ballingschap.

Sprekend tot Efraïm (vs. 20) zegt de Here in Jeremia 31:21: “Richt u merkstenen op, zet u wegwijzers neer, zet uw hart op de heerbaan, de weg die gij gaat”. In de Bijbel vinden wij de ‘wegwijzers’ die zij langs hun weg hebben opgesteld.

In Genesis 49:17 zegt Jacob, als hij voorspelt wat elk der twaalf stammen zou overkomen: “Moge Dan een slang op de weg zijn.” Een andere en betere vertaling van het oorspronkelijke Hebreeuws is: “Dan zal een slangespoor vormen.” Het is een opmerkelijk feit dat de stam van Dan, een van de tien stammen, iedere plaats waar zij kwam naar stamvader Dan noemde.

Oorspronkelijk bewoonde de stam van Dan een strook land langs de kust van de Middellandse Zee ten westen van Jeruzalem. “Daar het gebied der Danieten hun te klein geworden was,” lezen we in Jozua 19:47, “trokken de Danieten op en streden tegen Lesem. Zij veroverden het … en gaven aan Lesem de naam Dan, naar de naam van hun vader Dan.”

In Richteren 18:11-12 staat dat de Danieten Kirjath-Jearim veroverden en het vervolgens “Mahane-Dan” noemden. Kort daarna kwam ditzelfde gezelschap van 600 gewapende Danieten te Laïs, zij veroverden het, en “noemden de stad Dan, naar de naam van hun stamvader Dan” (vs. 29). Zo zien wij hoe deze Danieten hun “slangespoor” langs de weg achterlieten—hoe zij wegwijzers oprichtten, waardoor men hen vandaag op het spoor kan komen.

Vergeet niet dat in het Hebreeuws de klinkers niet werden geschreven. De klinkers moesten bij het spreken worden aangevuld. Zo kan het woord ‘Dan’ dus eenvoudig gespeld zijn als ‘Dn’ en dus worden uitgesproken als ‘Dan’, ‘Den’, ‘Din’, ‘Don’, of ‘Dun’—en daarbij kan het steeds dezelfde ­oorspronkelijke Hebreeuwse naam zijn.

Voor de Assyrische ballingschap bezat de stam Dan in het Heilige Land twee verschillende districten of provincies. Eén kolonie woonde langs de kust van Palestina. Ze bestond hoofdzakelijk uit zeelieden, en er staat dat “Dan … toefde bij [in] de schepen” (Richt. 5:17).

Toen Assyrië Israël veroverde, ontkwamen deze Danieten in hun schepen en voeren over de Middellandse Zee naar het westen en verder naar het noorden naar Ierland. Vlak voor zijn dood profeteerde Mozes over Dan: “Dan is een leeuwenwelp, die uit Basan te voorschijn springt” (Deut. 33:22). Langs de kusten van de Middellandse Zee lieten zij hun spoor achter in namen met ‘Den’, ‘Don’ en ‘Din’.

De Ierse annalen en geschiedenis tonen dat de nieuwe bewoners van Ierland in diezelfde tijd de “Tuatha de Danaans” waren, dat de “Stam van Dan” betekent. Soms verschijnt hun naam als “Tuatha De”, dat “volk van God” betekent. En in Ierland zien wij dat zij de volgende “wegwijzers” achterlieten: Dans-Laugh, Dan-Sower, Dun-dalk, Dun-drum, Don-egal Bay, Don-egal City, Dun-gloe, Din-gle, Duns-mor (dat meer der Danieten betekent). Bovendien betekent de naam Dunn in het Iers hetzelfde als Dan in het Hebreeuws, nl. rechter.

De noordelijke kolonie van de Danieten werd echter in ballingschap naar Assyrië gevoerd en vandaar vertrokken zij met de rest van de tien stammen langs de route over land.

Na de Assyrische ballingschap bewoonden zij enige tijd het land in de buurt van de Zwarte Zee. In dat gebied vinden we de rivieren de Dnjepr, de Dnjestr en de Don.

Vervolgens vinden we in zowel oudere als meer recente aardrijkskunde deze wegwijzers: Don-au, de Dan-inu, de Dan-aster, de Dan-dari, de Dan-ez, de Don, de Dan en de U-don; de Eri-don, tot aan de Denen. Denemarken betekent “Dans merk”.

Toen zij op de Britse Eilanden kwamen, hebben zij ‘wegwijzers’ opgericht als Dun-dee, Dun-raven; in Schotland zijn de ‘Dans’, ‘Dons’ en ‘Duns’ even vaak voorkomend als in Ierland. Het ‘slangespoor’ van Dan bestaat dus uit wegwijzers die regelrecht naar de Britse Eilanden leiden!

Wordt vervolgd …

Usbp Nl Bo