Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Het Mysterie van Israël (vierde deel)

NASA/Unsplash

Het Mysterie van Israël (vierde deel)

Mysterie der eeuwen (Hoofdstuk vijf)

Vervolg van Het Mysterie van Israël (derde deel)

R

aciaal, nationaal en religieus afgezonderd

Het is tijd dat wij dit begrijpen!

Deze natie Israël was Gods natie. Het was evenwel een fysieke, geen geestelijke natie. Niettemin gaf God de Israëlieten Zijn Kerk, en bovendien een nationale regering en religie. God wilde hen fysiek afgezonderd houden van andere naties, in zowel nationaal (raciaal) als religieus opzicht.

Voor hen zou het aangaan van huwelijken met mensen van naburige volken twee dingen tot gevolg hebben: Zij zouden zich met andere rassen vermengen en het zou hen tot andere, afgodische religies voeren!

De Israëlieten waren God ongehoorzaam!

Veel later, na de ballingschap van zowel Israël als Juda zond God een kolonie Joden van de Joodse slavenbevolking in Babylon onder Zerubbabel als gouverneur van de kolonie naar Jeruzalem terug om de tweede Tempel te bouwen.

Tot deze kolonie hoorden de profeten Ezra en Nehemia. Tegen Gods gebod in begonnen de mensen van de kolonie te huwen met Kanaänieten, Hethieten, Ferezieten, Jebusieten en andere volken „waardoor het heilige zaad [van geslachtelijk zuivere afkomst, want de Heilige Geest hadden zij niet] zich vermengd heeft met de volken der landen …” (Ezra 9:2).

De profeet Ezra was vertoornd! Hij stond op voor de vergadering en zei: „Gij hebt trouwbreuk gepleegd, omdat gij vreemde vrouwen hebt gehuwd; daardoor hebt gij Israëls schuld nog vermeerderd … scheidt u af van de volken des lands en van de vreemde vrouwen” (Ezra 10:10-11).

Jezus werd uit de stam Juda geboren en het was noodzakelijk dat Hij van de oorspronkelijke genetische stam zou zijn, evenals Noach.

Maar niettemin, het Oude Verbond met Is­raël bij Sinaï was een type en voorloper van het Nieuwe Verbond. Dit zal worden gesloten met de nieuwtestamentische Kerk die het geestelijke Israël en Juda is (Jeremia 31:31; Hebreeën 8:6, 10).

Ondertussen was een heel klein aantal mensen in het oudtestamentische Israël God wel gehoorzaam en als Gods profeten werden zij een deel van het fundament van de nieuwtes­tamentische Kerk van God. De Kerk is gebouwd op het degelijke fundament van de profeten (het Oude Tes­tament) en apostelen (het Nieuwe Testament), terwijl Jezus Christus zelf „de hoeksteen” is (Efeziërs 2:20).

Van de profeten zal Elia waarschijnlijk, onder Christus en Abraham-Izaäk-Israël, het hoofd over de Kerk zijn, wereldwijd. Johannes de Doper zal wellicht onder Elia staan. Er zijn aanwijzingen dat de profeet Daniël hoofd over alle heidense naties zal zijn, onder Mozes en Christus.

Hun rol vervullend ondanks zichzelf

Maar op welke wijze speelde de oude natie Israël een rol bij de voorbereiding van het Koninkrijk van God?

Ik heb reeds opgemerkt dat de intellectuelen en geleerden van deze wereld menen dat de fysieke, zinnelijke mens, als hij maar voldoende kennis heeft, alle problemen kan oplossen.

God liet vele generaties van het oude Israël en Juda met honderden jaren menselijke ervaring bewijzen dat het beste deel van de mensheid zonder Gods Heilige Geest de menselijke problemen en het kwaad niet kan oplos­sen!

Gedurende de afgelopen 20 jaar heb ik met vele regeringshoofden in Europa, Azië, Afrika en Zuid-Amerika gesproken. Ik geloof dat in China de communistische regeringshoofden menen dat alle problemen en kwalen zullen worden opgelost zodra het communisme op de gehele aarde de macht in handen heeft. Maar vele koningen, keizers, presidenten en eerste ministers met wie ik vertrouwelijk heb gesproken, realiseren zich nu dat de oplossing van de problemen buiten het vermogen van de mens ligt. En dit heb ik tot vele leiders van de Volksrepubliek China onomwonden gezegd.

De problemen en het kwaad zijn van een geestelijke aard. En zonder Gods Geest kan het vleselijk gezinde denken geen greep krijgen op geestelijke problemen.

De vele jaren en eeuwen van het oude Israël hebben dit bewezen! Tot aan Israël onthield God de mensheid kennis van de juiste levenswijze voor de mens. Aan Israël gaf God Zijn geboden en inzettingen, evenals Zijn geestelijke wet. Maar deze volmaakte wetten hebben, zonder Gods Heilige Geest, niet de problemen van het volk opgelost.

God zou kunnen zeggen: „Ik ben God. Neem Mij op Mijn woord.” Maar God gaf het bewijs, door Israël, dat de mens zonder de Heilige Geest machteloos is! De Israëlieten hadden zelfs God om een beroep op te doen. Maar zij hadden Zijn Geest niet in zich.

Laten wij dit punt benadrukken. Toen de eerste mens, Adam, de boom des levens afwees en zich de kennis van goed en kwaad toeëigende, beperkte hij zijn macht en vermogen tot goed doen tot het niveau van de menselijke geest. In de natuur van de mens is zowel goed als kwaad. Het goede is een geestelijke eigenschap, geen fysieke of materiële daad. Had Adam van de boom des levens genomen, dan zou de Heilige Geest van God in hem zijn gekomen en zich met zijn geest hebben verbonden, waardoor hij als een zoon van God met God zou zijn verenigd. De Heilige Geest betekent meer dan geestelijke kennis van het goede. Niet de hoorders van de wet (het goede), maar de daders van de wet worden gerechtvaardigd (Romeinen 2: 13). Liefde is de vervulling van de wet, maar niet menselijke liefde. Het vereist de „liefde van God in onze harten uitgestort door de Heilige Geest” (Romeinen 5:5).

God openbaarde Zijn wet aan het volk Israël. Een van Gods doelstellingen met dit volk was het door menselijke ervaring te laten bewijzen dat de mens zonder de Geest van God in zich niet rechtvaardig kan zijn.

Laten wij op dit punt een korte samenvatting geven van de geschiedenis van het volk, en van de heidense volken van de wereld.

Aan het volk Israël werd een uiterst belangrijke verklaring en belofte gegeven. Deze staat in Leviticus 26. Ik citeer weer uit mijn boek De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de Profetieën, vanaf pagina 110:

De profetie waar alles om draait

In deze profetie waar alles om draait, bevestigde God opnieuw voor de mensen van Mozes’ tijd de belofte van het eerstgeboorterecht—maar met voorwaarden! De stammen van het eerstgeboorterecht, Efraïm en Manasse, bevonden zich in die tijd bij de andere stammen—ze vormden er één natie mee. Door gehoorzaamheid aan Gods wetten zouden de onmetelijke nationale welvaart en zegeningen van het eerstgeboorterecht niet alleen Efraïm en Manasse ten deel vallen, maar de hele natie zou er in die tijd automatisch in hebben gedeeld.

Let erop dat twee van de Tien Geboden met nadruk worden genoemd. Dit waren de belangrijkste testgeboden! Dit waren de test van gehoorzaamheid en van geloof in en trouw aan God. God zei: „Gij zult u geen afgoden maken; een gesneden beeld noch een gewijde steen zult gij u oprichten … om u daarvoor neder te buigen, want Ik ben de Here, uw God. Mijn sabbatten zult gij houden …” (Leviticus 26:1-2).

Er was een voorwaarde—een zeer groot „indien”—voor het verkrijgen van de feitelijke vervulling in hun tijd van deze enorme belofte van het eerstgeboorterecht! God zei: „Indien gij in Mijn inzettingen wandelt en Mijn geboden nauwgezet in acht neemt, dan zal Ik u te rechter tijd uw regens geven, zodat het land zijn opbrengst geeft …” (vs. 3-4). Alle rijkdom komt uit de grond. Zij zouden het gehele jaar door zeer rijke oogsten hebben, de ene vlak na de andere. Vers 6: „En Ik zal vrede in het land geven … en het zwaard [van oorlog] zal uw land niet teisteren.” Wat een zegen! Welk land kan zich verheugen in onafgebroken vrede, zonder vrees voor een invasie?

Uiteraard heeft ieder land in deze wereld vijanden. Wat zou er gebeuren als vijandelijke landen zouden aanvallen? Vers 7-8: „En gij zult uw vijanden vervolgen, en zij zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen. Vijf van u zullen honderd achtervolgen, en honderd van u zullen tienduizend achtervolgen …”

Aangezien vele naties in deze wereld altijd oorlogszuchtig zijn, zou Israël worden aangevallen. Een natie met militaire superioriteit zou weldra de heersende, machtigste natie op aarde worden—in het bijzonder met rijkdommen en grote schatten uit de grond. Vers 9: „En Ik zal Mij tot u wenden, u vruchtbaar doen zijn en u talrijk maken, en Ik zal mijn verbond met u bevestigen.” 

Wordt vervolgd …

Moa Ad Nl