Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Wereldvrede en hoe die tot stand zal komen (Vijfde deel)

Jude Beck/Unsplash

Wereldvrede en hoe die tot stand zal komen (Vijfde deel)

Het ongelooflijke potentieel van de mens - Hoofdstuk 13

Vervolgd van Wereldvrede en hoe die tot stand zal komen (Vierde deel)

Heiligen zullen regeren

Lees nu de beschrijving van hoe Christus eigenlijk het gezag ontvangt voor het bestuur van het Koninkrijk. Hij is de man van hoge geboorte die naar de hemel ging om dit koningschap te aanvaarden en terug te keren.

We hebben reeds gezien hoe de profeet Daniël de instelling beschreef van het Koninkrijk Gods dat bij de wederkomst van Christus alle huidige nationale regeringen op aarde zal verteren en dat een wereldregering zal worden. Dit stond in het tweede hoofdstuk. Lees nu Daniël 7 eens:

“Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon [Christus]; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze” (vers 13). Jezus noemde Zichzelf steeds de “Zoon des mensen” door heel Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Christus voer ten hemel in de wolken (Handelingen 1:9). Hij voer op tot de troon van God in de hemel (Marcus 16:19). Laten we nu weer verder gaan:

“En hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklij­ke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal ver­gaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is” (Daniël 7:14).

Dat is duidelijk. Christus is opgevaren tot de troon van God in de hemel. God is soeverein over heel het universum. Dit gezicht laat zien hoe de almachtige God, Vader van de opgestane, levende Christus, heerschappij verleent aan Christus. Heerschappij bete­kent soeverein of opperst bestuursgezag. Bovendien werd Hem “koninklijke macht” gegeven. Waar zal Hij deze uitoefenen? Er staat: “ … koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem”. De volken en naties die verschillende talen spreken, bevinden zich hier op aarde. Hij ontvangt heerschappij over alle volken, over heel de wereld.

Het belangrijke woordje “tot”

Wilt u nu Handelingen 3:21 eens lezen in uw Bijbel? Er staat dat de hemel Jezus Christus moet ontvangen tot—niet permanent dus, maar tot een bepaald tijdstip. Tot wanneer? Tot de tijden van de wederoprichting aller dingen. Wederoprichting betekent her­stellen tot een vroegere staat of toestand. Het gaat over het her­stellen van Gods wetten, van Gods regering—het herstellen van geluk en universele vrede.

In dit zevende hoofdstuk van Daniël heeft de profeet een droom en gezichten gehad. Hij had vier wilde dieren gezien. Zie vers 16, de uitlegging begint met vers 17. Dit is Gods geïnspireerde uitlegging en niet de mijne: “Die grote dieren, die vier, zijn vier koningen die uit de aarde zullen opkomen; daarna zullen de heiligen des Allerhoogsten het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap bezitten tot in eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden” (Daniël 7:17-18).

Ziet u dat niet alleen Christus zal regeren, maar ook de heiligen—dat zijn bekeerde echte Christenen die verwekt zijn als kinderen van God. Zij zullen het Koninkrijk ontvangen en bezitten. Zij zullen onder en met Christus regeren. In het Nieuwe Testament staat ook opgetekend dat bekeerde heiligen mede-erfgenamen van Christus zijn.

In ditzelfde zevende hoofdstuk gaf Daniël uitleg over nog een macht. Het vierde dier in zijn droom—het vierde rijk (het Romein­se Rijk)—werd uitgebeeld als een dier met tien horens die hier en in Openbaring 13 en 17 worden uitgelegd als tien herlevingen van het Romeinse Rijk na zijn val in 476 n.Chr. Onder deze tien horens (na ad 476) kwam er nog een kleine horen op; een godsdienstig koninkrijk dat in feite de laatste zeven van de tien horens of herleef­de Romeinse koninkrijken overheerste (vs. 20).

Lees nu over deze “kleine horen”, het religieuze koninkrijk, in vers 21: “ik zag, dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht, totdat [weer eentot”] de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen.”

De heiligen—dan niet meer mensen van vlees en bloed, maar onsterfelijk—zullen bij de wederkomst van Christus het Konink­rijk bezitten.

Jezus Christus maakt dat duidelijk, want het is Christus die spreekt in Openbaring 3:21 en 2:26-27: “Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb overwon­nen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon.” De troon van de Vader is in de hemel, waar Jezus Christus nu is, maar Christus’ troon waarop de heiligen met Hem zullen zitten, is de troon van David in Jeruzalem (Lucas 1:32).

Verder: “En wie overwint en Mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf …”

Het TIJDSTIP niet bekend

Na Zijn opstanding legde Jezus op de Olijfberg vlak voor Zijn hemelvaart aan Zijn discipelen uit hoe zij de inspirerende tot God-verwekkende kracht van de Heilige Geest zouden ontvangen op de naderende Pinksterdag.

Zijn discipelen wilden weten of het Koninkrijk Gods toen, in hun tijd, zou worden opgericht. De Kerk werd op die ophanden zijnde Pinksterdag opgericht. Was die Kerk toen de oprichting van het Koninkrijk?

“Here,” vroegen zij Hem, “herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?”

Opnieuw maakte Jezus duidelijk dat de Kerk niet het Koninkrijk is.

“Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenhe­den te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehou­den heeft, maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen” (Handelingen 1:7-9).

De opdracht die Hij de Kerk gegeven had was Zijn evangelie aan de gehele wereld te verkondigen. Zij zouden de Heilige Geest ontvangen die hen als heiligen—als Christenen—zou verwekken en hen in Gods Kerk zou plaatsen. Dit zou hen bezielen met de kracht om de opdracht van de Kerk uit te voeren. Dit was echter niet de oprichting van het Koninkrijk Gods. Daarvan zouden zij het tijd­stip niet weten.

Wat bedoelde Jezus precies met: “Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten?” Hij had dit al een andere keer uitgelegd. Het staat in Mattheüs 24:36 waar het gaat over het einde van deze wereld en over Zijn wederkomst:

“Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.” Hij sprak dus van Zijn wederkomst en de oprichting van het Koninkrijk als van een tijd waarvan niemand het tijdstip weet dan alleen de Vader.

Hoewel wij ook nu niet de dag of het uur weten, weten we toch wel uit Gods profetieën dat het heden ten dage zeer nabij is. Zie wat er in Lucas 21:25-32 staat. Hij had de wereldgebeurtenis­sen voorspeld die zich op dit ogenblik beginnen af te spelen en die zullen leiden tot “radeloze angst onder de volken” en wereldoorlo­gen, waarin “de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen, die over de wereld komen” (wereldschokkende gebeurte­nissen zoals nog nooit eerder voorgekomen) “wanneer gij dit ziet geschieden, [moet gij] weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voor­dat alles geschiedt.”

Alle tekenen wijzen er nu op dat wij in de allerlaatste genera­tie zijn van deze huidige boze wereld.

De twee zwaarwegende alternatieven

Deze wereldschokkende gebeurtenissen begonnen in 1914 met de Eerste Wereldoorlog. Toen kwam er een pauze van 1918 tot 1939. We bevinden ons nu in een tweede pauze. Maar wel een waarin we nu kernenergie ter beschikking hebben. We hebben waterstofbommen opgeslagen liggen van zo’n kracht en volume dat ze al het menselijk leven verscheidene keren van deze planeet kunnen wegvagen.  Er bestaan bovendien nog andere destructieve wapens die ieder op zich de mensheid van deze aardbodem kunnen wegvagen.

Tegenwoordig zeggen wereldvermaarde wetenschapsmensen dat slechts een superwereldregering kan voorkomen dat de wereld “kosmocide” of wereldzelfmoord begaat. Toch kan en wil de mens niet samenwerken om een dergelijke wereldregering te vormen.

Het wordt tijd dat we het harde, koude en realistische feit onder de ogen zien, nl. dat de mensheid twee alternatieven heeft of er bestaat een almachtige God die op het punt staat in te grijpen en het Koninkrijk Gods op te richten om met bovennatuurlijke en supranationale macht heerschappij te voeren over alle volken ten einde ons vrede te brengen, of al het menselijk leven zal worden weggevaagd (Mattheüs 24:22).

De huidige “pauze” zal echter weldra uitbarsten in een nucleaire Derde Wereldoorlog die in de bijbelse profetie de “Grote Verdrukking” wordt genoemd (Mattheüs 24:21-22). Maar God zal deze laatste wereldbrand inkorten en Christus naar de aarde terugzenden als Koning der koningen en Heer der heren—om Gods bestuur te herstellen door het wereldregerende Koninkrijk Gods!

Ihp Nl