Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Wereldvrede en hoe die tot stand zal komen (Tweede deel)

Aaron Burden/Unsplash

Wereldvrede en hoe die tot stand zal komen (Tweede deel)

Het ongelooflijke potentieel van de mens - Hoofdstuk 13

Vervolgd van Wereldvrede en hoe die tot stand zal komen (Eerste deel)

Een boodschap over heerschappij

Weinig mensen schijnen tegenwoordig te weten dat Jezus’ boodschap er een was over heerschappij. Eveneens beseffen maar weinig mensen dat het nu niet het tijdperk is waarin God probeert de wereld (geestelijk) te redden. Slechts weinig mensen weten dat Jezus te maken had met heerschappij.

Jezus werd geboren om koning te worden. Zie nog eens wat Jesaja over Christus profeteerde: “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat Hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid” (Jesaja 9:5-6).

Zie ook wat er tegen Zijn moeder, Maria, gezegd werd: “… werd de engel Gabriël van God gezonden naar … Nazareth, tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, genaamd Jozef uit het huis van David, en de naam van de maagd was Maria. En toen hij bij haar binnengekomen was, zeide hij: Wees gegroet, gij begenadigde, de Here is met U … gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam Jezus geven. Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal als Koning over het huis van Jacob heersen tot in eeuwigheid, en Zijn koningschap zal geen einde nemen” (Lucas 1:26-33).

Toen Jezus terechtstond voor Pilatus, werd Hem gevraagd: “Zijt Gij dus toch een koning?” Jezus antwoordde: “Gij zegt, dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen. Hij zei evenwel ook: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” (Johannes 18:37, 36).

Hoe komt het dat de gehele wereld misleid is en niet weet waarom de mensheid werd geschapen en waarom er menselijk leven op aarde bestaat?

Steeds weer vraag ik: Waartoe zijn wij hier? Waarheen gaan we? Wat is de weg—de weg naar vrede, welzijn en welvaart?

Waarom geen wereldvrede? Waarom al die misstanden in de wereld? Waarom kan de wetenschap ons geen oplossingen geven? Deze vragen zijn de allerbelangrijkste in het menselijk leven. Waarom bekommeren de mensen zich er niet om?

De religie met het grootste aantal volgelingen in de wereld is het Christendom. Men neemt aan dat de Christelijke godsdienst afkomstig is uit en gebaseerd is op de Bijbel.

Hoe komt het dan dat de verschillende sekten en groeperingen van het traditionele Christendom ons niet het ware thema van de Bijbel bijbrengen? Hoe komt het dat zij het ware evangelie dat Jezus verkondigde, niet kennen? Het staat toch allemaal in de Bijbeldaarin wordt het niet onderdrukt. Het staat er klaar en duidelijk!

Het is hoog tijd dat er iemand met luide stem tot het slome, onverschillige en slaperige mensdom roept: Wordt toch eens wakker!

Is er een hiernamaals?

Sommige orthodoxe groeperingen van het Christendom preken over geestelijk behoud—over een hiernamaals.

Is er een hiernamaals? De waarheid staat klaar en duidelijk in de Bijbel. En u heeft het kunnen lezen in hoofdstuk 12.

Het evangelie van Jezus was het Koninkrijk Gods. Heeft dat iets te maken met een hiernamaals—met geestelijk behoud? Het heeft er alles mee te maken. Heel de wereld is echter misleid en slaapt. Het evangelie van het Koninkrijk Gods heeft in principe te maken met twee thema’s, nl. heerschappij en geestelijk behoud (wat sommigen “wedergeboorte” noemen). Het vorige hoofdstuk behandelde de “wedergeboorte”. In dit hoofdstuk zal het over heerschappij gaan.

Ik herhaal nog eens: Wat bedoelde Jezus met het Koninkrijk Gods?

De waarheid is niet alleen verrassend, ze is ontstellend, duizelingwekkend. Toch is het waarlijk goed nieuws, het allerheerlijkste goede nieuws dat ooit tot het bewustzijn van de mens is doorgedrongen.

Het evangelie van Christus

Jezus ging overal rond om het goede nieuws van het Koninkrijk Gods te verkondigen. Hij onderwees over het Koninkrijk Gods door gelijkenissen. Hij zond zeventig mannen uit om te prediken en gebood hun het Koninkrijk Gods aan te kondigen (Lucas 10:9). Hij zond de apostelen, op wie de Kerk van God gegrondvest werd, uitsluitend uit om het Koninkrijk Gods te prediken (Lucas 9:1-2).

Is het niet verwonderlijk dat de wereld de kennis van wat het is, heeft verloren?

De apostel Paulus verkondigde het Koninkrijk Gods (Handelingen 19:8; 20:25; 28:23, 31).

Heeft u wel eens mensen als volgt over het Koninkrijk Gods horen spreken: “Door samenwerking van Christenen van overal aan de totstandkoming van wereldvrede, tolerantie en broederlijke liefde, zal uiteindelijk misschien het Koninkrijk Gods in de harten der mensen gegrondvest worden”.

Omdat ze 1900 jaar geleden het evangelie van Christus verwierp, moest de wereld er wel iets anders voor in de plaats zoeken. Ze moest een surrogaat-evangelie verzinnen. Daarom horen we over het Koninkrijk Gods spreken als slechts een mooi gezegde—een fijn gevoel in het hart van een mens—en wordt het gereduceerd tot iets etherisch, tot een onwerkelijk niets. Anderen hebben de valse voorstelling gegeven dat de “kerk” het Koninkrijk is. Weer anderen verwarren het met een “duizendjarig rijk”. Nog weer anderen, eerder in onze twintigste eeuw, beweerden dat het Britse rijk het Koninkrijk Gods was. Kan deze wereld nog erger misleid worden?

Daniël wist ervan!

De profeet Daniël die 600 jaar voor Christus leefde, wist dat het Koninkrijk Gods een echt koninkrijk zou zijn—een gouvernement dat regeert over letterlijke mensen op aarde.

Daniël was een van vier buitengewoon intelligente en knappe Joodse jongemannen onder de ballingen uit Juda. Deze vier mannen waren in het paleis van Nebukadnezar, koning van het Chaldeeuwse Rijk, geplaatst om opgeleid te worden voor speciale verantwoordelijkheden in de Babylonische regering. Daniël was een profeet die bijzonder veel inzicht had gekregen in gezichten en dromen (Daniël 1:17).

Nebukadnezar was eigenlijk de eerste wereldheerser. Hij had een reusachtig rijk veroverd, waaronder ook het land Juda. Deze koning had zo’n indrukwekkende droom dat hij er niet van kon loskomen en geweldig ongerust werd. Hij verlangde van zijn sterrenwichelaars, waarzeggers en magiërs dat zij hem zouden zeggen wat hij gedroomd had plus de betekenis ervan. Dat konden ze niet. Ze stonden perplex. Toen werd Daniël voor de koning gebracht.

Daniël ontkende dat hij meer menselijke bekwaamheid had in het uitleggen van dromen dan de Chaldeeuwse magiërs, “maar”, zei hij, “er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart; Hij heeft de koning Nebukadnezar bekendgemaakt wat in de toekomende dagen geschieden zal” (Daniël 2:28).

In de eerste plaats was het Gods bedoeling deze menselijke wereldheerser te laten weten dat er een God in de hemel is—dat God de opperste Heerser is over alle landen, regeringen en koningen—dat God het heelal bestuurt. Deze Chaldeeuwse koning kende alleen maar de vele heidense demonengoden en wist niets van de ware levende almachtige God. Evenals de volken en bestuurders van nu, wist hij niet dat God de levende God is, een reëel, actief personage die alles leidt en bestuurt, die daadwerke­lijk en letterlijk over heel het heelal regeert.

De hele bedoeling van deze droom was Gods heerschappij te openbaren—het feit dat God regeert—de waarheid van het Koninkrijk Gods—precies dat wat het ene en enig ware evangelie van Jezus Christus inhoudt. Ten tweede was het om te openbaren (bewaard voor ons nu in het geschreven woord) wat er zal gebeuren in het laatste der dagen—in feite binnen de volgende twintig jaar, in deze laatste helft van de twintigste eeuw.

Voor ons, nu

Dit is geen droog, saai en dood geschrift voor mensen van 2500 jaar geleden. Dit is springlevend, geweldig groot nieuws voor onze tijd! Het is vooruitlopend nieuws voor ons, voor nu. Nieuws voordat het gebeurt—van de reusachtigste gebeurtenis aller tijden die zeer zeker zal plaatsvinden in uw leven—in de eerstvolgende jaren.

Dit is het ware evangelie; het evangelie dat Christus verkondigde. Het is bestemd voor u en mij vandaag en het is van levensbelang dat u dat begrijpt.

Lees zelf in uw Bijbel vers 28 tot en met 35. In zijn droom had deze koning een groot beeld gezien dat groter was dan welk door mensen opgericht beeld of standbeeld ook. Het was zo geweldig groot dat het zelfs in een droom angstaanjagend was. Het hoofd was van zuiver goud, de borst en armen van zilver, de buik en dijen van koper, de benen van massief ijzer en de voeten van een meng­sel van ijzer en leem.

We hebben hier te doen met een tijdfactor. Nebukadnezar had het beeld gadegeslagen totdat een bovennatuurlijke steen zonder handen afgehouwen werd, die het beeld tegen de voeten sloeg. Daarop brak het hele standbeeld in gruzelementen en werd zomaar door de wind weggeblazen—het verdween. Deze steen werd toen op wonderbaarlijke wijze groter tot hij al spoedig een grote berg was geworden die de gehele aarde vervulde.

Wat betekende dat? Zat er wel een betekenis achter? Ja, want dit was van God. In tegenstelling tot gewone dromen, werd deze door God veroorzaakt ten einde aan Nebukadnezar de boodschap van Gods soevereiniteit over te brengen en, omdat het deel uitmaakt van het geschreven Woord van God, aan ons nu de belang­rijke feiten van het ware evangelie te openbaren.

“Dit is de droom,” zei Daniël (vs. 36), “en de uitlegging daar­van zullen wij de koning zeggen.”

Hier volgt dan Gods uitlegging. Het is beslist niet de uitleg­ging van Herbert W. Armstrong. De mens behoort de Bijbel niet uit te leggen.  De Bijbel geeft ons Gods eigen uitlegging. Deze luidt:

“Gij, o koning, koning der koningen”—hij was de eerste werkelijke wereldheerser over een wereldrijk—“… aan wie de God des hemels het koningschap, macht, sterkte en eer geschonken heeft.” God openbaarde Zichzelf aan deze menselijke werelddicta­tor als de allerhoogste Heerser over alles.

De mens schijnt tegenwoordig, net als deze Chaldeeuwse koning, niet over God te denken als een Heerser, als het Opperwezen dat regeert, als het Hoofd der regering. De Eeuwige openbaar­de Zichzelf door Daniël aan Nebukadnezar—en door de Bijbel aan u en mij nu—als een soevereine, almachtige en heersende God, die gehoorzaamd moet worden!

“Gij,” vervolgde Daniël tegen deze menselijke koning, “zijt dat gouden hoofd. Doch na u zal een ander koninkrijk ontstaan, geringer dan het uwe; en, weer een ander, een derde koninkrijk, van koper, dat heersen zal over de gehele aarde” (vs. 37-39).

Wordt vervolgd...

Ihp Nl