Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Waarom bestaat de kerk? (Zesde deel)

Carolyn V/Unsplash

Waarom bestaat de kerk? (Zesde deel)

Het ongelooflijke potentieel van de mens - Hoofdstuk 9

Vervolgd van Waarom bestaat de kerk? (Vijfde deel)

Samengevat: Waarom bestaat de Kerk?

Tenslotte: waarom bestaat de Kerk? Waarom “redde” Christus niet gewoon de enkeling? Wat is het werkelijke doel van de Kerk?

Zoals bijna alles in de Bijbel is ook het doel en de functie van de Kerk op grote schaal aan misverstand onderhevig. De gehele wereld is door Satan misleid (Openbaring 12:9).

Jezus is niet gekomen voor een “kruistocht om zieltjes te winnen”. De meest verspreide misvatting is wel dat Christus strijd voert tegen Satan om “iedereen nu te behouden”. En daarbij hoort de veronderstelling dat allen die nu niet behouden zijn veroordeeld en “verloren” zijn. Zij zijn noch het een noch het ander. Zij zijn nog niet geoordeeld!

Maar in Adam is de gehele mensheid, door zijn beslissing, veroordeeld 6000 jaar geheel van God afgesneden te zijn. Dat wil zeggen, allen met uitzondering van de betrekkelijk zeer kleine groep die specifiek voor een speciale opdracht is geroepen.

Jezus Christus, ik herhaal het, heeft nadrukkelijk deze 6000-jarige veroordeling bevestigd (Johannes 6:44). Geen enkel schriftgedeelte kan deze duidelijke uitspraak van Jezus tegenspreken en doet dat ook niet.

Jezus riep, koos en onderwees 3½ jaar lang Zijn apostelen, die, samen met Hem en de profeten, het fundament zouden wor­den waarop de Kerk werd gebouwd. Ook gaf Hij Zijn apostelen gedurende die 3½ jaar het voorbeeld in de verkondiging van het komende Koninkrijk van God. Daarna stierf Christus voor de zonden van de mensheid, werd opgewekt en voer op naar Gods troon in de hemel.

Op de Pinksterdag van het jaar 31 n.Chr. zond Hij in een grootse manifestatie die zowel zichtbaar als hoorbaar was, de Heilige Geest ten einde Zijn Kerk te stichten.

Op die Pinksterdag was het Petrus, de hoofdapostel, die de evangelieboodschap verkondigde en die dag voegde God 3000 mensen aan de gemeente toe, die diezelfde dag nog werden gedoopt.

Een dag of wat later—zeer waarschijnlijk de volgende dag—genazen Petrus en Johannes de verlamde en predikte Petrus het evangelie. God voegde opnieuw 2000 mensen aan de Kerk toe.

Het is veelbetekenend, en in het algemeen niet erg bekend, dat noch Jezus noch de apostelen zich inlieten met een of andere “kruistocht om zieltjes te winnen”, wat een moderne protestantse gewoonte is. De apostelen verkondigden, evenals Jezus dat gedaan had, het evangelie—het goede nieuws van een komende, betere wereld. Het was geen emotioneel pleidooi van: “Wilt u alstublieft uw hart aan de Heer geven?”

Weliswaar legden de apostelen, vanwege ongelovige Joden die Jezus niet als de hun beloofde Messias wilden aanvaarden, in het begin bijzondere nadruk op het feit dat zij ooggetuigen waren van Jezus’ Messiasschap en van Zijn opstanding. Zij waren ten­slotte 3½ jaar met Hem samen geweest voordat Hij werd gekruisigd, en veertig dagen nadat Hij uit de doden was opgestaan.

Zij verkondigden echter dezelfde boodschap die Jezus hen had onderwezen, die van het komende Koninkrijk van God. Het was geen bedelen om “zieltjes”. “En de Here voegde dagelijks toe aan de kring, die behouden werden” (Handelingen 2:47).

Toen de apostelen te maken kregen met hevige vervolging, gevangenschap en bedreiging, bemoedigden de gewone leden van de Kerk hen, baden vurig voor hen, en ondersteunden hen financieel.

Laat dus de waarheid eens voor al duidelijk zijn: het doel van de Kerk was niet “de wereld nu te behouden!”

Gods doel met de oprichting van Zijn Kerk in een wereld die anderszins van God is afgesneden, is tweevoudig:

1) Te voorzien in een verenigd lichaam van door de Geest geleide gelovigen om de apostelen (en evangelisten) te steunen, die een speciale opleiding hadden ontvangen om met Christus’ evangelieboodschap de gehele wereld in te trekken. Dit alles als hun deel in de grote opdracht. Hun werk was een werk van geven—het geven van hun gebeden, hun bemoediging en financiële ondersteu­ning van het georganiseerde evangeliewerk. En dit als Gods middel en proefterrein voor … 

2) het overwinnen van Satan en de voortdurende ontwikkeling van dat heilige, rechtvaardige karakter waardoor zij zich kunnen kwalificeren om met Christus op de troon van de wereldregering te zitten.

Gods weg om Zijn heilig karakter te ontwikkelen was de weg van geven. Gods levenswijze is de weg van het geven van onbaatzuchtige liefde. Satans weg is het zoeken van eigen voordeel—vijandschap tegen Gods weg en tegen Zijn Kerk.

Zij die zich de houding van vijandschap en opstandigheid veroorloven jegens Gods Kerk en jegens Gods regering binnen Zijn Kerk waardoor zij uit de Kerk gaan om “het op eigen houtje te doen”, of om een of andere mens te volgen, zijn bezig slechts behoud voor zichzelf te bemachtigen! Dat is niet Gods weg!

De toekomstige glorie!

Gelukkig zal de 6000-jarige veroordeling van Adams wereld—het afgesneden zijn van God—in onze huidige generatie eindigen. Deze wereld, die met uitzondering van Gods Kerk nog altijd Satans wereld is, is met grote snelheid bezig zich in de allergrootste wereldcrisis te storten. Maar er wordt gezegd dat het altijd het donkerst is vlak voordat de dag aanbreekt.

Vervolgens zal plotseling, op het moment dat dit het minst door de afgesneden wereld wordt verwacht, Jezus Christus komen in opperste bovennatuurlijke macht en heerlijkheid. Ja, “op een uur, dat gij het niet verwacht,” zei Jezus (Mattheüs 24:44).

Zijn Kerk zal zich gereed gemaakt hebben.

“Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk wegge­voerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen” (1 Thessalonicenzen 4:15-17). Hij komt om heel de aarde te regeren!

Dan zal Openbaring 19:6-7 vervuld worden: De machtige stem vanuit de hemel die roept: “Halleluja! Want de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard. Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven …” De Kerk, die opgestaan is in heerlijkheid, zal duizend jaar met Christus regeren.

Satan zal verbannen worden. God zal alle mensen die dan leven tot Zijn behoud roepen. Na het duizendjarig rijk zal het oordeel van de grote witte troon volgen (Openbaring 20:11-12), wanneer allen die gedurende 6000 jaar van God waren afgesneden, tot sterfelijke mensen zullen zijn opgewekt en tot Gods behoud en eeuwig leven zullen worden geroepen.

Daarna komt de heerlijke eeuwigheid—alle heiligen zullen dan onsterfelijk zijn en het transcendente potentieel van de mens beërven: de vernieuwing van het aangezicht van alle vervallen planeten, de voltooiing van de schitterend mooie schepping in heel het eindeloze heelal—in blijdschap, vreugde en heerlijkheid!

Wordt vervolgd...

Ihp Nl