Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Overzicht van het boek Hosea (Achtste deel)

De Trompet

Overzicht van het boek Hosea (Achtste deel)

Vervolg van Overzicht van het boek Hosea (Zevende deel)

Efraïm heeft Wind Gezaaid

“Want wind zaaien zij en storm oogsten zij: tot rijpheid komt het koren niet, het is een gewas dat geen meel voortbrengt; en brengt het al iets voort, dan verslinden het vreemden” (Hosea 8:7). Engelands oorspronkelijke misdaad weegt veel zwaarder dan de ramp die er op volgt. Engeland heeft wind gezaaid en spoedig zullen ze opgeslokt worden! Alle menselijke wezens moeten leren dat de gevolgen van de zonde buitengewoon pijnlijk zijn. “Al schrijf Ik hun tienduizendvoudig Mijn wetten voor, toch worden deze geacht als die van een vreemde” (vers 12). Aan Israël waren belangrijke dingen opgedragen door Gods wet, maar zij hebben die verworpen. En de Laodicea Kerk wendt er zich nu ook snel van af. Wanneer de ramp straks toeslaat zal er geen plaats zijn voor excuus.

“Gekomen zijn de dagen der bezoeking, gekomen de dagen der vergelding. Israël zal het ervaren. Dwaas is de profeet, waanzinnig de man des geestes, wegens de grootte uwer ongerechtigheid en omdat er grote vijandschap is” (Hosea 9:7). Wat zal Israël te weten komen? Ze zullen weten dat hun religieuze leiders dwaas en gek waren. [Opm. Dit heeft de pcg niet bedacht, het is niet de heer Flurry die zo scherp is, dit zegt God in Hosea 9:7.] Vandaag de dag zijn er zoveel verschillende religies en allemaal hebben ze hun eigen interpretatie van wat de Bijbel zegt. Allemaal verwarring! En nu leert de Wereldwijde Kerk van God dat ze geen “monopolie op de geestelijke markt” heeft. Behoort de Kerk van God zich op één lijn te scharen met de Kerken van deze wereld? Christus riep Zijn Kerk op om de wereld te laten zien dat haar religies de verkeerde kant waren opgegaan!

Wat gaat er tenslotte gebeuren met Gods natie en Kerk? “Mijn God zal hen verwerpen, omdat zij naar Hem niet geluisterd hebben; en zij zullen dolende zijn onder de volken” (Hosea 9:17). Ons volk zal dezelfde marteling onder ogen moeten zien als de gijzelaars in Iran, Irak en andere landen in het Midden-Oosten. Waarom? Omdat zij aan hun afgoden hangen. Lees Hosea 10:1. Israël heeft nooit de les geleerd dat zij er waren voor Gods doeleinden. Steeds heeft Israël slechts getracht zichzelf te behagen.

Gods Grote Liefde voor Israël

“Toen Israël een kind was, heb Ik het liefgehad, en uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen … Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u overleveren, Israël? Hoe zou Ik u prijsgeven als Adama, u maken als Zeboïm? Mijn hart keert zich om in Mij, ten volle wordt mijn erbarming opgewekt” (Hosea 11:1, 8). Dit geeft ons een klein beetje een idee van wat God werkelijk voor Israël voelt. Israël was voor God als een zoon. En Gods hart en emoties werden diep geroerd vanwege de rebellie van Efraïm. “Die van Efraim hebben Mij omsingeld met leugen, en het huis Israël met bedrog; maar Juda heerste nog met God, en was met de heiligen getrouw” (Hosea 12:1—sv). Efraïm en Israël hebben God voortdurend gruwelijk behandeld. Zij betaalden Hem terug met leugen en bedrog voor al Zijn liefde jegens hen. In Zijn grote liefde zal God Israël straffen om hen tot Hem terug te brengen.

Het is interessant op te merken dat God zegt dat Juda er nog een paar goddelijke principes op na houdt en dat ze “met de heiligen getrouw” waren (Hosea 12:1—sv). Herbert W. Armstrong had bijzonder nauwe betrekkingen met de Israëlis. Zij relatie werd in dit vers geprofeteerd. Dit vers zou ook kunnen aanduiden dat Herbert W. Armstrongs relatie slechts een type was van wat de Filadelfia Kerk zal meemaken met Juda. Jesaja 40:9 moet nog vervuld worden. Gezamenlijk betekenen Hosea 12:1 (sv), Jesaja 40:9 en Mattheüs 24:16 waarschijnlijk dat het werk van de Filadelfia Kerk gedirigeerd zal worden binnen het huidige Israël, oftewel het bijbelse Juda.

Een Roemrijk Einde

“Maar Ik ben de Here, uw God, van het land Egypte af; een God nevens Mij kent gij niet en een verlosser buiten Mij is er niet” (Hosea 13:4). Na de verschrikkingen van de Grote Verdrukking zal God eindelijk Zijn volk kunnen helpen. Engeland zal niet langer op afgoden vertrouwen. Ze zullen niet langer naar Assyrië uitkijken om hulp. Zij zullen God kennen als hun Redder! “Het is uw verderf, Israël, dat gij u keert tegen Mij, uw helper” (vers 9). De Authorized Version zegt het duidelijker: “O Israël, gij hebt uzelf vernietigd; maar in Mij is uw hulp.” Israël zal weten dat God hen zal helpen. Alles wat zij zullen moeten doen is bidden. God zal horen en antwoorden, omdat de natie een berouwvolle houding heeft. Zorg ervoor dat u heel hoofdstuk 13 leest.

“Ik zal hun afkerigheid genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben, want mijn toorn keert zich van hen af. Ik zal zijn als de dauw voor Israël, hij zal bloeien als een lelie, en zijn wortelen uitstrekken als de Libanon … Efraïm , wat heb Ik nog met de afgoden te doen? (Ik verhoor hem en zie hem aan.) Ik ben als een altijdgroene cypres, aan Mij is uw vrucht te danken. Wie wijs is, geve op deze dingen acht; wie verstandig is, erkenne ze. Want de wegen des Heren zijn recht: rechtvaardigen wandelen daarop, maar overtreders struikelen er” (Hosea 14:4-5, 8-9). God zal Zijn liefde voor Engeland en geheel Israël vernieuwen. Engeland zal zijn geestelijke les zo grondig hebben geleerd, dat God hun vroegere glorie zal herstellen. Alleen zal de glorie deze maal veel groter zijn, omdat ze vol zullen zijn van de kennis des Heren. Zij zullen de vruchten van Gods Heilige Geest vertonen. Engeland heeft een fantastische toekomst. Laten we allemaal des te vuriger bidden: “Uw Koninkrijk kome!” 

Hos Nl Bo