Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Mysterie der eeuwen (Voorwoord)

Jaymantri/Pexels

Mysterie der eeuwen (Voorwoord)

Heeft u zich ooit afgevraagd: „Wie ben ik? Wat ben ik? Waarom ben ik?”

De wereld om u heen is een mysterie. Uzelf bent een mysterie. Uw hersenen, de zetel van uw intellect en van alles wat u bent, hebt u nooit aanschouwd.

Uw leven is gedompeld in mysteries. Wanneer u erover nadenkt, is uw eigen bestaan al een mysterie. Bent u eenvoudig door toeval ontstaan, door onintelligente, aan de aarde inherente krachten zonder betekenis en doel, of werd u intelligent ontworpen en geschapen door een almachtige God die een soeverein verstand heeft, en om een reden die eveneens als een mysterie verborgen is? In de hele loop der geschiedenis zijn de traditionele opvattingen over de Schepper-God in feite zo’n mysterie geweest dat het hoger onderwijs in de Westerse wereld getracht heeft het mysterie op te heffen door vrijwel unaniem de theorie van evolutie te aanvaarden.

Het verspreiden van onderricht onder de mensheid begon pas na de uitvinding van de druktechniek in de 15e eeuw. Naarmate het onderricht zich wijd verspreidde—naarmate het intellectualisme zich ontwikkelde—naarmate de kennis van astronomie de kennis van het univer­sum om ons heen vergrootte—begonnen denkende geesten ­vragen te stellen. Waar kwam dit alles vandaan? Rationele, wetenschappelijke geesten merkten dat ze niet in staat waren de zich ontwikkelende kennis van een uitgestrekt heelal te ­rijmen met de leer der religie, zoals ze die kenden door de Rooms Katholieke Kerk en het Protestantisme, dat het denken van de Westerse wereld beheerst had. De leer van een langharige, half-verwijfde Jezusfiguur en het begrip van een God die bestond uit onzichtbare geest gaf hen intellectueel geen voldoening. Het was alles een kolossaal mysterie voor hen. Volgens hun ijdelheid beelden zij zichzelf in zo’n geleerdheid van geest te bezitten, dat ze probeerden geheel op basis van materialisme aan dat mysterie te ontsnappen. Zij bevredigden hun nieuwsgierigheid door te trachten een oplossing uit te werken voor het mysterie van de oorsprong, het bestaan en het leven door te redeneren vanuit een henzelf bevredigende, materialistische verklaring.

Langzamerhand ontwikkelde zich in het denken de ­evolutietheorie in een verstand dat, zonder het zelf te weten, vervuld was van intellectuele ijdelheid. Dit denken evolueerde tot de theorie van „gebruiken en in onbruik geraken” door De Lamarck. Lamarcks theorie op de voet volgend kwam Charles Darwin met zijn theorie van „de overleving van de meest aangepaste” („survival of the fittest”). In feite stierf Darwin in onzekerheid aangaande zijn eigen theorie. Twee collega’s echter, Haekel en Huxley, streden om het hardst om de Darwiniaanse theorie door het publiek geaccepteerd te krijgen.

Maar wist geschapen menselijk verstand met een intellectuele ijdelheid, dat een theorie ontwierp, meer dan het allerhoogste verstand dat dit menselijke verstand geschapen had? De evolutietheorie is door het menselijke denken uitgevonden in een poging het bestaan van een schepping te verklaren buiten het bestaan van een goddelijke Schepper om.

Maar indien de almachtige God uw Maker is en bestaat als de goddelijke Schepper van alles wat er is, dan blijkt het mysterie over God, in chronologisch opzicht, het eerste en allergrootste mysterie.

Wie en wat is God? Dit is een mysterie dat door geen enkele godsdienst wordt begrepen, dat door de wetenschap niet wordt verklaard, dat in het hoger onderwijs niet wordt gedoceerd. De ijdele intellectuele scheppers van de evolutietheorie vonden het bestaan van God, zoals dat door de religie gepresenteerd werd, een mysterie dat ze konden begrijpen noch accepteren. Maar de godsdienstijveraars, die zij verwierpen, begrepen zelf het mysterie van God niet. Toch openbaart God Zichzelf in Zijn Woord, de Bijbel, maar vrijwel niemand begrijpt dit boek. De Bijbel is, zoals Bruce Barton zei, „het boek dat niemand kent.” De Bijbel zelf is het basismysterie waardoor alle andere mysteries worden geopenbaard.

Is de waarheid over God het in de Bijbel geopenbaarde mysterie nummer een, dan is de waarheid over engelen en boze geesten stellig het tweede. Bestaat er een duivel? Heeft God een duivel geschapen? Als er heilige engelen bestaan, wat is dan hun doel en functie? De Bijbel stelt ondubbelzinnig dat deze wereld in werkelijkheid door onzichtbare, kwaadaardige geesten wordt bestuurd. Beïnvloeden deze boze geesten mensen en zelfs regeringen? Beïnvloeden boze geesten ook uw leven? Deze kwestie lijkt geheel omgeven met geheimzinnigheid.

Als derde komt beslist het mysterie van uw eigen leven en van dat van de mensheid als geheel. Wat is en waarom bestaat de mensheid? Is de mens een onsterfelijke ziel? Weten de doden wat de levenden doen? Is de mens een wezen van vlees en bloed met daarin een onsterfelijke ziel? Heeft het menselijk leven een betekenis en een doel? Zijn wij geëvolueerd door middel van onintelligente materiële krachten zonder zin of doel? Waarom zijn de mensen met schijnbaar onoplosbare problemen overladen?

Het vierde van de onbegrepen mysteries is de beschaving die zich in de wereld van de mens heeft ontwikkeld. Hoe voltrok die ontwikkeling zich? Waarom zien wij een wereld van ontzag­wekkende vooruitgang met als paradox ontstellend en toenemend kwaad? Waarom kunnen de denkers die ruimtevaar­tuigen, computers en andere wonderen der wetenschap, technologie en industrie ontwikkelen, geen oplossing vinden voor de problemen die de hulpeloosheid van de mens aantonen?

Dan komt, in de ontwikkeling van de menselijke samenleving op aarde, het mysterie van de Jood en het oude volk Israël. Waarom verwekte God één speciale natie Israël? Waarom vormen zij Gods „uitverkoren volk”? Zijn zij Gods gunstelingen? Discrimineert God andere volken? Is er bij God aanzien van de persoon? Wat is het doel van Israël in de goddelijke orde der dingen?

Vervolgens komen we aan het mysterie van de Kerk. Waarom zou er in de wereld een insti­tuut als de Kerk bestaan? Is daarvoor enig doel, een doel dat zelfs door de religie van het traditionele Christendom niet wordt begrepen? Is de Kerk één, door Christus gestichte Kerk of bestaat zij uit veel verschillende sekten en denominaties? Is de Kerk goed georganiseerd volgens een vast patroon dat oorspronkelijk door Christus werd vastgesteld? Is er regering en autoriteit in de Kerk? Is het een grote universele kerk met vele miljoenen leden, of een kleine en vervolgde Kerk? Hoe kan iemand de ware Kerk vandaag herkennen?

Tenslotte is er het mysterie van het Koninkrijk van God. Jezus’ evangelieboodschap betrof „het Koninkrijk van God”. Is het Koninkrijk van God iets in het hart van iedere persoon? Is het iets wat in het hart van de mens kan worden opgericht? Is het het instituut van de Kerk? Of is het iets heel anders? Waarom is het Evangelie van Jezus Christus een mysterie?

Dit zijn de zeven grote mysteries die het leven van iedere mens op aarde raken. De waarheid over al deze mysteries wordt in de Bijbel geopenbaard, maar geen enkele kerk of theoloog schijnt ze te doorgronden.

Hoe komt dat? De Bijbel is het basismysterie van alles. Wie de Bijbel achter elkaar van begin tot eind wil lezen, raakt in verwarring. De Bijbel kan eenvoudigweg niet als ieder ander boek worden gelezen. Het is een mysterie, omdat het een gecodeerd boek is. Het is een soort legpuzzel met honderden stukjes van verschillende vorm en grootte die op slechts één wijze precies in elkaar passen. De waarheden van de Bijbel worden „hier wat, daar wat” geopenbaard, ze zijn verspreid van begin tot eind en worden slechts onthuld door de Heilige Geest in degenen die zich aan God hebben overgegeven, die bereid zijn dwalingen en overtredingen te erkennen en Christus, het Woord van God, te geloven, Jezus was het Woord in Persoon. De Bijbel is hetzelfde Woord in druk.

Niemand kan de Heilige Geest, het enige middel waardoor het verstand van de mens voor begrip van dit Woord van God kan worden geopend, bezitten zonder een volledige bekering en een onvoorwaardelijk geloof in Christus en in hetgeen Hij zegt. Berouw en bekering kunnen slechts volgen op het erkennen van ongelijk—van ongelijk in doen en denken. Het moeilijkste voor iedere mens schijnt het bekennen van ongelijk—het toegeven van dwaling in geloof en overtuiging—om zich te ontdoen van valse kennis en nieuwe kennis te verwerven.

Is het dan een wonder dat de Bijbel het boek is dat niemand kent of begrijpt?—of althans bijna niemand.

God heeft met opzet Zijn boek in code gebracht, zodat het pas in onze tijd zou worden begrepen. Waarom heeft Hij dit gedaan? Zelfs dat is een mysterie. De volgende bladzijden zullen dat duidelijk maken.

In het 12e hoofdstuk van Daniël lezen we dat zelfs een devote man van God niet kon begrijpen wat hem was toevertrouwd om als deel van de Bijbel op te schrijven. Hij zei dat hij het wel hoorde, maar het niet begreep. De openbarende engel zei: „Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd.”

Vandaag hebben wij die tijd bereikt, God heeft Zijn Woord geopend voor het begrip van hen die Hij heeft gekozen, die zich hebben overgegeven en onderworpen aan Hem en Zijn gezegend, heilig Woord. In het 12e hoofdstuk van Daniël staat dat in deze tijd van het einde „de verstandigen” het zouden begrijpen, maar „geen der goddelozen zal het verstaan.” Wie zijn dan de „verstandigen” die de Bijbel kunnen begrijpen?

„De vreze des Heren is het begin der wijsheid” (Psalmen 111:10), en „een goed inzicht hebben allen die ze [Gods geboden] betrachten” (hetzelfde vers). Niettemin heeft het traditionele Christendom in het algemeen Gods geboden verloochend—men zegt dat ze zijn afgeschaft, aan het kruis zijn genageld. De geestelijkheid en de theologen van het georganiseerde „Christendom” kunnen derhalve de Bijbel niet begrijpen.

Hoe kunnen wij dan in dit boek deze verbijsterende mysteries begrijpen en aan de lezer onthullen? Deze vraag wordt in de nu volgende introductie beantwoord. 

Wordt vervolgd …

Moa Ad Nl