Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Is er leven na de dood? (Vijfde deel)

Neil Thomas/Unsplash

Is er leven na de dood? (Vijfde deel)

Het ongelooflijke potentieel van de mens - Hoofdstuk 12

Vervolgd van Is er leven na de dood? (Vierde deel)

Christus voor de tweede keer geboren door de opstanding

Verder in Romeinen 8: “Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van Zijn Zoon, opdat Hij [Jezus] de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen” (vs. 29).

Vergelijk dit nu met Romeinen 1:3-4: “Aangaande Zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees … door Zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn.”

Jezus was door Zijn eerste geboorte als mens een afstamme­ling van David, maar door Zijn opstanding uit de doden (een wedergeboorte) werd Hij de Zoon van God, nu niet meer mens, maar een uit geest bestaand wezen. Op deze wijze werd Hij de eerste zo geboren onder vele broederen die wedergeboren zullen worden ten tijde van de opstanding van hen die Christus toebehoren.

Natuurlijk begrijpen we—en Paulus begreep dat ook toen hij dit schreef—dat Jezus in het menselijke vlees ook de Zoon van God was. Ofschoon Hij uit een menselijke vrouw werd geboren, was Hij door God verwekt. Hier worden echter de twee geboorten vergeleken: de ene uit de mens Maria, als de afstammeling van de mens David, en de andere door Zijn opstanding tot heerlijkheid, als de Zoon van God.

Dit houdt beslist niet in dat Jezus een zondaar was die behouden moest worden. Hij was de Leidsman van ons behoud die ons liet zien hoe wij uit God geboren kunnen worden.

Hoe zien we eruit in de wedergeboorte?

Wanneer we eenmaal wedergeboren zijn, hoe zullen we er dan uitzien? De Bijbel geeft ons daarop het antwoord: “Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd [vleselijk] lichaam veranderen zal, zodat het aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt …” (Filippenzen 3:20-21).

Zoek nu eens een tekst op in 1 Johannes 3. In vers 1 staat duidelijk dat “wij” (bedoeld wordt verwekte en bekeerde Christenen) nu reeds, zoals eerder is uitgelegd, kinderen Gods zijn. Verder onthult vers 2 dat het nog niet geopenbaard is wat wij zijn zullen . Wij zullen later anders zijn dan nu. Zoals Jezus Nicodemus uitlegde, zullen we onsterfelijke geest zijn. Zo zullen we later zijn.

“Maar”, gaat deze tekst verder—lees en begrijp deze fantastische waarheid—“wij weten, dat, als Hij [Christus] zal geopenbaard zijn [bij Zijn wederkomst op aarde], wij Hem zullen gelijk wezen …” We zullen er als Christus uitzien.

Hoe ziet de verheerlijkte Christus er dan wel uit? Zijn ogen flikkeren als vuurvlammen. Zijn voeten blinken als gloeiend koper, Zijn gezicht straalt als de zon in haar volle kracht, zo licht, dat het uw ogen zou verblinden als Hij nu zichtbaar voor u zou zijn (Openbaring 1:14-16; 19:12-13; Mattheüs 17:2).

Zo zullen u en ik eruit zien als en wanneer wij uiteindelijk uit God geboren zijn!

Onze hogere bestemming

Er is nog een door bijna niemand begrepen schriftgedeelte dat ons onze verbazingwekkende, alles te bovengaande bestemming onthult. Het begint in Hebreeën 2:6: “Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt … ?”

Hoewel dit reeds uitgebreid werd behandeld in hoofdstuk 3, is het belangrijk het hier in verband met het onderwerp van dit hoofdstuk—leven na de dood—nog even naar voren te brengen.

Ja, waarom zou de grote God zich met ons sterfelijke mensen bemoeien? Met welk doel plaatste Hij ons hier op aarde? Wat is de zin van ons leven, wat is onze bovenaardse bestemming? Deze gaat zover uit boven en buiten alles wat u gedacht en zich voorge­steld heeft, dat het ongelooflijk lijkt.

Kunt u het geloven? Bent u bereid te geloven wat nu duidelijk gesteld wordt? Hier volgt, beginnend met vers 7, het verbazingwekkende antwoord: “Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld.” De Statenvertaling heeft: “… een weinig minder gemaakt dan de engelen.” Verder: “Met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond [koningschap], alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen …”—m.a.w. Gods schepping.

Het heelal nog niet

Alle dingen [het heelal] hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want bij dit: alle dingen (hem) onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat hem niet onderworpen zou zijn …” Kunt u zich dat voorstellen? Het gehele onmetelijke, eindeloze heelal! Het is evenwel voor wedergeboren kinderen van God. De mens is nog niet wedergeboren, alleen Christus. Lees verder, hier komt het antwoord:

“Doch thans [in dit huidige stadium van zwangerschap] zien wij nog niet, dat hem alle dingen [het heelal] onderworpen zijn” (vs. 8).

Wat zien we nu echter wel?

“Maar wij zien Jezus … met heerlijkheid en eer gekroond” (vs. 9). Ja, aan Jezus werd reeds de uitvoerende macht van Gods heerschappij—het Koninkrijk Gods—over het ganse heelal gegeven. Tot aan het tijdstip waarop wij de heerschappij op aarde zullen erven en bezitten, bij de wederkomst van Christus, staat God echter Satan nog toe hier met zijn werk van bedrog door te gaan. Lees nu weer verder:

“Want het voegde Hem [Jezus], om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman [Leider, Pionier, of Voortrekker—degene die ons voorgegaan is en die wij moeten volgen] hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken. Want Hij, die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit één; daarom schaamt Hij Zich niet hen broeders te noemen” (vs. 10-11).

Christus onze oudere broeder

Wij zijn, zoals eerder aangehaald, erfgenamen van God en mede-erfgenamen, als broeders, van Christus. Hij is ons als Leidsman voorgegaan in de heerlijkheid door een opstanding.

Hij is de Eerstgeborene onder vele broeders. Hij heeft “alle dingen”—het heelal reeds geërfd. Wij hebben nog niet geërfd; wij zijn nog steeds in het zwangerschapsstadium van het proces om uit God geboren te worden. Jezus is nu onze oudere broeder en hogepriester die toeziet op onze geestelijke ontwikkeling en ons voorbereidt op onze functie in Zijn regering als koningen en priesters.

De eerste duizend jaar zullen we op aarde regeren. “En Gij hebt ons voor (ter ere van—Leidse vert.) onze God gemaakt tot koningen en priesters; en wij zullen als koningen heersen op de aarde.” (Openbaring 5:10—SV)

Regeren met Christus

Gedurende die eerste duizend jaar zal Jezus op de troon van Zijn aardse voorvader David in Jeruzalem regeren (Jesaja 9:5-6). En “wie overwint en Mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen [volken]; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf …” (Openbaring 2:26-27). Hoe en vanwaar zullen wij regeren?

Jezus zei nogmaals: “Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon [te Jeruzalem], gelijk ook Ik heb overwonnen, en [nu] gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon” (Openbaring 3:21).

Wanneer wij uit God geboren zijn, zullen wij Geest zijn en niet meer bestaan uit vlees en bloed. Wij zullen macht ontvangen.

Zoals aan Daniël werd geopenbaard, zullen de heiligen gedurende de eerste duizend jaar de heerschappij over de volken der aarde overnemen en ze regeren. wereldvrede en Gods regering zullen onder Christus tot stand komen.

En daarna? Hebreeën 2 laat zien dat ons dan, ook onder Christus, macht gegeven zal worden te heersen over het gehele onmetelijke universum, over letterlijk alles. Want dat is de macht die Christus gekregen heeft en wij zijn mede-erfgenamen die met Hem de erfenis zullen bezitten.

Ja, er is dus een leven na de dood voor hen die God gehoorzamen—een geestelijk leven van zo’n ongelooflijke dimensie dat het onze hoogste verwachtingen ver overtreft. Kunnen wij mensen wel het ontzaglijke belang inzien van deze verbazingwekkende waarheden? Onsterfelijk leven te verkrijgen, zou ons alomvattend streven moeten zijn. Want dat is de gift en wens van onze barmhartige Vader en van Zijn Zoon Jezus Christus.

Wordt vervolgd...

Ihp Nl