Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Het Mysterie van de Kerk (tweede deel)

Karl Fredrickson/Unsplash

Het Mysterie van de Kerk (tweede deel)

Mysterie der eeuwen (Hoofdstuk vijf)

Vervolg van Het Mysterie van de Kerk (eerste zes)

M

ijn persoonlijke ervaring

Ik moet denken aan mijn eigen ervaring, die waarschijnlijk typerend is voor die van veel andere mensen. Mijn ouders waren lid van de Friends Church, beter bekend als de Quakers. De familie behoorde al vele generaties tot de Quakers. Vanaf mijn vroegste kinderjaren werd ik meegenomen naar de kerk en ik nam die als een vanzelfsprekend onderdeel van het normale leven aan. Iedere zondag was ik in de kerk, omdat mijn ouders mij meenamen. Uit gewoonte bleef ik gaan tot mijn 18e. Het kwam nooit bij mij op me af te vragen waarom wij naar de kerk zouden moeten gaan of hoe de kerk is ontstaan, of wat de ware betekenis of het doel ervan was.

In die jaren had ik nooit de ervaring gehad „bekeerd” te zijn. In mijn tienerjaren werd mij verteld dat ik door geboorte een lidmaatschap van de kerk had. Ik werd ertoe geleid het als vanzelfsprekend te nemen dat ik een onsterfelijke ziel was en dat ik, als ik zou sterven, niet werkelijk zou doodgaan, maar naar de hemel zou gaan, waar ik geen verantwoordelijkheden zou hebben, maar een leventje van nietsdoen en gemak in sublieme glorie voor altijd en eeuwig. Ik was echter niet godsdienstig of leerstellig geïnteresseerd. Ik nam het naar de kerk gaan en een godsdienstige kant aan het leven als een vanzelfsprekend iets. Een speciale of diepgaande of geestelijke belangstelling had ik er echter niet voor en op 18-jarige leeftijd ging ik in de reclamewereld, verloor elke belangstelling voor godsdienst of de dingen van God en hield met regelmatig kerkbezoek op. Ik geloofde nog wel in God, dat wil zeggen, ik nam het bestaan van God voor waar aan, daar mij, zolang ik me kon heugen, Gods bestaan was onderwezen.

Vervolgens had ik op 25-jarige leeftijd die ene en enige bijzondere jonge vrouw ontmoet en getrouwd. Zij was in de dingen van God dieper geïnteresseerd. Wij kregen het gevoel dat wij ons bij een kerk moesten aansluiten. De voorouders van mijn vrouw waren deels Quaker en deels Methodist. In de buitenwijk van Chicago waar wij woonden was geen Quaker kerk. Wij gingen naar een Methodisten kerk, omdat die op loopafstand lag, omdat wij de persoon van de predikant mochten en omdat wij de leden wel vriendelijk vonden. Ik denk dat onze ervaring typerend is voor miljoenen andere mensen. Het kwam nooit bij mij op mij af te vragen waarom wij naar de kerk behoorden te gaan, of waarom het instituut kerk ooit tot bestaan was gekomen. Evenals miljoenen andere mensen ging ik ervan uit dat „de goede mensen” naar de kerk gaan, en dat wij dus behoorden te gaan.

De Kerk in verband met de geschiedenis

En daarom vraag ik nu: stelt iemand zich weleens vragen betreffende de reden of het doel van de kerk als instituut? Weet iemand WAAROM er kerken zijn? Is daar een reden voor? Het loutere bestaan van de kerk die bekend staat als „Christendom” is een van de grootste mysteries van onze tijd. Dit onderwerp van de Kerk brengt opnieuw het feit in gedachten dat wij, daar wij niet de gehele voorbije 6000 jaar die tot het heden hebben geleid, hebben meegemaakt en geen getuige geweest zijn van wat de Kerk in die tijd heeft wedervaren, niet de ware betekenis of het doel van de Kerk begrijpen. In dit hoofdstuk zullen wij de Kerk beschouwen in haar WARE relatie met alle gebeurtenissen die in de eerste vijf hoofdstukken van dit boek zijn beschreven. Nogmaals, wat is de Kerk?

De meeste mensen denken bij het woord KERK aan een gebouw. Inderdaad definieert het woordenboek het woord kerk in de eerste plaats als een gebouw. Het was evenwel iets heel anders toen ze oorspronkelijk werd opgericht.

De mensen menen dat de kerk een gebouw is waar de mensen, tenminste sommigen, op zondagmorgen naar toe gaan voor de „eredienst.” Zij denken dat mensen naar de kerk gaan. Zoals zij in het Nieuwe Testament werd opgericht ging de Kerk naar een gebouw, aanvankelijk een par-ticuliere woning. En de Kerk kwam bijeen op zaterdag, niet op zondag.

De kerken van vandaag zijn radikaal afgeweken van het model van Christus’. Ook dit feit is in raadselen gehuld en door nagenoeg niemand begrepen. Maar met welk doel richtte Christus de Kerk op? Wat is haar sindsdien overkomen?

Sommige mensen weten wellicht dat Christus de Kerk stichtte. Maar wie en wat is Christus? En als Hij de stichter van de Kerk was, met welk doel stichtte Hij haar dan? Jezus stichtte evenwel slechts één Kerk. Toch is er in de Westerse wereld een groot aantal verschillende kerken: katholiek, protestant, onafhankelijk. En daarbinnen vele denominaties, sekten en afscheidingen of gemeenten, elk met de eigen geloofsovertuigingen, leerstellingen, rituelen en programma’s.

De Kerk begon als één Kerk. Zoals is opgetekend in 1 Corinthe 12 bestond de Kerk uit vele leden, maar vormde slechts één lichaam: de ene Kerk, waarvan Jezus Christus het Hoofd was.

Vanaf het begin van dit hoofdstuk zijn we in hoofdzaak bezig met vier fundamentele vragen die een mysterie vormen, dat met begrip moet worden onthuld.

1) Wie en wat is Christus? En waarom verscheen Hij op aarde?

2) Wat is en waarom bestaat de Kerk en waarom werd zij in het leven geroepen?

3) Wat is het evangelie dat de Kerk zou moeten verkondigen?

4) Wat is de geschiedenis van de Kerk? Waarom is het Christendom van vandaag zo anders dan bij het begin ervan in de eerste eeuw? Institutioneel wordt de kerk tegenwoordig als een religieuze organisatie, een godsdienstig genootschap of een vereniging gezien. Iemand wordt, als hij „goed” is, geacht zich aan te sluiten bij „de kerk van zijn keuze.” Uiteraard zijn er de ‘goeden’ en de ‘slechten’. De ‘goeden’ gaan naar de kerk. Maar maakt het enig verschil welke kerk, welke denominatie?

Een predikant zonder pastoraat

Ik moet denken aan een voorval van meer dan 50 jaar geleden. Ik woonde nog in Eugene, Oregon. Een ex-predikant, die pas getrouwd was, kwam bij mij op bezoek. Zijn vrouw had geld, maar hij was te trots om zich door haar te laten onderhouden. Hij was al enige tijd niet meer als predikant werkzaam, maar nu had hij werk nodig.

„Weet u of er in Lane County een vacante preekstoel is?” vroeg hij: „Ik wil mijn vrouw onderhouden en zij wil hier in Lane County blijven.”

„Jazeker”, antwoordde ik. „Ik weet een vacature, maar daar hebt u niets aan, want dat is een Christelijke kerk en u bent een Methodist met andere geloofsovertuigingen en praktijken.”

„O, dat maakt niets uit”, stelde hij mij gerust, „ik predik alle doctrines die zij mij willen laten prediken.”

Maar maakt het werkelijk niets uit wat we geloven? Laat het Woord van God deze vraag beantwoorden.

De Kerk schijnt iets te zijn dat heeft te maken met gezamenlijk aanbidden. Naar alle waarschijnlijkheid heeft het betrekking op de aanbidding van God.

Maar als God bij de Kerk is betrokken, wat is dan die betrekking? Hoe begon de Kerk? Dit alles vormt een mysterie voor de hedendaagse wereld.

In het begin van 1927, toen mijn intensieve bijbelstudie mij tot bekering leidde, stelde ik mijzelf deze vragen. Ik meende dat in de gedachten van de meeste mensen die soort vragen nooit opkomen.

In het Grieks van het Nieuwe Testament heet de Kerk de ecclesia dat ‘de uitgeroepenen’ betekent—een samenkomst, een vergadering, een groep. Er is niets heiligs aan het woord ecclesia. De naam van de Kerk echter, die 12 maal in het Nieuwe Testament wordt gebruikt, is „Kerk [of gemeente] van God’, hetgeen betekent dat het Gods Kerk is en deze naam verleent er heiligheid aan. De oudtestamentische Kerk was „de Vergadering van Israël”, en Israël was een mens.

Waarom Jezus de Kerk stichtte

De eerste plaats in het Nieuwe Testament waar het woord kerk voorkomt is Mattheüs 16:18, waar Jezus, sprekend tot Simon Petrus zegt: „Ik zal mijn gemeente [Kerk] bouwen.” Zoals boven opgemerkt was het geïnspireerde Griekse woord voor kerk ecclesia, wat ‘uitgeroepenen betekent. Jezus zei met andere woorden: „Ik zal uit Satans wereld discipelen roepen om zich te ontwikkelen tot een geheel nieuwe en andere wereld, de wereld die Gods koninkrijk zal zijn.” En in Efeze 5:23 wordt gezegd dat Christus het Hoofd van de Kerk is.

Dit weten wij dus. Wat de Kerk ook is, zij behoort God toe en haar naam is de Kerk van God. Jezus Christus is er de oprichter en het levende Hoofd van.

Maar als het Gods Kerk is, als Jezus Christus haar oprichtte en er vandaag aan het hoofd van staat, dan is de Kerk iets belangrijks voor God en dus is het van primair belang dat wij hier begrip van krijgen. Wij moeten in gedachten houden wat voorafging, wat ertoe leidde, teneinde te begrijpen WAAROM de levende Christus haar schiep, WAT zij is, en wat haar plaats is in het goddelijke plan dat hier op aarde wordt verwezenlijkt. 

Wordt vervolgd …

Moa Ad Nl