Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Het Mysterie van de Kerk (derde deel)

Andrew Ruiz/Unsplash

Het Mysterie van de Kerk (derde deel)

Mysterie der eeuwen (Hoofdstuk zes)

Vervolg van Het Mysterie van de Kerk (tweede deel)

D

e oudtestamentische Kerk

Het oudtestamentische Israël had een functie ter voorbereiding op de uiteindelijke vestiging van het Koninkrijk van God). De eerste maal dat in de Bijbel de Kerk chronologisch gezien wordt vermeld is in Handelingen 7:38, waar wordt gesproken over „de vergadering [kerk—KJV] in de woestijn” bij de berg Sinaï onder Mozes. Het oudtestamentische Israël was dus de „Kerk”. In het algemeen wordt in het Oude Testament naar Israël als Kerk verwezen met de woorden „de vergadering [of gemeente] van Israël”.

Maar de Kerk van het Nieuwe Testament is, zoals wij zullen zien, geheel anders en heeft een geheel ander doel dan de oudtestamentische „Vergadering van Israël”. Bijna niemand begrijpt dat het evangelie pas aan de wereld kon worden verkondigd, en dat Gods geroepen vergadering van mensen pas de Heilige Geest kon krijgen, nadat Jezus a) zich had gekwalificeerd door Satan te overwinnen, en b) was verheerlijkt na Zijn hemelvaart (Johannes 7:37‑39).

En dit is iets wat zelfs de theologen en kerkleiders van onze tijd niet begrijpen. Dit is inderdaad een mysterie dat moet worden onthuld en begrepen. Laten wij nu duidelijk begrijpen wie en wat Christus is.

In hoofdstuk een hebben wij reeds gezien dat Christus, in de eeuwigheid, voordat de wereld bestond, de „Logos” was, die tevens God was en die, als Jezus, werd geboren als de Zoon van God. Hij werd de tweede Adam genoemd (1 Corinthiërs 15:45, 47). Waarom zou Hij de tweede Adam moeten heten? De eerste Adam was in de gelegenheid om van de boom des levens te eten, wat betekent goddelijk leven te ontvangen—God te gehoorzamen en daarmee Satan op de troon van de aarde te vervangen. Jezus kwam om precies dat te doen: Zich te kwalificeren om Satan op die troon te vervangen en op de aarde de regering van God te beginnen door middel van hen die uit Satans wereld worden geroepen. Tevens kwam Hij met een boodschap van God, het Evangelie. Het woord evangelie betekent ‘goed nieuws’. En Zijn Evangelie, de boodschap die door Hem van God werd gebracht, was het goede nieuws van het Koninkrijk van God. En het Koninkrijk van God zal, zoals wij zullen zien, de regering van God op de hele aarde herstellen en Satan van de troon verdrijven.

Jezus kwam bovendien om de Kerk te bouwen. En Hij kwam om voor een gegijzelde wereld de losprijs te betalen en door die prijs, Zijn dood, de straf te boeten die alle mensen wegens hun zonden over zich hebben gehaald.

Jezus—Heerser en Koning op aarde

Wat bijna alle „Christenen”, inclusief theologen, zich niet realiseren is: Jezus werd geboren om Koning te worden! Toen Hij voor Pilatus terechtstond werd Jezus gevraagd: „Zijt Gij dus toch een koning?” En Jezus antwoordde: „Gij zegt, dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen …” (Johannes 18:37). Jezus zei ook (vs. 36): „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld … [anders] zouden mijn dienaars gestreden hebben”—wat aantoont dat dit Satans wereld is. Jezus kwam om uit deze wereld mensen te roepen en die voor te bereiden op het geven van onderwijs en regeren onder Hem, wanneer Hij komt om Koning te worden en de troon van de aarde over te nemen.

Vóór de verwekking en geboorte van Jezus had God, door Zijn engel, tot Maria, die Zijn moeder zou worden, gezegd: „En zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam Jezus geven. Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven, en Hij zal als Koning over het huis van Jacob heersen tot in eeuwigheid, en zijn Koningschap zal geen einde nemen” (Lukas 1:31-33). Zijn evangelie was het goede nieuws van dit koningschap—van het Koninkrijk van God. Het is essentieel dat wij begrijpen dat Jezus, tijdens Zijn menselijk leven, zowel God was als mens. In Jesaja 7:14 werd aangaande Maria, de moeder van Jezus, geprofeteerd als zijnde de maagd die een zoon zou baren. In deze profetie moest de naam van de Zoon Immanuel zijn, hetgeen betekent „God met ons”. Met andere woorden, Jezus was God en mens. Hij had geen menselijke vader. De Almachtige God was Zijn Vader, die Hem verwekte door middel van de Heilige Geest. Maar al was Jezus in feite „God met ons”, Hij was tevens menselijk als alle mensen. Evenals alle andere mensen stond Hij bloot aan verleiding. Ofschoon Hij in wezen God in het menselijk vlees was, functioneerde Hij in Zijn ambt als mens. Vergeet niet dat Hij de tweede Adam was. Het was noodzakelijk dat Hij, als mens, de „verboden boom” zou afwijzen en de boom des levens zou accepteren. Het was noodzakelijk dat Hij, zoals de eerste Adam had kunnen doen, zou besluiten geheel op God de Vader te vertrouwen. In feite was God daadwerkelijk in Christus aanwezig en Jezus gehoorzaamde de Vader volledig. Hij kwalificeerde zich om van Satan de troon van de aarde op te eisen.

Jezus was God

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus God in het menselijk vlees was? Waarom was het nodig dat Hij God was? Waarom was het nodig dat Hij mens was? Als God was Hij de Schepper van de gehele mensheid. In Efeze 3:9 wordt geopenbaard dat God alle dingen schiep door Jezus Christus (zie SV). Toen Jezus als mens werd geboren, was Zijn leven als onze Schepper van grotere waarde dan alle menselijke levens bij elkaar. Daar het mensen zijn die zondigen en onder de doodstraf vallen, vereiste Gods wet de dood van de mens als straf voor de zonde van de mens. Als onze Schepper was Jezus evenwel de enige mens wiens dood de betaling kon zijn van de straf voor de zonden van alle mensen.

Op geen enkele andere manier kon onze Schepper-God een tot de doodstraf veroordeelde mensheid verlossen.

Jezus voor onze genezing gegeseld

Wij moeten goed voor ogen houden dat Jezus, hoewel Hij God in het menselijk vlees was, tevens menselijk was zoals u en ik. Hij kon dezelfde lichamelijke pijn lijden. De Romeinse gouverneur Pilatus veroordeelde Hem ter dood op de dwingende eis van schreeuwende Joden.

Hij was een sterke, krachtige jongeman van omstreeks 33, met een maximale gezondheid. Omdat Hij nooit zelfs maar een gezondheidswet had geschonden, onderging Hij het stervensproces zoals geen enkele andere mens dat ooit onderging. Gedurende de rechtszaak voor Pilatus was Hij al de gehele nacht zonder slaap geweest. Later op die morgen gaf Pilatus Hem over om te worden gegeseld, alvorens ter dood te worden gebracht.

Bij een geseling werd iemand met ontbloot bovenlijf voorovergebogen aan een paal gebonden. Hij werd geslagen met een zweep van leren riempjes waaraan stukjes lood, stukjes bot en scherpe puntige stukjes metaal op enkele centimeters van elkaar waren vastgebonden. Die waren ontworpen om zich diep in het vlees vast te zetten als de zweep zich om het lichaam wond. Jezus werd geslagen tot Zijn vlees openscheurde en zelfs Zijn ribben te voorschijn kwamen. Zoals voorspeld in Jesaja 52:14: „Zozeer misvormd, niet meer menselijk was zijn verschijning, en niet meer als die der mensenkinderen zijn gestalte.”

Deze onbeschrijfelijke geseling onderging Hij, opdat de gelovigen zouden worden genezen van ziekten of gebreken door fysieke wetsovertreding (Jesaja 53:5: 1 Petr. 2:24). Wat een gruwelijke prijs betaalde onze Schepper, opdat wij, door geloof, zouden worden genezen. Toch negeren bijna alle belijdende gelovigen totaal wat hun Verlosser voor hen gaf, en in plaats van te vertrouwen op Hem, stellen zij hun vertrouwen in menselijke artsen, drugs, medicijnen en messen.

Jezus was door deze verschrikkelijke kastijding dermate verzwakt dat Hij niet in staat was Zijn kruis te dragen, zoals dat van Hem was geëist, behalve een korte afstand. Er werd iemand anders aangewezen om het voor Hem te dragen.

De pijnlijkste en verachtelijkste dood

Buiten de stadsmuren, op de Hoofdschedelplaats (Golgotha), werd Jezus aan het kruis genageld. Hij werd vernederd, geslagen, bespot en uitgejouwd.

Erger nog, omdat Hij op dat moment onze zonden op zich had genomen, teneinde in onze plaats de straf te ondergaan, werd Hij zelfs door God, Zijn Vader, in de steek gelaten. Terwijl Hij machteloos aan het kruis hing, doorstak een soldaat Hem met een speer. Hij schreeuwde van pijn en stierf toen (Mattheüs 27:50—Moffatt vertaling). Hij deed dit, omdat u en ik de wet van God hebben overtreden. Hij gaf voor u en voor mij het hoogste offer dat mogelijk is.

Nog een uiterst belangrijke waarheid. Jezus’ opstanding uit de doden was die van een menselijk wezen en de enige die de opstanding van dode mensen tot onsterfelijk leven mogelijk kon maken.

Nu een andere belangrijke profetie. Jesaja 9:5-6: „Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.” Merk op dat op Zijn schouder de heerschappij zal rusten. Jezus zal Koning over de gehele aarde worden. En een der redenen van Zijn komst was het aankondigen van dat koninkrijk. Jezus’ evangelie was niet alleen zomaar goed nieuws, het was een aankondiging of proclamatie van het komende Koninkrijk van God. Wat een tragedie dat een „traditioneel Christendom” die uiterst belangrijke en schitterende evangelieboodschap heeft verloochend en verloren en door een eigen evangelie over de persoon van Christus vervangen.

Jezus werd geboren als mens, om Koning te worden, om uiteindelijk het Koninkrijk van God te vestigen dat zal heersen over de gehele aarde met Gods bestuur! Maar dat regeren vereist evenwel meer personen dan alleen Jezus. De koning, president, ministerpresident, of heerser van ieder land regeert met en door een min of meer uitgebreide organisatie van anderen die op verschillende niveaus regeren en departementen onder hem besturen. Evenzo moet Christus een georganiseerde regering hebben met een groot aantal anderen die zijn opgeleid en zich hebben gekwalificeerd om onder Hem te regeren. Jezus zei: „Ik zal mijn gemeente [kerk] bouwen” (Mattheüs 16:18). De Kerk zou bestaan uit een groot aantal mensen die uit Satans wereld zouden worden geroepen en die zouden worden opgeleid voor de talloze bestuursfuncties onder Christus, wanneer Hij komt om over alle naties te regeren. 

Wordt vervolgd …

Moa Ad Nl