Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Het Mysterie van de Kerk (achttiende deel)

ZanyJadraque/Unsplash

Het Mysterie van de Kerk (achttiende deel)

Vervolg van Het Mysterie van de Kerk (zeventiende deel)

De keizer bepaalde de leer van de valse kerk

Wat gebeurde er met de ware Kerk gedurende die eeuwen waarin het evangelie werd onderdrukt?

In 337, iets meer dan 300 jaar nadat Christus was gekruisigd, stierf keizer Constantijn. Hij had zijn zegen gegeven aan een kerk die beweerde de kerk te zijn die door Christus was gesticht.

Nu zij vrij waren van de vrees voor verdrukking, werden de vervolgden vervolgers. De leden van de ware Kerk die waagden het met hun doctrine oneens te zijn werden gebrandmerkt als ketters, die moesten worden gestraft.

In omstreeks 365 n.Chr. schreef het Katholieke Concilie van Laodicea in een van de bekendste canons:

„Christenen moeten niet de Joodse leer volgen door op de sabbat te rusten, maar op die dag werken en in plaats daarvan de Dag des Heren eren. Maar ieder die blijkt de Joodse leer te volgen, die zij door Christus vervloekt.”

Dit stond praktisch gelijk aan een vonnis om te worden gemarteld en/of ter dood gebracht. De valse kerk bracht de ware gelovigen niet zelf ter dood, maar liet hen ter dood brengen (Openbaring 13:15). Dit decreet van het jaar 365 toont duidelijk aan dat er ware Christenen waren die de sabbat onderhielden.

Het kleine overblijfsel Christenen van het Smyrna tijdperk vluchtte eens te meer, op zoek naar de godsdienstvrijheid die zij nodig hadden om hun geloof in praktijk te brengen.

Zij lieten weinig verslagen na. Van tijd tot tijd verschijnen zij als een voetnoot in de geschiedenis. Zij werden als ketters verworpen, belachelijk gemaakt, en belaagd door hun vijanden. Maar hun sterkste getuigenis komt van Jezus zelf, in Zijn woorden van bemoediging tot de Kerk die te Smyrna was: „Ik weet uw werken, en verdrukking, en armoede. Vrees geen der dingen, die gij lijden zult … Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens” (Openbaring 2:9-10—SV).

En zo ging het estafettestokje over van de Smyrna-Christenen naar die van het Pergamum tijdperk.

Dezen waren geroepen de waarheid te dragen door een van de moeilijkste perioden van de geschiedenis: de duistere Middeleeuwen.

De macht en invloed van de grote universele kerk verspreidde zich wijd en zijd, en dreef degenen die aan de waarheid van God vasthielden steeds verder de wildernis in.

Ver van de dreiging van vervolging en martelaarschap waren zij echter nooit.

En zo bleven er maar heel weinig Pergamum-Christenen trouw.

Duizend jaar nadat Jezus Zijn Kerk had gesticht droeg het uitgeputte overblijfsel van het Pergamum tijdperk de estafettestok over.

Het Thyatira tijdperk begon met een krachtige start en predikte bekering in het hele gebied van de dalen van de Alpen in Zuid-Frankrijk en Noord-Italië. Velen gaven gehoor en bekeerden zich.

De religieuze autoriteiten reageerden snel op deze uitdaging.

Leiders van de ware Kerk werden gearresteerd. Sommigen werden gemarteld.

Na de dood van haar eerste leiders onderging de Kerk een tijdelijke teruggang, maar kwam eens te meer naar voren onder het dynamische leiderschap van Petrus Waldus. Gedurende een aantal jaren in de 12e eeuw maakten deze Waldenzen in de Alpendalen een bloeiperiode door en predikten de waarheid die zij bezaten. Er werden boekjes en artikelen geschreven en met de hand gekopieerd. Dit was nog in de dagen vóór de boekdrukkunst.

Zoals Jezus over het Thyatira tijdperk had geprofeteerd, hadden zij geloof en werkten hard. Hun laatste werken waren groter dan de eerste.

Maar opnieuw ontstond er vervolging en de inquisitie werd in haar volle kracht gevoeld in de vredige valleien die eens een veilig toevluchtsoord waren voor het werk van God.

Velen die overbleven begonnen de gewoonten en tradities van de wereld om hen heen over te nemen.

In Europa bestond nu een groot aantal verspreide groepen van mensen die zich Christe­nen noemden.

Ondertussen veranderde de wereld. De boekdrukkunst was uitgevonden, en de kennis begon zich te vermeerderen. De protestantse Reformatie doorbrak het monopolie van de Kerk van Rome.

Terwijl er gedurende de Middeleeuwen over het Europese continent godsdienstoorlogen woedden, vluchtten velen naar de betrekkelijke veiligheid en verdraagzaamheid van Engeland. Onder hen waren leden van de ware Kerk. Zij brachten hun doctrines en geloof met zich mee, in het bijzonder de kennis van de sabbat.

De strenge Puriteinen, die de zondag hielden, verzetten zich, maar ondanks een stijgend getij van tegenstand, in de vroege 17e eeuw, waren er in Engeland verscheidene sabbathoudende gemeenten. Jezus was bezig het vijfde tijdperk van Zijn Kerk op te richten, dat van Sardes.

Het protestantse Engeland werd in toenemende mate onverdraagzaam jegens andersdenkenden, inclusief sabbathouders.

De ware Kerk in Engeland kwijnde. Maar aan de andere zijde van de oceaan begon men een Nieuwe Wereld te ontdekken.

In 1664 vertrok Stephen Mumford, een lid van een sabbathoudende kerk in Londen, vanuit Engeland en ging naar Newport op Rhode Island. Rhode Island was de kleinste van de Amerikaanse kolonies en was gesticht door Roger Williams, een Baptist die was gevlucht voor de vervolging door de Puriteinen van Massachusetts.

Rhode Island was de eerste plaats in de wereld die, als fundamenteel beginsel van zijn grondwet, vrijheid van godsdienst garandeerde. Omdat hij niemand vond die de sabbat hield, begonnen Mumford en zijn vrouw om te gaan met de Baptistengemeente in Newport. Hij trachtte geen bekeerlingen te maken, maar handhaafde rustig zijn eigen geloof. Een aantal leden van de zondagvierende kerk raakte ervan overtuigd dat ook zij de sabbat behoorden te houden.

Zij werden de eerste sabbathoudende gemeente in Amerika.

Aanvankelijk kwamen zij in particuliere woningen bijeen. In het historisch museum in Newport wordt hun boek met verslagen bewaard. Daarin staan namen, hun bijdragen, zelfs verslagen van hun ordinatiediensten.

Wat ook behouden is, is de eenvoudige, maar smaakvolle vergaderzaal die zij in de beginjaren van de 18e eeuw in Newport bouwden. Naarmate God meer mensen in de Nieuwe Wereld tot Zijn werk riep, voegden anderen zich bij hen in hun geloof.

In Hopkinton werd een tweede gemeente gevestigd. Dit werd al spoedig een welvarende gemeente met verscheidene honderden mensen. Vandaag duidt een brug de plaats aan van het gebouw waarin zij bijeenkwamen. Duizenden mensen werden hier aan de oevers van de rivier de Pawcatuck gedoopt. Later trad een geestelijke achteruitgang in.

In het midden van de 19e eeuw werden, als gevolg van de prediking van William Miller, 1831-1849, overal in het middenwesten van Amerika krachtige, nieuwe sabbathoudende gemeenten opgericht.

In 1860 werden in Battle Creek, Michigan, vele duizenden ertoe overgehaald de geloofsovertuigingen van de volgelingen van Ellen G. White te aanvaarden.

De ware naam—de Kerk van God—lieten zij los: In de plaats van het ware evangelie, het Koninkrijk van God, kwamen de doctrines van Ellen G. White, het zogenaamde „gesloten deur beleid”, het „onderzoeksoordeel”, een doctrine over „2300 dagen”, en „de geest der profetie”, die mevrouw White identifi- ceerde als de profeet van de kerk die in feite de leer van de kerk vaststelt.

Zij aanvaardden de naam Zevendedagsadventisten, de naam waarmee zij tot op vandaag bekend zijn. De trouwe leden van de ware Kerk van God weigerden echter deze leerstellingen en doctrines te aanvaarden en herstelden bepaalde waarheden die in de voorafgaande eeuw waren veronachtzaamd.

Zij verhuisden hun hoofdkwartier naar Marion in de staat Iowa, en daarna naar Stanberry in Missouri. Er werd een tijdschrift uitgegeven, The Bible Advocate. Hun inspanningen droegen enige vrucht: in het hele land ontstonden kleine gemeenten.

En zo gebeurde het dat op een bepaald moment in de 19e eeuw in de vredige Willamette Valley in Oregon een kleine gemeente van de ware Kerk van God werd opgericht.

De leden waren boeren zonder officiële opleiding. Zij misten opgeleide dienaren voor hun onderwijs en leiding. Maar zij hadden de ware naam, Kerk van God, en zij onderhielden trouw de sabbatdag.

Sinds de Pinksterdag had Gods Kerk een lange weg door de woelige eeuwen afgelegd.

Zij was zwak en had geen invloed. Jaren van vervolging en compromis hadden hun tol geëist. Er was veel waarheid verloren gegaan. Maar zij hadden steeds volgehouden.

In de Willamette Valley wachtten zij. Het was bijna tijd de estafettestok weer door te geven—in de handen van hen die God zou roepen om Zijn werk van de eindtijd te doen. 

Vervolgd op Het Mysterie van de Kerk (negentiende deel)

Moa Ad Nl