Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Gebeden van een Priester

DE TROMPET

Gebeden van een Priester

Hoe moet ik bidden (Hoofdstuk Zes)

Vervolgd van: De zegeningen van bemiddelend gebed

Het ontwikkelen en vervolmaken van ons gebed is een inspanning die wij ons hele leven moeten nastreven. Wat een geweldig, nobel streven!

Het is eigenlijk Gods bedoeling dat uw gebeden u voorbereiden op het koning- en priesterschap. Streven naar meer bekwaamheid in uw gebeden is een priesterlijk, koninklijk streven!

Jezus Christus staat op het punt om te worden gekroond als Koning der koningen en Heer der heren – en Zijn heiligen zullen samen met Hem regeren als koningen en priesters (Openbaring 5:10).

Hoe bereiden wij ons voor? Gebed is de sleutel. Wij kunnen het voorbeeld van koning David volgen, op wiens troon wij zullen zitten, door te leren bidden “naar Gods eigen hart”. David was een man naar Gods eigen hart (Handelingen 13:22), en hij wist echt hoe hij effectief moest bidden. Hij bouwde zijn leven rond het prijzen van God en het danken van God. Deze twee activiteiten vormen de kern van een Godgericht leven. Het zijn twee geweldige bouwstenen om een man naar Gods eigen hart te zijn.

God beschouwt die personen die Hij vandaag in Zijn Kerk roept als Zijn priesters; de apostel Petrus beschrijft Gods volk als een “heilig priesterschap” en een “koninklijk priesterschap” (1 Petrus 2:5, 9). Dit zal voor eeuwig onze taak zijn – maar God zegt dat Hij ons nu al priesters heeft gemaakt (Openbaring 1:6; 5:10). In Gods gedachten bekleden alle geestelijk verwekte mensen, niet alleen Zijn dienaren, dit geestelijk ambt vandaag ook al. Hoe helder is deze realiteit in uw gedachten: dat u als één van Gods geroepenen deel uitmaakt van een heilig, koninklijk priesterschap?

Waarom gebruikte Petrus deze terminologie? Hij was een expert in het Oude Testament en hij verbond onze rol als Gods heiligen van nu met de priesters die in de tabernakel en de tempel in het oude Israël dienden. Daar had men een hogepriester, wiens taak verwees naar onze huidige Hogepriester, Jezus Christus. Onder Hem diende een heel priesterschap, waarin elke priester zijn eigen priesterlijke plichten vervulde.

Deze priesters waren een type van Gods uitgeroepenen van vandaag. Het werk dat zij deden leert ons over onze taak in Gods koninklijk priesterambt van nu, en de rol die wij in Gods eeuwige Familie zullen hebben!

Wat is het werk van een priester? Petrus wordt specifiek: “om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus” (1 Petrus 2:5). De fysieke offers die de priesters vroeger brachten, zijn een type van onze geestelijke offers van vandaag. Het is belangrijk meer over deze offers te weten!

Een van de offers die de priesters vroeger brachten – en het belangrijkste voor ons om op dit moment te begrijpen – was een direct type van onze dagelijkse gebeden. Dit geeft ons een geweldig inzicht in hoe belangrijk gebed voor God is – en hoe belangrijk het voor ons zou moeten zijn!

Een priesterlijke eer

Vroeger gebood God de Israëlieten een tabernakel te bouwen, en later een tempel. Hij deed dat omdat Hij in de geest tussen Zijn volk wilde wonen; het moest een fysieke vertegenwoordiging op aarde zijn van Zijn hemelse woning (Exodus 25:8-9). De details van de tabernakel hebben een prachtige geestelijke betekenis voor ons vandaag.

De Schriften geven de tabernakel verschillende namen: de tent, tent van de Eeuwige, huis van de Eeuwige en vele andere. De naam die het meest gebruikt worden – met ruime meerderheid – is de “tent van samenkomst”. God bedoelde dat de tabernakel de plaats zou zijn “waar Ik u zal ontmoeten om daar met u te spreken. Daar zal Ik dan de Israëlieten ontmoeten” (zie Exodus 29:42-43; ontmoeting in vers 42 betekent een afspraak, samenkomst [sv] of bijeenkomst). Dit laat zien hoe graag God wil communiceren met Zijn volk.

In het hart van de tabernakel bevond zich de ark van het verbond, bedekt door het verzoendeksel (Exodus 25:10-22). Die heiligste van alle heilige plaatsen werd afgesloten door een voorhangsel. Recht voor het voorhangsel was het gouden altaar, waarop de hogepriester iedere ochtend en avond wierook zou branden (Exodus 30:1-8). God liet hen dit altaar direct voor de ark en het verzoendeksel plaatsen, en zei, Dit is waar Ik u zal ontmoeten! Via dit gouden altaar gaan wij bij Mijn troon met elkaar communiceren (vers 6).

Dit fysieke altaar was een type van het echte gouden altaar dat in de derde hemel staat, recht voor Gods troon! Het wierookritueel was een type van de dagelijkse gebeden van Gods volk – die als een zoete geur naar God opstegen en vlak voor Gods troon werden aangeboden.

Daar offert een engel geestelijke reukwerk “samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar voor de troon”, en dit heilige mengsel “stijgt op tot voor God” (Openbaring 8:3-4; zie ook Jesaja 6:1, 6-7). De apostel Johannes heeft het over geestelijke wierook en het geestelijke reukofferaltaar. Vergeet niet dat het voorhangsel dat het altaar van de ark scheidde in tweeën werd gescheurd toen Christus stierf (Mattheüs 27:51), wat laat zien dat wij nu directe toegang tot Gods troonzaal hebben in onze gebeden!

God heeft specifieke engelen aangewezen om toezicht te houden op de gebeden van Zijn volk. Bovendien, zoals wij zullen zien, is Jezus Christus direct betrokken bij al onze gebeden. Dit laat zien hoe serieus God onze gebeden neemt.

Kijk naar de koninklijke omgeving waarin uw gebeden worden behandeld. Kijk naar de prioriteit die God aan uw gebeden geeft! U moet dezelfde hoogste prioriteit aan uw gebeden geven! U moet onthouden waar ze naar toe gaan. Dit heeft veel te maken met de manier waarop Gods mensen vandaag worden beoordeeld.

– Gerald Flurry, Unveiled at Last: The Royal Book of Revelation

Mogen neerknielen en tot God bidden – een offer aan God mogen geven voor het reukofferaltaar – is een nobel, verheven priesterlijk voorrecht! Wij gaan de koninklijke troonzaal binnen en maken een geestelijk offer op dat gouden altaar als een van Gods koninklijke priesters! Wat een eer.

En wat een verantwoordelijkheid. Een van onze plichten als Gods heilig priesterschap is om iedere dag zoete wierook aan God te offeren. De taak van de priester draait echt om dit gouden altaar.

Onze primaire focus in het leven

Openbaring 11:1 bevat een belangrijke opdracht voor ons Werk van vandaag: “Sta op en meet de tempel van God, het altaar en hen die daarin aanbidden”.

God openbaarde de waarheid over dit vers aan Gerald Flurry in 1992. Zelfs in Maleachi’s Boodschap plaatste hij een verwijzing die het altaar met het priesterschap verbond. Maar in de februari-uitgave van de Trumpet van 1992 drukte hij een artikel af genaamd “Inspirerende nieuwe waarheid – het meten van de Tempel”.

In Openbaring 11:1 geeft God de PCG de opdracht om het “altaar” eerst te meten en als tweede “hen die daarin aanbidden”. In deze tijd vertegenwoordigt het altaar de dienaren die de aanbidders leiden. Het altaar wordt eerst genoemd omdat de dienaren een zeer cruciale verantwoordelijkheid hebben tegenover God en de heiligen. …

De dienaren – of het altaar – wordt door God gebruikt om de geestelijke levens van de heiligen te leiden. De dienaren zijn er verantwoordelijk voor dat de heiligen God naderen, gemotiveerd door de Heilige Geest. …

De taak van de dienaar is om richting te geven aan het soort geestelijke offers die op het gouden altaar worden gemaakt! De grootste, prachtigste taak die ooit een mens gegeven is! En God kijkt nauwlettend toe.

Het reukofferaltaar is een type van de heiligste plaats in het universum. Geestelijk vertegenwoordigt het ook de dienaren die de grote God dienen!

– Gerald Flurry, Filadelfia Trompet, februari 1992

De taak van de priester draait om dat gouden altaar! Geestelijk vertegenwoordigt het reukofferaltaar de gebeden van Gods volk.

Meneer Flurry herdrukte dit artikel in de mei-juni 1998 Royal Vision. Toen hij dat deed voegde hij deze verklaring toe:

De koninklijke dienaren moeten de mensen leiden in het opbouwen van het gouden karakter van God. Dat is waarom de mensheid werd geschapen. De dienaren moeten Gods mensen leiden om hun hele leven rond dat reukofferaltaar te bouwen!

Onze belangrijkste focus in het leven moet zijn hoe wij met God praten in gebed! Dat is onze allereerste prioriteit. Dat is de manier waarop wij in Gods koninklijke Familie groeien.

De ark stelde de troon van God voor. Het gouden altaar stond vóór de ark in de fysieke tempel. Dit was het altaar waar de gebeden van de heiligen werden geofferd. Het symboliseerde de gelovige gebeden die voor God aanvaardbaar waren!

Gerald Flurry, Royal Vision, mei-juni 1998

Wat een schokkende verklaring! Ons leven wordt overspoeld met constante, concurrerende eisen voor onze tijd en aandacht. Hoe verhelderend dat God ons verteld heeft dat onze “allereerste prioriteit” de kwaliteit van onze gebeden moet zijn!

God heeft ons tot priesters gemaakt. Wij zijn geroepen om voor altijd als priesters van God te dienen. En misschien is de beste manier om u voor te bereiden om een priester te worden wel om te leren bidden zoals een priester.

Dit is vooral belangrijk voor degenen die in deze tijd in het dienaarschap zijn geordineerd. Maar het is een feit dat iedereen in Gods Kerk geroepen tot Gods koninklijke priesterambt. De taak die de dienaar nu heeft is slechts een type van de taak die wij spoedig allemaal over de hele wereld zullen hebben! God heeft een koninklijk priesterschap nodig om de behoeften van de wereld te dienen.

Een van de belangrijkste manieren hoe wij deze wereld dienen – en dit Werk en deze Kerk, en Gods volk – is door onze gebeden. Terwijl wij dat doen bouwt God aan ons karkater en bereidt ons voor op onze eeuwige posities als priesters van God en van Christus.

Hoe verwacht God dat Zijn priesters bidden?

Het reukofferaltaar

Gods instructies met betrekking tot het oude reukofferaltaar staat in Exodus 30. Het is prachtig gedetailleerd en bevat duidelijke, praktische en diepgaande paralellen die, wanneer we erover nadenken, de manier waarop wij geestelijk wierook aan onze Vader aanbieden, zullen verbeteren. Gods instructie met betrekking tot dit cruciale onderdeel van de tabernakeldienst laat zien dat Hij het heel serieus nam en Hij wilde dat de priesters en het volk van Israël dat ook zouden doen.

In de verzen 1 tot 6 beschrijft God de constructie (de materialen en afmetingen) van het reukofferaltaar en de positie ervan in de tabernakel. Het altaar was prachtig en elegant. God instrueerde, “U moet het vervolgens vóór het voorhangsel, dat voor de ark van de getuigenis hangt, plaatsen, vóór het verzoendeksel, dat boven de getuigenis is, waar Ik u zal ontmoeten. (vers 6). Het altaar stond recht vóór de ark en het verzoendeksel, en God zei, Dit is waar Ik u zal ontmoeten!

Dan begint God Zijn instructie aan Aäron hoe hij het reukwerk moest branden.

“En Aäron moet daarop geurig reukwerk in rook laten opgaan. Elke morgen als hij de lampen in orde gebracht heeft, moet hij het in rook laten opgaan. (vers 7). Het voorbereiden van het reukwerk en het vervolgens offeren op het altaar was elke dag de eerste prioriteit van de priester bij aankomst in de tabernakel. Andere priesterlijke taken zoals het in orde brengen van de lampen en offers brengen werden pas uitgevoerd nadat hij het reukwerk had voorbereid en deze op het altaar brandde.

Gods volk is koning-priester in training, en zoals voor Aäron, is het onze eerste plicht iedere dag om reukwerk voor God voor te bereiden en te offeren. Hechten wij net zoveel belang aan het ochtendgebed – dat het een deel is van onze taakomschrijving als koning-priesters? Jezus Christus deed dat (Marcus 1:35).

“Ook als Aäron de lampen tegen het vallen van de avond zal aansteken, moet hij het in rook laten opgaan. Het moet een voortdurend reukwerk zijn voor het aangezicht van de Heere, al uw generaties door” (Exodus 30:8). Aäron werd opgedragen de dag af te sluiten door het branden van het reukwerk. God wilde dat Aäron er een gewoonte van maakte om reukwerk te bereiden en te branden zodra hij ‘s morgens arriveerde en vlak voordat hij ’s avonds vertrok. Hij wilde dat hij zijn dag opende en afsloot door voor Hem reukwerk te branden! Denk aan deze praktische symboliek.

Naast deze nadruk op ‘s morgens en ‘s avonds, noemt God het ook “een voortdurend reukwerk” – wat constant betekent. Op dezelfde manier worden wij geïnstrueerd om “zonder ophouden” te bidden (1 Thessalonicenzen 5:17). Dat is een priesterlijke prioriteit.

Zorgvuldig voorbereid

God was heel specifiek over wat er op het reukofferaltaar werd geofferd (Exodus 30:9). Reukwerk dat in de tempel werd gebrand was geen mengelmoes van kruiden en specerijen. God gaf de priesters gedetailleerde instructies over de ingrediënten, het verdelen in porties en de manier waarop het reukwerk werd geofferd – en Zijn instructies moesten precies worden gevolgd. Hij gaf veel om de kwaliteit van het reukwerk.

Vers 34 heeft het exacte recept: “Verder zei de Heere tegen Mozes: Neem voor uzelf geurige specerijen: druipende hars, onyx en galbanum, dus geurige specerijen, en zuivere wierook. Dit alles moet in gelijke hoeveelheden zijn.”

Op dezelfde manier moeten onze gebeden specifieke ingrediënten bevatten, zoals veel Bijbelverzen laten zien. In onze dagelijkse gebeden kunnen wij niet zomaar een brouwsel bij elkaar gooien. In Mattheüs 6 gaf Jezus Christus ons het recept voor het maken van geestelijk reukwerk! En Hij gaf niet alleen de ingrediënten voor succesvol gebed. Hij gaf ons het schema, de focus, en zelfs een idee over de indeling voor het maken van een krachtig gebed dat God behaagt. Wij kunnen loven en danken niet verwaarlozen – en dan gebeden hebben die naar Gods eigen hart zijn! Wij kunnen bemiddelingen voor Gods Werk en Gods mensen niet verwaarlozen. Wij kunnen Bekering niet verwaarlozen. Onze gebeden moeten deze ingrediënten hebben om Gods doel voor gebed te bereiken!

Vroeger moest het reukwerk worden “gemengd zoals door de parfumeur, gekruid met zout, zuiver en heilig” (vers 35, rsv). Op het moment dat deze instructie werd gegeven was het maken van wierook en parfum een veel beoefende kunst in Egypte en een groot deel van het oosten. God verwachtte van de priesters dat ze zouden genieten van het maken van wierook en er enorm veel zorg aan zouden besteden, en dat ze hun vaardigheid in het maken van reukwerk constant verbeterden en perfectioneerden. Hij wilde dat zij er een vorm van kunst van maakten. God wil hetzelfde van Zijn huidige priesters: Hij wil dat wij de manier waarop wij bidden verbeteren en perfectioneren – om de kunst van het bidden te ontwikkelen.

Vers 36 gaat verder: “Vervolgens moet u een deel daarvan tot heel fijn poeder wrijven en een deel daarvan voor de getuigenis in de tent van ontmoeting leggen, waar Ik u ontmoeten zal. Het moet allerheiligst voor u zijn.” Om wierook goed te kunnen branden en als een wolk over het altaar op te laten stijgen, moest het goed fijn worden gewreven.

Voor de priester betekende dit werk – met vijzel en stamper. Er waren geen mengers of winkels die voorgemalen kruiden in Israël verkochten. Het malen, meten en mengen van deze kruiden kostte energie, focus, aandacht voor detail, geduld en tijd – en dat alles voordat de priester naar het reukofferaltaar ging! Het was geen onbeduidend karweitje dat met weinig nadenken in een paar gehaaste minuten gedaan kon worden. Vervolgens moesten ze allemaal ‘doordrenkt worden met olie’ van zuivere wierook (Matthew Henry’s commentaar).

Hetzelfde geldt voor ons gebedsleven. Het is normaal dat onze gebeden lui te worden. Het is normaal om algemeen te zijn: “Zegen mijn familie”, “Zegen de broeders en zusters”, “Genees de zieken”. Het is normaal voor onze gebeden om gewoontjes, routineus en passieloos te worden. Wij moeten eraan werken om ze te maken zoals God het wil. Dit is een belangrijke les uit de analogie van de priester. Waarom anders zou God deze mannen al deze moeite hebben laten doen?

God wil dat wij gedetailleerd en specifiek zijn, dat we die gebeden fijn maken, zoals een handvol poeder, en ze doordrenken met de olie van Zijn Geest (Efeziërs 6:18). Hij wil dat wij echt ons best doen, goed nadenken over de kleine details van de zaken waarover wij bidden en ze vurig maken met door Geest-geleide passie, zodat we het reukwerk in een zoete wolk te laten opstijgen!

Een gedetailleerde gebedslijst kan een enorme hulp zijn – om die specerijen voor te bereiden en alvast het werk van tevoren te doen zodat u weet waarover u moet bidden. Zelfs dagelijks bidden voor een aantal namen op een lange lijst met gemeenteleden kan belangrijke gedachten oproepen: Ik heb al lang niet meer met deze persoon gesproken. Ik moet dat doen. Wat is er met hem aan de hand? Of misschien wordt u aan specifieke dingen herinnerd om voor te bidden waar u anders niet aan gedacht zou hebben. Misschien ontdekt u zelfs iets dat u zou kunnen zeggen of doen voor die persoon – zoals bellen, een kaart sturen, een woord van aanmoediging geven, een bezoek brengen, een nuttig artikel delen, die trui doneren. Dat zijn impulsen waarbij het goed is om ernaar te handelen.

Hier is nog een maatstaf voor onze gebeden: Als wij bidden zoals een Christus-gezinde priester, zullen wij merken dat er niet voldoende tijd is om alles erin te verwerken wat nodig is! We kunnen het ons niet veroorloven om in gebed tijd te verspillen, of vruchteloos door te gaan over onze persoonlijke zaken: Dat zou andere belangrijke zaken verwaarlozen. Er is altijd een gevoel van “onafgemaakte zaken” als u van uw knieën komt. Het is duidelijk dat wij niet de hele dag kunnen bidden, maar wij hebben dat plichtsgevoel – dat er nog meer werk gedaan moet worden.

We willen voorkomen dat het gebruik van een gebedslijst zorgt dat het routinematig of robotachtig wordt; dat gevaar bestaat. Wij moeten die neiging bestrijden. Streef ernaar om die lijst te gebruiken om structuur toe te voegen aan vurige, oprechte gebeden die u aanbiedt met een steeds toenemende mate van Gods liefde.

Overweeg ten slotte de verzen 37-38 van Exodus 30: “En wat het reukwerk betreft, dat u maakt, mag u niets voor uzelf maken volgens de bereidingswijze van dit reukwerk. Het moet u heilig zijn, voor de Heere. Ieder die iets dergelijks maakt om eraan te ruiken, moet uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten.” Niet iedereen kon deze wierook maken! Het was specifiek voor de priesters, en zij mochten het niet voor zichzelf maken; het behoorde God toe. Reukwerk dat voor egoïstische doelen werd gemaakt was een gruwel voor God! Hij wilde niet dat Zijn priesters reukwerk als parfum voor egoïstisch gewin zouden gebruiken of verkopen, zoals de heidenen deden.

Denk opnieuw aan de geweldige parallel met ons gebedsleven. Wat is onze motivatie om te bidden? Zijn onze gebeden te egocentrisch, te ijdel?

Nodig voor bescherming

Reukwerk werd verbrand op het reukofferaltaar; het werd nooit in het heilige der heiligen gebracht behalve door de hogepriester op de Grote Verzoendag. God beschrijft de functies van de hogepriester op de Grote Verzoendag in Leviticus 16.

De verzen 12-13 lezen: “Verder moet hij van het altaar voor het aangezicht van de Heere een vuurschaal vol vurige kolen nemen, met beide handen vol fijngestoten geurig reukwerk, en dit binnen het voorhangsel brengen. Hij moet dan het reukwerk op het vuur leggen voor het aangezicht van de Heere, zodat de wolk van het reukwerk het verzoendeksel, dat boven de getuigenis is, bedekt en hij niet zal sterven.

Toen hij voor het verzoendeksel (dat Gods troon voorstelt) in het heilige der heiligen stond, moest de hogepriester de brandende kolen op de grond leggen en vervolgens fijngeslagen wierook er overheen gieten. Dit zou een zoet geurende wolk creëren die over het verzoendeksel zou drijven. Waarom? “En hij zal niet sterven”. De hogepriester brandde reukwerk zodat hij kon worden beschermd: Het vergeten of nalaten reukwerk te branden betekende de dood.

Begrijp: Deze wolk van reukwerk was alleen maar een tijdelijk ceremonieel type – het schermde de hogepriester niet letterlijk, fysiek af van Gods heerlijkheid. God maakte duidelijk dat, zoals reukwerk van hete kolen opstijgt, gebeden als een wolk moeten opstijgen van de rechtvaardigen – en zoals het reukwerk de hogepriester beschermd, zo worden wij door onze gebeden beschermd!

Ja, het hebben van een sterk gebedsleven is een kwestie van overleven voor de mensen van God. Kijk naar onze wrede en angstaanjagende wereld. Die zit vol met gevaar en wordt elke dag dreigender: oorlogen, hongersnoden, moorden, woninginbraken, sociale onrust, pesten op school, vervolging op het werk. Wij hebben Gods bescherming meer dan ooit nodig!

Zoals de hogepriester moeten wij hard werken om ervoor te zorgen dat wij een wierookwolk omhoog zenden naar Gods troon. Hoe dik is uw wolk van reukwerk? Hoe gevaarlijker de omstandigheden wordt, hoe dikker onze wierookwolk moet zijn.

Openbaring 5 zegt dat die gouden schalen in Gods troonzaal “vol reukwerk” zijn. De engelen die verantwoordelijk zijn voor het behandelen en controleren van onze gebeden hebben een grote taak, maar het is onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de schalen vol met reukwerk zitten. Wij moeten ons dagelijks reukwerk nauwgezet voorbereiden en het ‘s morgens en ‘s avonds branden!

Wat een priester echt doet

Onze gebeden moeten de ingrediënten hebben die God overal in de Bijbel gebiedt, waaronder lof, dankzegging en berouw. Maar nogmaals, het meest overvloedige ingrediënt moet bemiddelend gebed zijn.

In eerdere hoofdstukken hebben we 1 Timotheüs 2:1-4 bekeken, waar de apostel Paulus ons opdroeg om voor alle mensen te bidden, omdat God wil dat alle mensen behouden worden. Let op: Die passage begint met, “Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen” (vers 1). Voor alles! Paulus spreekt over onze allereerste prioriteitonze belangrijkste focus in het leven; het verbeteren van ons gebedsleven!

Merk op hoe Paulus deze gedachte vervolgde: “Want er is één God. Er is ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor allen. Dit is het getuigenis op de door God bestemde tijd” (verzen 5-6). Dat is hoe Hij Zich gedroeg.

Als u wilt weten wat de rol van een priester is, kijk dan naar Christus: Hij geeft Zichzelf en dient en offert Zich op – om een middelaar tussen God en de mensen te zijn. Een middelaar is een tussenpersoon – een verzoener of bemiddelaar. Dat is een priester zijn inhoudt: mensen bij God brengen. Het gaat om het faciliteren van een familierelatie tussen de Vader en een door de geest verwekte zoon.

Dit is wat Christus vandaag doet. Christus is onze Hogepriester – de Priester van alle priesters. Hij is Middelaar, Bemiddelaar en Advocaat. Hij neemt het reukwerk dat wij offeren, verfijnt het en brengt het voor de Vader om voor ons te bemiddelen. Hij leeft om voor Zijn volk te bemiddelen! (Hebreeën 7:25). Het leven van Christus draait om het reukofferaltaar! Dat is wat onze relatie met de Vader mogelijk maakt.

Wij moeten leren bidden zoals Christus! (1 Timotheüs 2:8). Hij is ons voorbeeld. Hij is meester in het doen van smekingen, gebeden, bemiddelingen en dankzeggingen voor alle mensen. God wil dezelfde toewijding aan de verantwoordelijkheid van bemiddelend gebed zien van Zijn huidige priesters.

Dit is de belangrijkste manier waarop wij kunnen leren bidden zoals Christus.

Hoe Christus bad

Hoe bad Christus? De apostel Johannes schreef een gedetailleerd overzicht van één van de gebeden van Christus. Het is het meest opmerkelijke gebed in de Schrift – en het is zeker een van de diepste hoofdstukken in de Bijbel. Het geeft ons een preachtig inzicht in het gebedsleven van Christus met Zijn Vader. Het laat zien hoe een trouwe priester van God bidt! Het geeft ons veel om na te streven in onze eigen gebeden.

Lange’s commentaar bestempelt Johannes 17 als “Het hogepriesterlijk bemiddelend gebed van Christus namens Zijn volk”. Opmerkelijk genoeg bad Hij dit de nacht voordat Hij werd gekruisigd, onder de pijn en druk van die dreigende wreedheid. Als u een voorbeeld wilt van hoe u in een beproeving kunt bidden, bestudeer dan dit hoofdstuk.

Niemand van ons zou ooit kunnen bidden zoals Christus hier deed. Dit is een perfect gebed – een expressie van Gods perfecte liefde! Wij kunnen echter toestaan dat Christus door Zijn Geest in ons komt en wij kunnen de gedachten van Christus in onze gebeden brengen. Dan kunnen wij op deze manier bidden! Ons geestelijk offer op dat gouden altaar zal voor God aanvaardbaar zijn door Jezus Christus.

Dit gebed is doordrenkt met eer voor de Vader – niet alleen aan het begin, maar door het hele gebed heen.

Vader, Ik wil U alleen maar verheerlijken, begint Christus (Johannes 17:1). Merk in het hele gebed op hoe Hij zich niet op Zichzelf richt, maar op Zijn Vader. U kennen is echt leven! U bent de enige ware God. U heeft mij deze discipelen gegeven, maar zij zijn van U. Al het Mijne is het Uwe. Uw woord is waarheid. Wat een diep respect en eer toonde Christus naar Zijn Vader in Zijn gebeden.

Streef ernaar om die eer in uw gebeden tot uitdrukking te brengen. In plaats van in het begin snel een paar woorden van lof af te ratelen zodat u kunt doorgaan over wat u wilt, stop en prijs Hem echt! Biedt uw hart aan Hem aan – aan het begin, en door het hele gebed heen.

Opmerkelijk genoeg maakt Christus maar twee verzoeken voor Zichzelf in dit gebed. Het eerste is in vers 1: Hij vroeg de Vader om Hem te verheerlijken – zodat Hij de Vader kon verheerlijken! Het tweede is in vers vijf: Hij vroeg de Vader Hem te verheerlijken – zodat Hij bij de Vader kon zijn! Christus bad voor Zichzelf, maar zelfs deze verzoeken waren onzelfzuchtig.

In het grootste gedeelte van dit gebed – meer dan het dubbele van al het andere samen – bemiddelt Christus voor Zijn volk. Christus concentreerde Zich ten diepste op het bidden voor anderen.

Een driedelige formule

Johannes 17 levert een driedelige formule die wij in onze bemiddelende gebeden voor Gods Werk en Gods volk kunnen navolgen.

Ten eerste prees Christus Zijn volk voor de Vader. De Bijbel zegt dat Satan de aanklager van de broeders en zusters is. Christus prijst de broeders en zusters! Zij hebben Uw woord bewaard, bad Hij. Merk dat op Vader! Zij hebben Uw woorden ontvangen. Zij hebben geloofd! Zij weten het! (verzen 6-8). Christus bracht al deze goede punten onder de aandacht van de Vader. Hij herinnerde God aan de trouw en ontvankelijkheid van Zijn discipelen voor Hem.

Dit is zoals een priester zou moeten bidden. Let op die positieve dingen – praat dan met God over de goede punten die u in Zijn dierbare mensen ziet! Zoals Paulus zei, zeg dank voor hen.

Ten tweede informeerde Christus de Vader over de moeilijkheden waar Zijn volk mee te maken had.

Jezus Christus kwam in menselijke vorm en begrijpt de verlokkingen van het vlees. Hij kent de zwakheden van de menselijke geest en het vlees. Met die ervaring kan Hij ons helpen om in elk detail tot de Vader door te dringen. Hij heeft ervaring die de Vader niet heeft. En de Vader wil Zijn standpunt horen. … De Vader zegt tot Christus, Ik wil je horen vertellen over Mijn zoon.

Gerald Flurry, Het laatste uur

Hier krijgen we een glimp te zien van de gesprekken die voortdurend in de derde hemel tussen Christus en de Vader plaatsvinden. In de verzen 11 en 14 zegt Christus gepassioneerd en in detail, Uw volk is hier in het midden van deze satanische wereld – met alle druk en pijn en beproevingen die erbij horen. Zij worden gehaat – vervolgd! Zij zijn vreemdelingen en pelgrims – en dat is niet makkelijk te verdragen. Ik kan het U vertellen – Ik heb het ervaren. Zij hebben een moeilijke weg te gaan. Satan komt achter hen aan. De wereld haat hen.

Wat geweldig om iemand zoals dat te hebben om voor u te bidden! Wij kunnen zeker op dezelfde manier tot God spreken. Bespreek uw eigen ervaringen. Deel met God uw standpunt over iemand die door een beproeving heengaat. Bemiddel! God wil ons ook horen vertellen over Zijn zonen.

Ten derde heeft Christus verschillende verzoeken gedaan namens Zijn volk. “Ik bid voor hen”, zei Hij, specifiek verwijzend naar de mensen die bij Hem hoorden (vers 9). Later bad Hij ook voor degenen in de wereld, maar Hij plaatste er een veel grotere nadruk om voor Gods volk te bidden.

Jezus deed hier ongeveer 10 specifieke verzoeken. Hij vroeg de Vader om hen te bewaren en hen te helpen verenigd te zijn (vers 11). Hij vroeg de Vader om hen met Zijn eigen vreugde te vullen (vers 13). Wat een opmerkelijk verzoek gezien de omstandigheden. Wanneer u door beproevingen gaat, streef ernaar om de gedachten van Christus te hebben en bid dat anderen de vreugde mogen hebben die Christus u gegeven heeft!

Christus bad ook voor onze bescherming tegen Satan (vers 15). Hij bad niet dat God alle problemen uit ons leven zou verwijderen, maar Hij bad wel dat Hij een haag van bescherming tegen de duivel zou bieden.

Hij bad ook, “Heilig hen door uw waarheid…” (vers 17). Ik bid voor Mijn toekomstige discipelen, zei Christus, waarbij Hij het over ons had! (vers 20). Hij bad dat de Vader ons zou helpen om één te zijn, perfect verenigd. Hij bad vurig voor onze eenheid, en voor perfecte vrede in de Kerk (verzen 21-23). Hij bad voor ons geestelijk succes. Jezus Christus bad dat wij geestelijk zouden groeien en bloeien.

Let op dit prachtige verzoek: “Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld” (vers 24). Christus houdt van ons en wil bij ons zijn!

Dit is de manier waarop een ware priester van God denkt. Dit is de manier waarop een ware priester van God bidt.

Onthoud deze praktische driedelige formule in uw bemiddelende gebeden voor Gods Werk en voor Gods volk: 1) Prijs de mensen voor de Vader; 2) vertel de Vader over hun moeilijkheden; 3) dien namens hen verzoeken in.

Bidden voor de wereld

Christus bad ook voor de wereld – zelfs tijdens de moeilijkste momenten van Zijn leven. Zo ruimdenkend was Hij. Lees Johannes 17:21: “…opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt,” en vers 23: “opdat de wereld erkent, dat U Mij gezonden hebt,” en dat U Mijn discipelen liefgehad hebt. Hij bad voor Zijn volk, breidde toen die liefde uit naar de wereld – opdat alle mensen behouden zullen worden!

Kijk naar de buitengewone onzelfzuchtigheid van dit gebed! Jezus bracht Zijn gebedstijd niet door met Zijn eigen problemen, en probeerde God niet op Zijn eigen wensen gericht te krijgen. Hij prees, leefde mee en bemiddelde! Hij bood het gebed aan van een heilige, koninklijke priester van God.

Hoe mooi. Wat een glorie voor de Vader. Wat een zoet reukwerk.

Volg Zijn voorbeeld! Breng meer en meer van Zijn gedachten in uw gebeden. Stop er moeite in, werk eraan en doe alles wat u kunt om u voor te bereiden om een koning-priester te worden die naast Hem zit als Zijn Bruid!

Dit soort gebeden zijn de liefde van God! Daarom schreef meneer Flurry, “Onze primaire focus in het leven moet gericht zijn op hoe wij met God praten in gebed! Dat is onze allereerste prioriteit. Dat is de manier waarop wij groeien in Gods koninklijke Familie.”

Priesterlijke voorbeelden

God verwacht van Zijn dienaren dat zij voor de Kerkleden bidden. De levens en de problemen van de mensen uit de gemeenten van de dienaren zouden onze dagelijkse gebeden moeten vullen. Dit is wat goddelijke priesters doen.

Toen Samuel priester was, wisten de Israëlieten dat hij voor hen moest bemiddelen (1 Samuel 12:19). Samuel antwoordde, “1 Samuel 12:23 En wat mij betreft, er is bij mij geen sprake van dat ik tegen de Heere zou zondigen door op te houden voor u te bidden; maar ik zal u de goede en juiste weg leren” (vers 23). Ja – het is een zonde als een van Gods leiders niet bidt voor de mensen die hij leidt! Het breekt Gods wet van liefde. Het is simpelweg niet denken zoals God.

In hoofdstuk 5 zagen wij hoe de apostel Paulus hetzelfde priesterlijke voorbeeld gaf door regelmatig en vurig te bidden voor de mensen die hij mocht dienen (o.a. Efeziërs 1:15-19; Colossenzen 1:7-11). Wij moeten allemaal leren te denken zoals priesters van God en experts worden in bemiddeling.

Groei in God's liefde

Ons hele leven lang moeten wij het doel nastreven om experts te worden in het bidden van gebeden naar Gods eigen hart. Wij kunnen nooit ophouden deze gebeden te perfectioneren zodat ze steeds meer verzadigd raken met de perfecte liefde van God. Dit is een deel van onze roeping als Gods priesters. Onze levens moet rond het gouden altaar draaien. Zo wordt Gods Werk gedaan. Zo gaat de Kerk geestelijk vooruit. Dit is ook de manier waarop God Zijn Geest en Zijn karakter in ons bouwt: door ons te leren hoe wij lief moeten hebben – door hoe wij bidden. Zo gaan we steeds meer op God lijken. Zo bereiden we ons voor om koning-priesters te zijn en naast Jezus Christus te zitten als Zijn Bruid. Zo kunnen we een hart naar Gods eigen hart krijgen.

Leer bidden zoals onze Hogepriester, Jezus Christus, elke dag – elk moment van uw gebeden. Maak uw gebeden de gebeden van een priester.

Vervolgd op: Een huis van gebed