Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Duitsland eert voor het eerst weer soldaten

Hauke-Christian Dittrich/picture alliance via Getty Images

Duitsland eert voor het eerst weer soldaten

De Duitse militaire mentaliteit wordt op strategische manier opnieuw tot leven gebracht.

Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben ongeveer 10 miljoen Duitsers in het leger gediend, hetzij als dienstplichtigen, tijdelijke soldaten of beroepsmilitairen. Toch heeft Duitsland hun diensten nu pas formeel erkend.

Op 15 juni hield Duitsland zijn allereerste Veteranendag ter ere van actieve en voormalige soldaten die sinds de oprichting in 1955 bij de Bundeswehr hebben gediend. Na twee wereldoorlogen, het afslachten van miljoenen mensen en de brute onderdrukking van de oppositie in eigen land, waren veel Duitsers niet trots op hun leger - maar dit is nu aan het veranderen, en het heeft verstrekkende gevolgen.

Verwijzend naar de leden van de Bundeswehr, merkte minister van Defensie Boris Pistorius tijdens een ceremonie in Hamburg op: "Hun plaats is in het hart van de samenleving." Om vrede, veiligheid en stabiliteit te garanderen, "hebben we operationele strijdkrachten nodig," voegde hij eraan toe.

Tb Nl

"De vrouwen en mannen die erin dienen of gediend hebben, verdienen onze dankbaarheid, erkenning en ons respect," berichtte de Duitse bondskanselier Friedrich Merz op X. "Deze dienst aan ons land behoort tot het hart van onze samenleving."

Tijdens een evenement in de Reichstag zei Bondsdagvoorzitter Julia Klöckner dat deze viering al lang had moeten plaatsvinden: "Deze dag brengt iets tot stand wat eigenlijk al lange tijd ontbrak: publieke zichtbaarheid, erkenning en respect voor iedereen die in de strijdkrachten van ons land heeft gediend."

Duitsland heeft plannen om de komende jaren nog eens 50.000 tot 60.000 soldaten in dienst te nemen. Daarom speelt het met het idee om de dienstplicht weer in te voeren. Naast het trainen van een gevechtsklare eenheid, vindt Duitsland het echter van het grootste belang om zijn soldaten visie te geven. Door hun diensten publiekelijk te vieren, verheft Duitsland de rol van de soldaat in de samenleving en spoort het anderen aan om ook zelf een nationale held te worden.

Dit betekent een fundamentele verschuiving in de manier waarop Duitsland naar zijn strijdkrachten kijkt. Wat ooit werd geassocieerd met schaamte en een historische last, wordt nu in het hele land publiekelijk erkend en gevierd.

Na de brute invasie van Rusland in Oekraïne hebben veel Duitsers de noodzaak van een goed functionerend leger ingezien. Uit angst voor Russische onderdrukking, zijn ze steeds dankbaarder voor soldaten die hun leven willen geven om hun land te verdedigen.

In zijn eerste toespraak als kanselier op 14 mei verklaarde Merz dat het versterken van de Bundeswehr de "hoogste prioriteit" van de regering zou zijn. Een uitspraak als deze zou een paar jaar geleden ondenkbaar zijn geweest, maar maakt nu deel uit van het alledaagse denken van de Duitsers.

Maar er is meer aan de hand dan alleen een veranderde veiligheidssituatie: de Duitse militaire mentaliteit wordt op strategische manier opnieuw tot leven gebracht.

Afghanistan - een keerpunt

Het feit dat Duitsland nu een Veteranendag heeft "heeft veel te maken met de inzet van de Bundeswehr in Afghanistan," schreef de Frankfurter Allgemeine Zeitung op 15 juni.

De Bundeswehr neemt sinds 1992 deel aan buitenlandse missies. Tijdens deze missies heeft Duitsland in totaal 119 soldaten verloren, waarvan 60 in Afghanistan. Veel van deze soldaten stierven zonder veel erkenning in eigen land. Frankfurter Allgemeine Zeitung legde uit:

In Afghanistan waren Duitse Bundeswehr-soldaten voor het eerst betrokken bij zware gevechten met doden en gewonden, waaronder de Goede Vrijdag-slag op 2 april 2010 in de buurt van de stad Kunduz, waarbij drie Duitse soldaten werden gedood en acht ernstig gewond raakten tijdens urenlange gevechten met Talibanstrijders. Alle gesneuvelde soldaten - een term die in die tijd werd vermeden - kwamen van een parachutisteneenheid gestationeerd in Seedorf, Nedersaksen. Gebeurtenissen als deze vormden een generatie van Bundeswehr-personeel zonder dat het publiek er veel aandacht aan schonk.

Voor de 15-jarige herdenkingsdag van die fatale strijd in Afghanistan kwamen de overlevenden bijeen met familieleden en collega's uit het leger en de politiek om hun gesneuvelde kameraden te herdenken. Karl-Theodor zu Guttenberg, die op het moment van de slag de Duitse minister van Defensie was, was ook bij de herdenking aanwezig. Guttenberg herinnerde zich: "Het werd me duidelijk wat een enorme verantwoordelijkheid je draagt als degene die belast is met het commando en de leiding. … Verantwoordelijkheid is gegroeid vanuit de herinneringen die we in ons dragen."

In een populaire talkshow onder leiding van Markus Lanz verscheen Guttenberg samen met Afghanistan-veteraan Maik Mutschke, die zwaar gewond raakte tijdens de missie. Op de vraag of de houding van de Duitse bevolking ten opzichte van de Bundeswehr sinds die slag veranderd was, antwoordde Mutschke:

Het is ten positieve veranderd. … Ik moet daar eerlijk ja op zeggen. Je kunt zien dat men er nu genoeg van heeft. Ik ben de laatste tijd vaak in Berlijn geweest, en zelfs taxichauffeurs vragen, als je bijvoorbeeld onderweg bent van een hotel naar het parlement of naar een avondbijeenkomst, "Hé, wat is er aan de hand? Waarom draagt u uw uniform?" En dan zeg je: "Hé, ten eerste, ten tweede, ten derde, daar gaat het allemaal om," en dan is het net als in Amerika: "Bedankt voor uw dienst." "Bedankt voor uw dienst, deze rit krijgt u gratis." Dat is nu al een paar keer gebeurd.

In gesprek met Lanz voegde Guttenberg eraan toe: "Stel je voor dat je 10 jaar geleden je redactie had gevraagd om iemand in uniform uit te nodigen voor je show; dan zou er waarschijnlijk een verhitte discussie zijn ontstaan." Veel mensen vinden het nog steeds moeilijk om te begrijpen waarom Duitsers in Afghanistan dienden, hun leven riskeerden en kameraden verloren. Dit heeft in de loop der jaren veel discussie veroorzaakt.

Zelfs voordat hij minister van Defensie werd, pleitte Guttenberg al voor het uitbreiden van de missie. Over deze geschiedenis schreef Gerald Flurry, hoofdredacteur van de Trumpet, in "Guttenberg and a Revived German Militarism":

In 2007 schreef Der Spiegel over de eerste publieke impact van Guttenberg. Het ging over de permanente inzet van troepen in het geteisterde Afghanistan. In die tijd was Guttenberg voorzitter van de commissie buitenlands beleid van de ChristenUnie (2005-2008).

In de sociaaldemocratische fractie in de Bondsdag gingen steeds meer stemmen op om het mandaat van de Bundeswehr niet te verlengen. Toen stelde Guttenberg, samen met Hans-Ulrich Klose, voor om de missie uit te breiden .

In plaats van mee te gaan met de populaire opinie, wilde Guttenberg - toen pas 35 jaar oud - de stemming in Duitsland veranderen. Hij wilde niet dat Duitsland zich zou laten beperken door zijn verleden van het beginnen van twee wereldoorlogen en eerdere oorlogen. Hij wilde een nieuw Duitsland dat militair zelfverzekerd optrad. Spiegel noemde dit "een opzettelijke provocatie" en "het doorbreken van een taboe". …

Daarna werd hij minister van Defensie. In deze positie bleef Guttenberg zich inspannen om het oorlogsdenken onder de mensen te versterken.

"Onze inzet in Afghanistan is al jarenlang een gevechtsoperatie," vertelde hij op 2 november 2009 aan Bild. "Maar het gevoel is - en niet alleen onder onze troepen - dat de Taliban een oorlog voert tegen de soldaten van de internationale gemeenschap." Deze verklaring markeerde een keerpunt in hoe Duitsland de rol van zijn leger ziet. Het was niet langer slechts een verdedigingsmacht die klaarstond om een invasie het hoofd te bieden. Het voerde oorlog in het buitenland.

In februari 2010, kort nadat Guttenberg de Duitse betrokkenheid in Afghanistan een oorlog noemde, schreef meneer Flurry: "Baron Guttenberg noemt oorlog en terrorisme wat ze werkelijk zijn - geen vage of misleidende 'eufemismen'. Daar wordt het Duitse leger erg enthousiast van. Tegelijkertijd zet hij de Duitse bevolking aan tot een militaire denkwijze. Dat moet zeer verontrustend zijn voor mensen die de geschiedenis van Duitsland begrijpen."

Dit, schreef meneer Flurry, "betekent een gevaarlijke wending in de buitenlandse politiek van Duitsland! En de hele wereld zal enorm beïnvloed worden door die nieuwe richting. … Hou Baron Guttenberg in de gaten!"

Dit is een belangrijk stuk geschiedenis. Duitsland eert niet alleen diegenen die dienden voor de verdediging van hun land, maar herintroduceert ook op subtiele wijze het militaristische denken in het publieke bewustzijn.

Wie moet er geëerd worden?

Al tientallen jaren worstelt Duitsland met de erkenning van zijn geschiedenis en militaire betrokkenheid.

In 1965 berichtte Spiegel dat de uitgever Helmut Cramer beschuldigd werd van het in verschillende boeken verheerlijken van "actieve leiders die geïnspireerd waren door het politiek fanatisme" van de Waffen-SS. Ter verdediging noemde Cramer voormalig Kanselier Konrad Adenauer en voormalig Minister van Defensie Franz-Josef Strauss als getuigen van het feit dat de Waffen-SS een "troep als alle andere" was.

In een brief van maart 1957 aan de Hilfsgemeinschaft auf Gegenseitigkeit, een organisatie van voormalige Waffen-SS-leden, schreef Strauss: "Ik denk dat u wel weet hoe ik persoonlijk over de frontlinie-eenheden van de Waffen-SS denk. Ze maken deel uit van mijn bewondering voor de Duitse soldaten van de laatste wereldoorlog."

Adenauer vertelde zijn partijgenoten in 1953 het volgende: "De mannen van de Waffen-SS waren soldaten als ieder ander. … Maak andere landen duidelijk dat de Waffen-SS niets te maken had met de veiligheidsdienst en de Gestapo! Maak de mensen duidelijk dat de Waffen-SS geen Joden doodschoot, maar door de Sovjets vooral gevreesd werd als uitstekende soldaten."

Over de Waffen SS zegt het United States Holocaust Memorial Museum het volgende: "De Waffen-SS was de militaire tak van de SS. Eenheden van de Waffen-SS namen deel aan de meeste grote militaire campagnes van de Tweede Wereldoorlog. Ze waren zwaar betrokken bij het veroorzaken van de Holocaust door hun deelname aan massale schietpartijen, anti-partizanenoorlogvoering en het leveren van bewakers voor de concentratiekampen van de Nazi's. Ze waren ook verantwoordelijk voor vele andere oorlogsmisdaden."

Het is geen verrassing dat het naoorlogse Duitsland niet in staat was om deze soldaten op een openbare manier te eren en dat alle pogingen om dit te doen sterk bekritiseerd werden. Toch hebben sommigen er recentelijk toe opgeroepen dat te veranderen.

In 2017 zei toenmalig leider van de Alternative für Deutschland Andreas Gauland: "Als de Fransen terecht trots zijn op hun keizer en de Britten op Nelson en Churchill, dan hebben wij het recht om trots te zijn op de prestaties van de Duitse soldaten in twee wereldoorlogen."

Zowel de media als de mainstream politici en de samenleving hebben deze uitspraak krachtig afgewezen. Toch worden een aantal van hen nu ook geëerd op de nieuw ingestelde Veteranendag, omdat de pas opgerichte Bundeswehr in 1955 uit velen bestond die onder Adolf Hitler dienden. De eerste inspecteur-generaal van de Bundeswehr was bijvoorbeeld Adolf Heusinger, die tijdens de Tweede Wereldoorlog diende als chef-staf van het leger. Volgens de Duitse historicus Johannes Hürter was Heusinger één van Hitlers "belangrijkste militaire adviseurs".

De overgrote meerderheid van de nazi's die in de Bundeswehr dienden zijn inmiddels overleden, maar het roept wel de vraag op: kan een leger met zo'n duistere oorsprong in deze tijd wel gevierd worden?

Bedenk ook dat de langste en op één na dodelijkste missie van Duitsland (na Afghanistan) in de Balkan was. Dit is nog een missie die niets te maken had met de Duitse nationale defensie. Zoals Meneer Flurry grondig aantoont in Germany's Conquest of the Balkans, gebruikte Duitsland deze missie om controle te krijgen over een gebied dat het in beide wereldoorlogen maar moeizaam had kunnen bezetten. Moet hun betrokkenheid bij dergelijke missies worden geëerd?

Bovendien deden veel van de nazi's die de Bundeswehr opbouwden dit als voorbereiding op de "derde ronde". In 1996 maakte de Amerikaanse regering een document openbaar waarin een uitgebreid netwerk van geheime operaties werd onthuld om de Duitse militaire macht na de oorlog te herstellen.

De gemiddelde Duitse veteraan weet het misschien niet, maar de doelen van de nazi's in de Tweede Wereldoorlog worden zelfs nu nog uitgewerkt!

Daarom is de invoering van Veteranendag in Duitsland zo ernstig.

Soldaten werven voor de Derde Wereldoorlog

Alleen Bijbelprofetie kan onthullen welke richting we opgaan. "De leiders van Duitsland bereiden hun landgenoten voor op zeer donkere dagen die voor hen liggen, wanneer ze opnieuw voor het vaderland zullen vechten," schreef meneer Flurry. "Dit is inderdaad 'een primeur sinds de Tweede Wereldoorlog'!"

Eindtijdprofetieën in Daniël en Openbaring spreken over de opkomst van een overkoepelende sterke leider in Europa die Duitsland en andere belangrijke Europese landen naar oorlog zal leiden. Lees het artikel "Guttenberg en een herleefd Duits militarisme" van Meneer Flurry voor een gedetailleerde uitleg.

"Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn er gevallen, een is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven" (Openbaring 17:10). De "één is er" in deze profetie verwijst naar Adolf Hitler, die op het toneel was toen God deze profetie openbaarde aan wijlen Herbert W. Armstrong (vraag een gratis exemplaar aan van ons boekje Hij had gelijk ). Vanwege deze profetie kijken we uit naar een heropleving van het Duitse militarisme en de komst van een volgende sterke leider.

Een parallelle profetie in Daniël 8:23-24 waarschuwt: "Aan het einde van hun koningschap, wanneer de afvalligen de maat hebben volgemaakt, zal er een meedogenloze koning opstaan, bedreven in slinkse streken. Zijn kracht zal groot worden, maar niet door eigen kracht. Op wonderlijke wijze zal hij verderf aanrichten, het zal hem gelukken, hij zal het doen. Machtigen zal hij te gronde richten, ook het heilige volk.”

Duitsland wordt voorbereid op de opkomst van deze militaire leider, en er wordt geprofeteerd dat hij de natie naar een oorlog zal leiden. De Trompet verkondigt Gods profetieën om onze wereld en het Duitse volk een kans te geven om zich te bekeren en deze crisis te voorkomen.

HIJ HAD GELIJK

Terugblik op vijf decennia juiste voorspellingen door Herbert W. Armstrong