Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

De Opgaande Zon in het Oosten

ISTOCK.COM/DUNCAN1980

De Opgaande Zon in het Oosten

Hij had Gelijk - deel vier - Azië

De Chinese draak heeft lang toegekeken hoe de wereldwijde dominantie van de V.S. afneemt. Nu wil het bouwen aan een mondiaal machtsblok in het Oosten om dit te vervangen. Herbert W. Armstrong geloofde dat als een groot Oostelijk machtsblok echt wereldwijde invloed wilde hebben, het moest bestaan uit meer dan alleen Rusland en China.

De experts van het inlichtingen bedrijf Stratfor zijn het daar mee eens: “China en Rusland, aan elkaar gebonden in de strakste alliantie, kunnen het regionaal evenwicht in Eurazië veranderen, maar kunnen geen invloed uitoefenen op het globale evenwicht …” (16 april 2001). Als u echter Japan aan dit formidabele duo toevoegt, met zijn technologische capaciteiten en zijn marine, wordt het plotseling een macht die het globale evenwicht zou kunnen transformeren.

Hoe onwaarschijnlijk dit op dat moment ook leek, het is precies wat de Plain Truth geloofde dat op een dag zou gebeuren. “De ultieme verbinding tussen Japan en Rood China is volstrekt onvermijdelijk!” verklaarde de Plain Truth van februari 1963. “De grote vraag is hoe lang China ‘Rood’ zal blijven en zal overleven zonder zich te verbinden met het Japanse kapitalisme.”

“Ondanks de vele nationale, religieuze en politieke verschillen, zal Azië uiteindelijk aan elkaar gelast zijn in een gemeenschappelijk machtsblok,” schreef de Plain Truth in april 1968. “Het zal uiteindelijk zijn militaire macht naar het Midden Oosten zenden bij de terugkeer van Jezus Christus. Deze profetie is opgenomen in Openbaringen 16:12 en 16. Japan zal een cruciale rol spelen in deze strijd.” Decennia lang heeft de Plain Truth voorspeld dat Japan een belangrijk deel zal vormen van de toekomstige koningen van het oosten!

Aan het einde van de 2e Wereldoorlog en het begin van de Koude Oorlog verzachtte de V.S. de bittere herinneringen van de wereld aan de Japanse agressie met deze overeenkomst: Amerika zou Japan verdedigen als Amerika troepen kon stationeren dicht bij potentiële conflictgebieden in de regio. Amerika schreef in feite de naoorlogse “vredes”-grondwet van Japan. Dus in plaats van het eerst heropbouwen van zijn militaire macht, was Japan in staat zijn middelen te gebruiken om een economische supermacht te vormen.

Let op wat de heer Armstrong schreef in de Plain Truth in maart 1971: “Japan heeft vandaag geen militaire formatie. Sommige Amerikaanse strijdkrachten zijn er nog steeds. Maar wij moeten niet uit het oog verliezen dat Japan economisch zo krachtig is geworden dat het erg snel een militaire macht met grote kracht kan opbouwen.”

En dat is wat er nu gebeurt.

Japan’s groeiende militaire macht

Tegenwoordig heeft Japan één van de top vijf militaire arsenalen in de wereld en de op één na grootste marine. Toch, ondanks al zijn industriële, economische en marine macht, werd Japan tot voor kort gezien als een goedaardige macht, beperkt door herinneringen aan nucleaire explosies die een einde maakten aan zijn keizerlijke exploitaties uit het verleden.

De gebeurtenissen van 11 september 2001 droegen er veel aan bij om de deur te openen voor meer Japans militarisme. Net een maand na de terroristische aanvallen op Amerika, nam de toenmalige Prime Minister Junichiro Koizumi een anti-terrorisme wet aan die het Japanse leger in staat stelde om logistieke steun te verlenen aan de door Amerika verklaarde oorlog tegen het terrorisme.

Waarom was Japan in staat het strijdtoneel zo makkelijk te betreden? Kijk onder de oppervlakte en u zult zien dat Japan niet de goedaardige macht was die het zich voordeed sinds zijn nederlaag in de 2e Wereldoorlog.

Al decennia lang heeft Japan de strikte handhaving ontdoken van artikel 9 van het constitutionele recht opgelegd door Amerika, die ondubbelzinnig stelt dat “het Japanse volk voor altijd oorlog afzweert als soeverein recht van de natie en af ziet van de dreiging met of het gebruik van geweld als middel om internationale geschillen te beslechten. … Land-, zee- en luchtmacht, evenals ander oorlog potentieel, zal nooit worden gehandhaafd.” De heropbouw van Japan’s militaire macht begon reeds in 1950 toen een Nationale Politie Reserve werd opgericht als vervanging voor Amerikaanse troepen die uitgezonden werden in de Koreaanse Oorlog. De Japanse regering transformeerde deze politiemacht naar de Self-Defense Forces (Zelfverdedigingsmacht) in 1954, met de volledige steun van de V.S.

Naarmate de tijd verstreek en herinneringen van de 2e Wereldoorlog verdwenen, breidde deze macht geleidelijk zijn toepassingsgebied uit. In 1992 keurde Japan de Wet op Samenwerking voor de VN-Vredesmacht goed, waardoor de Self-Defense Forces deel konden nemen in bepaalde niet-militaire aspecten van VN-missies. Japanse soldaten konden nu worden gestationeerd buiten de grenzen van Japan.

Wat de gebeurtenissen in verband met 9/11 te weeg brachten werd door de New York Times “de meest belangrijke transformatie in het Japanse leger sinds de 2e Wereldoorlog” genoemd (23 juli 2007). Het Japanse leger lijkt steeds minder op een “zelfverdedigings-”macht.

In 2004 zond Japan ‘non-combat’ (geen strijd) troepen naar Irak. Aan het einde van 2006 werd Japan’s Defensie Agentschap opgewaardeerd tot een volwaardige dienst, waarmee het een luidere en duidelijkere stem in het Japanse kabinet verkreeg. In 2007 vlogen Japanse f-2s 1700 mijl zonder bij te tanken en lieten 500-pond zware echte bommen vallen als onderdeel van een oefening. Nu is Japan zelfs op zoek naar ruimte om te gebruiken voor militaire doeleinden. Met veel van de taboes al doorbroken, zou het een kleine stap zijn voor Japan om zijn pacifistische grondwet te wijzigen.

George Friedman, oprichter van Stratfor, en Meredith Lebard schreven in The Coming War wit Japan (‘De komende oorlog met Japan’): “Gedurende vele jaren hebben de Self Defense Forces van Japan de basis gelegd voor dit nieuwe tijdperk. Japan heeft een klein leger—alhoewel het groter is dan de meeste mensen denken—maar wat belangrijker is, Japan’s militair-industriële capaciteit is veel groter dan over het algemeen wordt aangenomen. Japan heeft al een aantal van de meest geavanceerde wapens in de wereld gemaakt en kan dit omzetten in massa productie. De opkomst van Japan als grote militaire macht in de toekomst hangt meer af van zijn wil dan van zijn vermogen. Om binnen een aantal jaren een militaire macht van wereldklasse te verkrijgen, hoeft Japan slechts te beslissen dat het er een nodig heeft.”

Zal Japan een nucleaire macht worden?

Hetzelfde geldt voor Japan’s potentiële verwerving van nucleaire wapens. De Plain Truth van juli 1966 verklaarde, “Met China in bezit van de bom, zou Japan niet zijn eigen bom durven bouwen? Japan is de super-gigant van het Oriënt, het klimt op naar duizelingwekkende hoogten van economische welvaart. Zoals we in vorige edities van dit tijdschrift rapporteerden, de wereld zal nog horen van alarmerende trends in Japan! … Japan zou zich ten alle tijden bij de ‘nucleaire club’ kunnen voegen!”

Let verder op wat de Plain Truth publiceerde in april 1968: “Ambtenaren uit Washington geven eerlijk toe dat zij verwachten dat Japan zich zal ontwikkelen tot een grote militaire formatie om de V.S. bij te staan in Aziatische machtspolitiek. Een Tokyo waarnemer verklaarde dat de Verenigde Staten geen ander alternatief heeft dan Japan uiteindelijk in de richting van een thermonucleaire macht te duwen.”

En inderdaad, als Japan—die op zich al een hoog ontwikkeld burgerlijke nucleaire industrie heeft—zou besluiten dit te willen, zou het binnen een jaar een onafhankelijke nucleaire macht kunnen worden. Stemmen binnen Japan voor precies een dergelijke actie worden luider. In april 2009 zei voormalig Minister van Financiën Shoichi Nakagawa dat zijn land het bouwen van een nucleair arsenaal moet bespreken: “Over de hele wereld wordt het als gezond verstand gezien dat in een zuiver militaire zin men atoommacht bestrijdt met atoommacht,” zei hij, waarbij hij refereerde naar de Noord Koreaanse dreiging. In 2006 verkondigde Nakagawa dat een nucleair arsenaal gebouwd voor defensieve doeleinden Japan’s pacifistische grondwet niet zou schenden. Voormalige Japanse Ministers Yasuhiro Nakasone en Shinzo Abe hebben eveneens gezegd dat Japan de ontwikkeling van nucleaire wapens zou moeten overwegen.

Japan maakt gebruik van het regionale veiligheidsprobleem veroorzaakt door een nucleair Korea om zijn eigen positie in de regio te versterken terwijl de macht van Amerika afneemt. Het zou niet eens verbazen als de V.S. Japan zelfs bemoedigt om nucleaire capaciteit te verkrijgen onder het mom van zelfverdediging!

Het Duitsland van Azië

Wat de herbewapening van Japan eveneens voedt is de toenemende stijging in nationalisme. In september/oktober 1999 meldde de Trumpet, “In een poging om iets van zijn erfgoed te doen herleven, gaf de Japanse overheid een overweldigende goedkeuring aan de Japanse vlag met de rijzende zon en het nationale volkslied aan de keizer als officiële nationale symbolen van het land. Dit vormt een net zo enorme symbolische zet als het Duitse parlement dat terugkeert naar het oude Reichstag gebouw in Berlijn …”

De Trumpet was niet de eerste die de opkomst van Japan vergeleek met die van Duitsland. In februari 1963 verklaarde de Plain Truth, “Japan doet in feite precies wat Duitsland doet in de Gemeenschappelijke Markt! Net als Duitsland … de Gemeenschappelijke Markt leidt in haar industriële bloei, en het enige land is dat bestemd is zo’n enorme verzameling van machtige landen te leiden, zo golft Japan vooruit om het leiderschap in het Oosten te veroveren. Japan is het enige Aziatisch land uitgerust om te voorzien in de industriële know-how en het leiderschap om de bijna onbeperkte middelen van dit uitgestrekte, ongelofelijk rijke deel van de wereld te benutten. Zelfs als het communisme haar ideologie zal verwateren met het kapitalisme is één ding zeker! Het zal niet lang duren voor Japan een industriële gigant zal zijn in Azië die zal onderhandelen vanuit een positie van grote macht met de andere giganten van de wereld—de Verenigde Staten, Rusland en verenigd Europa!”

Japan wordt in rap tempo een macht die moet worden gevreesd. De Plain Truth van april 1968 waarschuwde, “Ondanks wat men gelooft, is Japan niet permanent toegewijd aan een pro-Westerse standpunt. Amerika heeft het dwaze beleid gevolgd te veronderstellen dat … Duitsland en Japan in minder dan een generatie kunnen worden bekeerd tot de deugden van de democratie. … Zowel de Japanners als de Duitsers zijn vooralsnog bereid om hun zogenaamde democratische vorm van overheid te dulden—tot één of andere ernstige interne crisis neerslaat. …Japan tolereert zijn huidige regeringsvorm zolang het economisch bruikbaar is. Als de tijd ooit zou aanbreken—en dat zal gebeuren—dat de Japanners zich niet meer met Amerikaanse hulp kunnen voeden, dan zouden we getuige zijn van een opmerkelijke verandering in houding tegenover de Verenigde Staten. Vriendschap zou snel verdampen.”

Japan’s Plek in de Alliantie

Ondanks de overweldigende omvang van de Chinese bevolking en zijn grote economische potentieel, heeft Japan de meest ontwikkelde economie in de regio. Japan heeft de (momenteel onderbenutte) industriële capaciteit ontwikkeld tot het niveau waarop het makkelijk de V.S. en de Europese Unie evenaart op het gebied van de ontwikkeling en productie van hightech wapens. Japan is de enige natie uit het Verre Oosten die in bezit is van een ‘blue-water’ (volle zee) marine van betekenis.

Tijdens de 2e Wereldoorlog trachtte Japan zijn rijk uit te breiden via militaire macht. Na meer dan zes decennia van dekolonisatie, ontwikkeling en groei in het Verre Oosten, staat Japan tegenover een geheel ander en krachtiger China en een nog meer geïndustrialiseerd collectieve Aziatische sfeer. Het moet zijn doelstellingen vervullen met behulp van andere middelen dan die in de jaren ‘40 gebruikt werden. Eventuele dominantie die Japan nu nastreeft op het Oostelijk halfrond moet worden bereikt via allianties en verdragen.

Alhoewel Japan een van de wereld’s grootste onafhankelijke economieën heeft, blijft het verlamd door het falen van opeenvolgende regeringen om de noodzaak in te zien van pijnlijke economische herstructurering. Hoe zeer het hen ook tegenstaat om een volgende rol achter China te hebben, Tokyo weet dat het hard moet werken richting deze pan-Aziatische toekomst als het enigszins invloed in de Oost Aziatische sfeer wil hebben die de omvang van zijn economie en de zwaarte van zijn industrie vereist. Het wil een handelsblok smeden die naar voren zal treden als belangrijke drijvende kracht binnen de wereldeconomie.

Op dezelfde manier weet Peking dat om werkelijk de totale machtsbalans te verschuiven, het de technologische bekwaamheid en de marine van Japan nodig heeft. Zo’n bondgenootschap zou korte tijd geleden vrijwel onmogelijk hebben geleken. Maar we zien de trend verschuiven in Azië.

Een belangrijke stap in de richting van een Oost Azië alliantie werd bereikt in 2010, toen een vrijhandelszone tussen China en de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (asean)—waaronder Brunei, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam—tot stand kwam. Deze economische unie geeft China een gebiedende stem binnen een Aziatisch blok van bijna 2 miljard consumenten, bestaande uit landen met een gecombineerd nationaal product van $6 miljard. Dit bondgenootschap is de grootste vrijhandelszone in termen van bevolking.

Japan is nauw verbonden met het blok als gesprekspartner—samen met China, Zuid-Korea en Indië—van asean, en eveneens als lid van de asean Plus Three groep die bestaat uit China, Japan en Zuid Korea.

Alles wat nodig is, is een grote regionale crisis om de Japanners tot actie aan te sporen om hun marine op te offeren speciaal als een veiligheidsgarantie voor hun buren. Japan heeft dit krachtige middel als een trade-off in de onderhandelingen voor economische samenwerking van de rest van Azië.

Japanse politici zijn reeds bereid om dichter naar Azië toe te bewegen. De leider van de Democratische Partij van Japan, Yukio Hatoyama, schreef in 2009, vlak voor hij premier werd, “Als gevolg van de mislukking van de Irakese oorlog en de financiële crisis komt aan het tijdperk van de door de V.S.-geleide globalisering een einde, en we zijn overgestapt van een unipolaire wereld onder leiding van de V.S. naar een tijdperk van een multipolaire wereld.” Hij raadde Japan aan zich bij een “Oost Aziatische gemeenschap” te voegen,” en zei, “de Oost Aziatische regio, die steeds meer vitaliteit toont in haar economische groei en zelfs in nauwere wederzijdse banden, moet worden erkend als Japan’s fundamentele bestaanssfeer.” Hij zei zelfs dat Japan “alle mogelijkheden moet benutten om permanente beveiligingsnetwerken op te bouwen die essentieel zijn voor valuta-integratie” (Voice, 11 Aug. 2009).

Het vooruitzicht van de verdere uitbreiding van de EU tot een gecombineerd blok groter en machtiger dan de V.S. en Rusland, en de waargenomen verzwakking van de Amerikaanse wereldwijde invloed, spoort China, Japan en hun Aziatische buren aan om zich te positioneren als het volgende grote wereldwijde machtsblok. Zowel China en Japan zullen combineren in Aziatische allianties, met de uiteindelijke bedoeling de V.S. uit de westelijke Stille Oceaan te dwingen. Dan, zoals de strategie van de EU is geweest, zal de Aziatische politieke en economische samenwerking uiteindelijk doorgroeien tot een militaire- en veiligheidalliantie. Rusland, China en Japan bewegen zich dichter naar elkaar toe, precies zoals de heer Armstrong had gezegd. Nu is alles wat nog nodig is een plotselinge catastrofale schok om de Unie samen te smelten.