Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

De Bijbel Bewezen (vijfde Deel)

Les Anderson/Unsplash

De Bijbel Bewezen (vijfde Deel)

Vervolg van  De Bijbel Bewezen (Vierde Deel)

W

aarom Egypte een onbeduidende natie is

Kijkt u eens naar Ezechiëls profetie. Ezechiël 29:1-2: “In het tiende jaar … kwam het woord des Heren tot mij: Mensenkind, keer uw gelaat naar farao, de koning van Egypte, en profeteer tegen hem en tegen geheel Egypte.” Nu vers 8:

“Daarom, zo zegt de Here Here, zie, Ik breng een zwaard over u, Ik ga mens en dier uit u uitroeien, zodat het land Egypte wordt tot een woestenij en een puin­hoop, en zij zullen weten, dat Ik de Heer ben. Omdat gij gezegd hebt”—d. w. z., farao had gezegd—“van mij is de Nijl, zelf heb ik hem gemaakt, zie, daarom keer Ik Mij tegen u en tegen uw Nijlarmen.” Dat waren de irrigatiekanalen die men toen in Egypte al had.

En God vervolgt: “Ik zal het land Egypte tot een volkomen puinhoop maken, een wildernis het zal onbewoond blijven, veertig jaar.” Deze 40 jaar kwamen in de dagen van het toppunt van Babels grootheid, want Nebukadnezar voerde de Egyptenaren gevankelijk weg, verwoestte hun land en stond tal van Grieken toe naar Egypte te emigreren. De geschiedschrijvers weten heel weinig van wat er in die tijd werkelijk gebeurde.

Laten we nu in hetzelfde hoofdstuk vers 15 en 16 lezen: “Het zal”—let er op dat God zegt dat Egypte zal voortbestaan— “het zal het onbeduidend­ste onder de koninkrijken zijn.”

Egypte zou dus blijven bestaan, maar het onaan­zienlijkste onder de andere koninkrijken zijn. Voordat God zijn oordeel uitsprak, was Egypte de trotse leeuw onder de andere volkeren geweest. “Het zal zich niet meer boven de volken verheffen kunnen,” zegt God, “Ik zal hen klein maken.”

Wie spreekt hier?—bewerend dat Hij volken kan samenstellen en verstrooien? Wie kan zeggen: “Ik zal u klein maken,” en het grootste rijk op aarde in die dagen vernederen? Was dat zomaar een onkundige, sterfelijke Jood die dit schreef?

Wie het ook was, hij zette het in daden om. Het werd werkelijkheid. Wat denkt u hiermee te doen?

We dienen te weten wat er volgens de geschiede­nis feitelijk gebeurd is. Hier is een uittreksel uit de Imperial Bible Dictionary onder het artikel “Egypte”:

“De bevolking van Egypte moet in die vroegste tijden aanzienlijk geweest zijn. Het wordt geschat op 7 miljoen inwoners onder de farao’s—7 1/2 miljoen (met uitzon­dering van Alexandrië) in de tijd van Nero ….”

Tegenwoordig telt het ruim 69 1/2 miljoen inwoners. De bevolking van Egypte is in 2000 jaar tijds slechts vernegenvoudigd—denkt u zich dat eens in. Bovendien wordt het grootste deel van de huidige bevolking ver­tegenwoordigd door afstammelingen van vreemde volkeren. Egypte is niet gegroeid zoals andere volken. Het is in verhouding betrekkelijk klein gebleven.

Een door armoede geplaagd land

In Ezechiël 30:10-13 staat: “Zo zegt de Here Here: Ja, Ik zal een einde maken aan de drommen van Egypte”—het woord “drommen” kan ook weergegeven worden als “menigte” of “rijkdommen”. Wat werkelijk bedoeld wordt, is “rijk­dommen”—“Ik zal een einde maken aan de rijkdom van Egypte door de hand van Nebukadnezar, de koning van Babel. Hij en zijn volk, de gewelddadigste der volken, worden aangevoerd om het land te verwoesten; zij zullen hun zwaarden tegen Egypte trekken en het land met doden vullen.” God zegt: “Ik zal de Nijlarmen [irrigatiekanalen] droogleggen en het land aan boos­wichten overgeven.” Dat betekent van buitenaf komende, vreemde volken.

God zegt: “Ik zal het land, met al wat er op is, verwoesten door de hand van vreemden”—buitenlan­ders—“Ik, de Heer, heb het gesproken. Zo zegt de Here Here: Ja, Ik zal de afgoden vernietigen en de schijngo­den uit Nof doen verdwijnen;”—Nof is Memphis—”er zal geen egyptische vorst meer zijn. En Ik zal vrees brengen over het land Egypte.”

Egypte zou nooit meer door een zoon van het land, een inheemse vorst, geregeerd worden.

Zou degene die dit in het oude boek Ezechiël geschreven heeft, het ook wáár maken? Dit is een “Zo zegt de Heer” uitspraak. Staat er ook een reëele God achter? Of was het slechts door een mens geschreven?

Precies zoals de profetie voorzegde, werd Egypte door Nebukadnezar veroverd. God stelde hem aan over het koninkrijk (Dan. 2:37). God is de Allerhoogste Heerser van het heelal. Dat is de les, die de aardse naties vergeten zijn. Dat is de les die de bewoners van de wereld vergeten zijn.

Uit de annalen der geschiedenis

Het volgende citaat is afkomstig uit de History of Ancient Egypt van Rawlinson. Hier is de vervulling van deze profetie in de geschiedenis. Het gebeurde werkelijk!

“En zo”, zegt Rawlinson in zijn geschiedschrijving, sprekend over Psammetichus ii. die in 525 v. Chr. door de Pers Cambyses verslagen en gedood werd, “zo kwam deze onfortuinlijke vorst om, de laatste uit een lange rij farao’s, die, beginnend met Menes, Egypte als een onafhankelijke monarchie … eeuwenlang geregeerd had­den.” De Algemene Winkler Prins onder het artikel “Egypte” zegt: “Onder de 27ste dynastie (525-404 v. Chr.) werd Egypte een Perzische provincie. Meermalen trachtte het land zich van het juk der Perzen te ont­doen ….” Tevergeefs. Telkens weer bewezen de Perzen hun superioriteit te velde en dwongen de Egyptenaren zich aan hen te onderwerpen.

Na de Perzische verovering heersten de Grieken over Egypte. De nakomelingen van één van Alexanders Griekse generaals begonnen een reeks van buitenlandse farao’s, die tot 152 v. Chr. over Egypte regeerden.

Sindsdien is er nooit meer een geboren Egyptenaar farao geweest. Vanaf die tijd heeft er nooit meer een in­heemse koning over Egypte geregeerd.

Denk eens in wat dit geschiedkundig feit inhoudt: Egypte werd door Alexander de Grote veroverd en ge­regeerd. Daarna heerste één van Alexanders vier generaals, degene die in Daniël 11 “de koning van het zuiden” genoemd wordt. Later werd Egypte door Rome overheerst. Toen door de arabische Moslems. Daarna door de Turken. Het is ook nog geregeerd ge­worden door de Fransen en de Engelsen. En tenslotte, op de 18de juni 1953, werd het een republiek.

Ex-koning Faroek was koning totdat Egypte een republiek werd. Maar koning Faroek stamde niet van Egyptische voorvaderen af . Hij was een Albanees, een afstammeling van Mohammed Ali.

De Egyptische leiders van vandaag zijn geen vor­sten en de meesten van hen zijn geen Egyptenaren. Ze zijn Arabisch van afkomst. God zei dat het zo zou uitkomen, en zo gebeurde het ook. In geen 2500 jaar heeft een Egyptisch vorst het land geregeerd . U kunt alle bijzonderheden le­zen in de History of Ancient Egypt van Rawlinson.

Het gaat altijd in vervulling

Toen deze profetieën geschreven werden, duidde niets op zo’n toekomst—een toekomst, die Egypte tenslotte deelviel—zoals de bijbelse profetie het voor­spelde. Denkt u het zich eens in! God sprak over de oude stadstaat Tyrus het oordeel uit dat het nooit weer zou worden opgebouwd. Dat gebeurde.

Over Askelon voorspelde Hij vernietiging, zonder ooit herbouwd te worden. Dat kwam uit.

Sidon zou aan belangrijkheid inboeten, maar blij­ven bestaan en ook dat is gebeurd. Sidon is nu een stad met 38.000 inwoners.

Egypte zou wel blijven bestaan, maar onaanzienlijk worden en nooit meer door een volbloed Egyptenaar geregeerd worden. Dit is ook uitgekomen. Het oordeel over Babel was algehele vernietiging en ook dát is in vervulling gegaan.

Maar hoe kon Ezechiël dit weten, als de profetieën slechts door mensenhand geschreven werden? Hoe kon dat, vraag ik u?

Dit is een uitdaging aan de sceptici De sceptici willen met profetie niets te maken hebben. Zij gaan ervoor op de loop omdat ze er niet van terug hebben. En de enige vorm van repliek is er op te schelden en er mee te spotten. De sceptici geven zelf toe dat Egypte volgens de profetie een onaanzienlijk land zou blijven, niet langer welvarend, geen machtig wereldrijk meer en niet meer door een inheemse vorst geregeerd. Ze kúnnen het niet ontkennen. Ze kunnen er alleen maar voor op de loop gaan!

Wie is nu de ware Heerser? Natuurlijk alleen de Almachtige God. 

Wordt vervolgd …

Pob Ad Nl Copy